Met een urinestick wordt er gekeken of er bij een patiënt een urineweginfectie of hematurie is of eventueel andere afwijkingen. Als dit zo is, dan wordt de urine voor kweek of cytologie opgestuurd. Wanneer de kweekuitslag bekend is kan er, afhankelijk van de uitslag, worden begonnen met antibiotica.
Met teststroken (dipsticks, urinestrip) kan semi-kwantitatief bilirubine, eiwit, erytrocyten/hemoglobine, glucose, ketonen, leukocyten, nitriet, pH, urobilinogeen en soortelijk gewicht bepaald worden. Afwijkende resultaten kunnen een aanwijzing zijn voor een onderliggende pathologie.
Houd het potje vast en druk het buisje met de dop erop én met de dop naar beneden in een keer in de opening van de deksel. De urine loopt nu vanzelf in het buisje en stopt zodra de buis voldoende is gevuld (dit is tot de zwarte streep als de buis na het vullen rechtop gehouden wordt).
Kenmerkende klachten van een urineweginfectie zijn pijn bij het plassen, klachten van aandrang en frequent kleine beetjes plassen. Soms doen zich bijkomende klachten voor zoals troebele en/of stinkende urine, koorts, bloed in de urine en pijn in de rug, flanken, onderbuik of genitaalstreek.
Bij een urineweginfectie is het slijmvlies aan de binnenkant van de urinewegen ontstoken. Een infectie van de lagere urinewegen heet een blaasontsteking. Een onbehandelde blaasontsteking kan leiden tot een nierbekkenontsteking. Een urineweginfectie ontstaat door bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers.
Interstitiële cystitis (IC) noemen we ook wel blaaspijnsyndroom. Het is een chronische goedaardige aandoening van de urineblaas, die niet wordt veroorzaakt door bacteriën. Het gaat om een ontstekingsreactie van de blaaswand. Het lijkt op een blaasontsteking, maar antibiotica helpen niet.
U moet in een urinepotje plassen. Daarna wordt er een urinestick in de urine gedoopt en na een minuut worden de volgende waarden afgelezen: pH. glucose.
het middelste gedeelte van de straal op te vangen en niet het begin (midstream) bewaar de urine maximaal 4 uur in de koelkast (koel bewaren) een klein beetje urine is echt voldoende: een bodempje van 1 cm. volstaat.
Het is algemeen bekend dat urine gaat stinken door het eten van asperges. Ook andere voedingsmiddelen zoals zalm, knoflook en bepaalde specerijen hebben eenzelfde soort effect op de geur van urine. Soms kan stinkende urine echter duiden op gezondheidsproblemen zoals urineweginfecties, nierstenen en prostaatproblemen.
Je urine onthult je biologische leeftijd en of je gezond oud zal worden, stellen onderzoekers van Universiteit Hasselt en KU Leuven. Via een urinetest kan de biologische leeftijd van een persoon worden gemeten en worden bepaald of iemand vatbaarder is voor bepaalde ouderdomsgerelateerde ziekten.
In urine kan van alles worden gevonden: micro-organisamen, stofwisselingsproducten, rode bloedcellen, witte bloedcellen, cellen van slijmvlies van de urinewegen en allerlei chemische verbindingen. Pas als er heel veel van voorkomt, in veranderde vormen, kan dit wijzen op onder andere urologische aandoeningen.
Een positieve testuitslag is hiermee een indicatie voor het bestaan van bacteriurie. Ongeveer 25% van de uitslagen is fout-negatief, bijvoorbeeld doordat: het infecterende micro-organisme dit enzym mist. de urine niet lang genoeg in de blaas aanwezig is geweest om de omzetting mogelijk te maken.
Wanneer u denkt dat u mogelijk een blaasontsteking heeft, kunt u met Blaas-Check® uw urine testen (1e screening). U vangt daarvoor wat (ochtend)urine op in een schoon potje en voert de test uit. Voor de juiste uitvoering van de test leest u de bijsluiter van de test.
Het eiwit laat je urine schuimen en kan een duidelijk zichtbare laag schuim op de urine veroorzaken. Het schuim blijft ook liggen op de urine. Vochtophoping, zoals gezwollen benen, enkels en geslachtsdelen. Dit wordt veroorzaakt doordat de nieren door het eiwitverlies in de war raken.
Let op: Het aflezen van de test moet bij daglicht gebeuren. Lees de test af na 30 seconden en binnen 60 seconden na het dompelen van de test in de urine.
De ochtendurine (eerste urine in de ochtend) is het meest geschikt voor onderzoek. Deze urine is namelijk het meest geconcentreerd. Als u erg vroeg wakker wordt, bijvoorbeeld om drie uur 's nachts, vang dan liever de urine op een later tijdstip op. Houd de tijd aan dat u normaal opstaat.
Het beste is om de opgevangen urine zo snel mogelijk bij de huisarts of op het laboratorium af te geven. Als dit niet mogelijk is moet de urine in ieder geval in de koelkast bewaard worden, maar niet langer dan 24 uur. Bij kamertemperatuur kunnen aanwezige bacteriën zich snel vermeerderen, vaak al binnen één uur.
Als je in korte tijd veel water drinkt, kan de urine lichtgeel tot vrijwel kleurloos worden. Dit komt doordat er een lage concentratie nierkleurstoffen (urochroom) in de plas aanwezig is, maar het zegt niets over je gezondheid. Bij slecht werkende nieren of slecht ingestelde diabetes kan de urine ook lichter zijn.
Testen of u een blaasontsteking heeft
Gebruik het liefst de ochtendurine (eerste plas van de dag). Doe de urine in een schoon en goed afsluitbaar potje, met uw naam en geboortedatum erop. Breng de urine binnen 2 uur nadat u het heeft opgevangen naar de praktijk.
Bij een basische ochtendurine, een pH hoger dan 7, kan er sprake zijn van een urineweginfectie. De aanwezigheid van bacteriën in de urine maakt deze basisch.
De assistente test de urine voor u. De uitslag is dezelfde middag meestal bekend. U kunt hiervoor bellen met de praktijk. Heeft u een blaasontsteking, dan kijken we eerst of deze zonder medicijnen binnen een week over kan gaan.
tolterodine. Tolterodine ontspant de spieren van de blaas. Artsen schrijven het voor bij urine-incontinentie.
Stress is een probleem dat op verschillende aspecten van de gezondheid invloed uitoefent, dat geldt ook voor de blaas. Door stress kunnen de spieren van de blaas zich regelmatig onnodig aanspannen, zelfs wanneer deze nog niet helemaal vol zit. Ook kan het zijn dat iemand hierdoor regelmatig ongewild urine verliest.
Bij een urineweginfectie kunnen de symptomen als vaak moeten plassen en een branderig gevoel weleens achterwege blijven, terwijl er toch een infectie gaande is. Soms is er dan wel van vermoeidheid sprake. Een urinetest kan aantonen of er van een infectie is en in dat geval kan antibiotica voorgeschreven worden.