Bij probleemgedrag spelen bijna altijd meerdere factoren een rol. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.
De belangrijkste verklaring voor het ontstaan van gedragsproblemen is een negatieve spiraal tussen kenmerken of gedrag van een kind en de reactie van de omgeving daarop. Probleemgedrag roept een negatieve reactie van de omgeving op, die het probleemgedrag versterkt en zo opnieuw tot een negatieve reactie leidt.
Bij probleemgedrag gaat het vaak om een ingewikkeld samenspel tussen uw lichamelijke toestand en de wisselwerking met andere personen in uw directe omgeving. De oorzaak van probleemgedrag kan liggen in ziektebeelden zoals een delier, depressie of dementie.Ook de medicijnen die u gebruikt kunnen van invloed zijn.
Gezinsleven – gedragsstoornissen komen vaker voor in disfunctionele gezinnen . Bijvoorbeeld, een kind loopt een groter risico in gezinnen waar huiselijk geweld, armoede, slechte opvoedingsvaardigheden of middelenmisbruik een probleem vormen.
Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden. Mogelijke oorzaken voor gedragsproblemen zijn een niet-stabiele opvoeding of het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen zoals geweld of seksueel misbruik. Gedragsproblemen kunnen voorkomen bij kinderen en bij volwassenen.
Oorzaken van probleemgedrag kunnen een levensgebeurtenis of familiesituatie zijn. Een persoon kan een familieconflict hebben, worstelen met armoede, zich angstig voelen of een sterfgeval in de familie hebben gehad. Veroudering kan ook leiden tot dementie, wat het gedrag van een persoon beïnvloedt.
Gebruik de term 'ernstige gedragsproblemen' wanneer er sprake is van dwars en opstandig gedrag, prikkelbaar en driftig gedrag, anderen ergeren, antisociaal gedrag en/of agressief gedrag en wanneer dit gedrag nadelige gevolgen heeft voor het kind, de jongere en/of de omgeving en gedurende minstens enkele maanden ...
Bij het verminderen van gedragsproblemen en stoornissen zijn twee behandelprincipes het meest effectief, namelijk gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT). Uitgangspunt bij gedragstherapie is dat gedrag bepaald wordt door wat eraan voorafgaat, en wat erop volgt.
Er zijn echter enkele factoren die kunnen bijdragen aan gedragsproblemen als volwassene, zoals: Nooit behandeling zoeken voor een gedragsstoornis uit de kindertijd . Trauma, stress, verdriet, financiële problemen of relatieproblemen ervaren. Een psychische stoornis, middelenmisbruik of persoonlijkheidsstoornis hebben.
Oorzaken van onbegrepen gedrag zijn bijvoorbeeld dat mensen zich lichamelijk niet lekker voelen en dat niet kunnen uiten, dat ze bepaalde onvervulde behoeften hebben of dat de omgeving niet goed op hen reageert of te weinig uitdagend is. De gedragsproblemen kunnen geleidelijk ontstaan of plotseling optreden.
Zelfbeeld. Het beeld dat we van onszelf hebben, is een belangrijke bepaler van ons gedrag. Wanneer bepaald gedrag in lijn ligt met wie we willen zijn en met onze waarden, zijn we eerder intrinsiek gemotiveerd om dat te vertonen. Zelfbeeld is stevig verankerd in mensen en kan gedragingen in meerdere contexten verklaren.
Mensen met dementie kunnen hun ziekte vaak goed verbloemen. Dit heet 'façade gedrag' en dit is één van de kenmerkende symptomen van dementie.
Niet alle veranderingen in persoonlijkheid en gedrag zijn te wijten aan mentale gezondheidsproblemen. Andere oorzaken zijn middelen (intoxicatie of ontwenning van illegale of recreatieve drugs), bijwerkingen van medicijnen, aandoeningen die voornamelijk de hersenen aantasten en lichaamsbrede aandoeningen die de hersenen aantasten.
Wanneer we spreken van psychiatrische problematiek, dan bedoelen we zaken die het dagelijkse leven van mensen verstoren en waarbij het nodig kan zijn om behandelingen te ondergaan, soms in combinatie met medicijnen. Denk hierbij aan stoornissen als persoonlijkheidsstoornissen, ADHD en depressies.
Triple-C staat voor Cliënt-Competentie-Coach. Triple-C is een behandelmodel dat uitgaat van de menselijke behoeften. We leggen de focus niet op het moeilijke gedrag. Maar we kijken juist naar hoe iemand met moeilijk verstaanbaar gedrag zoveel mogelijk zijn normale leven kan oppakken.
Een gedragsstoornis ontstaat door een combinatie van factoren. Het is een erfelijke afwijking, maar wordt niet altijd van ouders op kind doorgegeven. Daarnaast speelt het karakter van het kind ook een rol, maar ook de omgeving, zoals bijvoorbeeld de opvoeding.
Als iemand iets zegt dat je niet leuk vindt, wil je gaan schelden en schreeuwen. Je kan er niks aan doen, maar het gebeurt steeds weer. Ook lieg je meer dan eens of maak je dingen expres stuk. Als je hier vaak last van hebt dan kan het zijn dat een gedragsstoornis hebt.
Denk daarbij aan: driftig zijn en vaak ruzie maken, regels opzettelijk negeren, agressief zijn, hyperactief en impulsief gedrag vertonen, liegen, pesten, spijbelen en soms criminele dingen doen als stelen, slaan en spullen vernielen.
Gedragsstoornissen gaan vaak gepaard met stoornissen in andere ontwikkelingsvaardigheden. Zo komen dyslexie, ADHD (aandachtstekort, hyperactiviteit), motorische moeilijkheden (DCD of Developmental Coordination Disorder) en depressie vaak voor.
Triple-C bij agressie, zelfverwonding en stereotiep gedrag
Die is begin jaren negentig van de vorige eeuw in Nederland ontwikkeld en wordt inmiddels bij tientallen zorgorganisaties toegepast, voornamelijk bij mensen met een verstandelijke beperking én probleemgedrag.
We spreken van een gedragsstoornis als iemand een langdurig patroon laat zien van negatief, opstandig of driftig gedrag of gedrag dat tegen de normen ingaat, zoals vechten, stelen of liegen.
Interventies om ernstige gedragsproblemen of -stoornissen te voorkomen of behandelen bestaan uit training van opvoedingsvaardigheden van ouders, training van vaardigheden van het kind of de jongere zelf en een combinatie van training van kind en jongere en training van ouders en interventies.
Dit omvat activiteiten zoals zitten, slapen, eten, drinken en lopen. Zelfs stilzitten is een vorm van gedrag. Daarom kunnen we zeggen dat gedrag alles is wat een mens of dier doet. Veel gedrag komt voort als een reactie op een bepaalde prikkel.