Ken jij deze Rotterdamse uitspraken al? Hebbie in je nest gezeken? - Betekenis: wat ben je vroeg opgestaan. De reuzel loop m'n reet uit - Betekenis: Wat is het verschrikkelijk warm. Niet lullen maar poetsen - Betekenis: Doorwerken en je bek houden.
Echte Rotterdams dropjes, chocolade zo uit de haven en stroopwafels waarvan je mouwen zich vanzelf opstropen. Het zijn maar enkele voorbeelden van heel veel typisch Rotterdamse lekkernijen.
Destilleer je uit al deze antwoorden de belangrijkste kernwaarden van Rotterdam, dan staat het typisch Rotterdamse volgens Museum Rotterdam voor '(01) rauw, (02) echt, (03) direct, (04) eerlijk, (05) trouw, (06) modern en (07) hardwerkend en (08) bijna alle Rotterdammers hebben hun wortels buiten de stad'.
Werkmentaliteit. De ´niet lullen maar poetsen´ mentaliteit kan als iets typisch Rotterdams gezien worden. Rotterdammers zijn over het algemeen harde werkers die gewend zijn om de schouders eronder te zetten. Deze mentaliteit is er al vroeg ingekomen door het harde werken in de havens van Rotterdam.
Dat Rotterdam een eigen een taal heeft, is algemeen bekend. Woorden als 'nassen' en 'bakkie pleur' zul je nergens anders in Nederland horen. Zo spreken Rotterdammerts met een typische natte 'T'. De Rotterdamse manier van spreken neemt steeds meer af, vinden sommige mensen op Blaak.
Integendeel, Rotjeknor wordt vaak liefdevol gebruikt. Het is een bijnaam waar een Rotterdammer zich niet voor geneert.
Het Rotterdams is het stadsdialect dat gesproken wordt in Rotterdam. Het behoort tot de Zuid-Hollandse dialecten.
De natte 'T'
1) een typisch Rotterdamse tongval, de letter T vooruit in de mond uitspreken waardoor deze van de lippen afspat. 2) een Rotterdamse gewoonte, de letter T vastplakken aan woorden waar deze niet hoort en weglaten bij woorden waar deze wel hoort.
Heb ik een houten bek ofzo? - Betekenis: Hé, geef mij ook eens iets!
Het smaakt flauw, en het doet me ergens aan denken: tegenwoordig kun je zoiets ook in blik in de supermarkt kopen. Dan heet het smack. Uierboord is veel puurder dan die meuk uit blik, maar de textuur, de weeïge smaak en alle bijbehorende associaties staan het eetgenot toch een beetje in de weg.
Offerte Aanvragen. Het resultaat is een heerlijke zacht-zoete mosterd met de smaak van vers gekookte kroten en een bijzonder kleurtje! Een perfecte match met de Rotterdamsche croquette of bitterbal, maar ook heerlijk bij een Rotterdamsche Oude kaasplateau.
Als je in Rotterdam-Noord bent zegt je 'in Noord' en in Rotterdam-Zuid zeg je 'op Zuid'. Dat komt omdat Zuid officieel een eiland is. Rotterdam kocht namelijk een groot gedeelte van het eiland Feijenoord in 1591.
Roffa is straattaal voor Rotterdam.
Het Rotterdams is een Zuid-Hollands dialect en het is uiteraard een randstedelijk dialect. Dit is belangrijk omdat de taal van de Randstad het meest heeft bijgedragen aan de huidige standaardtaal.
Charlois (uitspraak sjaarloos (klemtoon op eerste lettergreep) /'ʃaːrlous/ (Standaardnederlands), /'ʃaːɻlɜus/ (Rotterdams dialect)) is een bestuurscommissiegebied en wijk gelegen op de zuidelijke Maasoever in de gemeente Rotterdam.
En naast veel typische uitdrukkingen is er ook een eigen Rotterdams idioom ontstaan. Woorden als gers, kapoentje, aftaaien, tebbie, groos of een bakkie pleur behoren tot de standaard woordenschat van de Rotterdammer.
Roffa is straattaal voor 'Rotterdam'.
In de volksmond wordt Rotterdam ook wel Roffa genoemd. Dat klink misschien als (stoere?) straattaal, maar het lijkt verdacht veel op de naam van Rotterdam voordat het zijn huidige naam kreeg. „Het echte oer-Rotterdam, dat tussen de negende en elfde eeuw voortdurend werd bedreigd door overstromingen, heette Rotta.
De Kruiskade bestond al in de late middeleeuwen en was een lage dijk (ook kade genoemd) tussen de Coolpolder en het ambacht van Schoonderloo enerzijds en West Blommerdijk en het ambacht van Beukelsdijk anderzijds. De Kruiskade had naast een waterkerende functie ook een verkeersfunctie.