type 5: zieke of herstellende leerlingen. type 6: visuele handicaps. type 7: auditieve handicaps. type 8: leerstoornissen.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 6 richt zich tot kinderen met een visuele beperking.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 7 richt zich tot kinderen met Spraak- en Taalontwikkelingsstoornissen (STOS) en een auditieve beperking.
type 8: voor kinderen met ernstige leerstoornis, dus normaal begaafde leerlingen met een normaal gehoor- en gezichtsvermogen met stoornissen in de taalontwikkeling of het leren spreken en/of bij het leren lezen, schrijven en rekenen die dermate ernstig zijn dat bijzondere hulp in het gewoon onderwijs niet kan volstaan.
Buitengewoon basisonderwijs type 5 richt zich tot kinderen die om medische redenen (tijdelijk) in een ziekenhuis of preventorium verblijven.
Met autisme naar het buitengewoon onderwijs
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 3 is aangepast aan de opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met ernstige sociale, emotionele en/of gedragsproblemen, ook in combinatie met een autisme spectrumstoornis.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen die door een motorische en/of meervoudige beperking het gewoon onderwijs tijdelijk of permanent niet kunnen volgen.
Het buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 2 richt zich tot kinderen met een matige of ernstige mentale beperking. Bij De Leerexpert kunnen deze leerlingen een volledig leertraject volgen op dezelfde locatie, van kleuter tot schoolverlater.
Het ondersteuningsteam type 7 biedt ondersteuning in het basis- en secundair onderwijs voor kinderen en jongeren met een spraak-taalontwikkelingsstoornis en voor dove en slechthorende kinderen en jongeren.
Er bestaan acht types en elk type komt overeen met een categorie leerlingen: type 1: lichte mentale achterstand. type 2: matige of ernstige mentale achterstand. type 3: gedragsproblemen en/of emotionele problemen.
Voor leerlingen waarvoor de redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs ontoereikend en disproportioneel zijn. Er is geen specifieke diagnose aan dit type verbonden. Leerling heeft een IQ lager dan 60 en er zijn belangrijke beperkingen binnen het sociaal aanpassingsgedrag.
Type basisaanbod: voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften voor wie het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar is in een school voor gewoon onderwijs. Dit type vervangt vanaf september 2015 geleidelijk de types 1 en 8.
Wat kan je behalen - Wat na "BuBaO type 2" ? Wanneer de onderwijsinspectie het gevolgde onderwijs als gelijkwaardig* beschouwt met de leerdoelen van het gewoon lager onderwijs, kan een getuigschrift basisonderwijs worden behaald. Dit is volledig gelijkwaardig aan een getuigschrift behaald in het gewoon basisonderwijs.
In een school voor buitengewoon onderwijs is gespecialiseerde hulp aanwezig. De kinderen krijgen er aangepast onderwijs en aangepaste opvoeding, verzorging en behandeling. Het buitengewoon lager onderwijs is ingedeeld in types, volgens de speciale zorg die de kinderen nodig hebben.
Ondersteuning is flexibel en op maat
Samenwerkingsverbanden tussen scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs en ondersteuningsnetwerken zijn in de plaats gekomen van het geïntegreerd onderwijs (GON) en het project inclusief onderwijs voor leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke beperking (ION).
Type 9 onderwijs is er voor kinderen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben en ondanks begeleiding niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Het buitengewoon secundair onderwijs (BUSO) richt zich tot jongeren met een handicap of jongeren met leer- of opvoedingsmoeilijkheden. Het buitengewoon secundair onderwijs is opgedeeld in types: Type basisaanbod: kinderen met een lichte mentale handicap en kinderen met leerstoornissen.
BuLO staat voor Buitengewoon Lager onderwijs. Dit is buitengewoon onderwijs voor kinderen van 6 tot 13 jaar. BuSO staat voor Buitengewoon Secundair Onderwijs. Dit is buitengewoon onderwijs voor jongeren van 13 tot 21 jaar.
Om uw kind een individueel aangepast curriculum (IAC) te kunnen laten volgen in een school voor gewoon onderwijs of om te kunnen inschrijven in het buitengewoon onderwijs, hebt u een verslag nodig van een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB).
Een speciale school is iets anders dan een bijzondere school. Speciaal onderwijs is er namelijk voor leerlingen die niet meekomen op reguliere openbare of bijzondere scholen. Op een speciale school krijgen zij dan intensievere of specialistische begeleiding.
Het M-decreet (decreet van 21 maart 2014 - maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften) geeft aan hoe Vlaamse scholen moeten omgaan met leerlingen die door een beperking de lessen in een gewone school niet zomaar kunnen volgen. Inclusief onderwijs is nu de eerste optie.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
Als een kind of een jongere minimaal 6 maanden lang opstandig, negatief, vijandig en zelfs gewelddadig gedrag vertoont wordt dit gedefinieerd als een gedragsstoornis. De twee belangrijkste gedragsstoornissen zijn de ODD (oppositional defiant disorder) en CD (conduct disorder).
Type 3 is er voor kinderen met een emotionele of gedragsstoornis die geen verstandelijke beperking (type 2) hebben.