Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis.Dit betekent dat taal in de hersenen minder goed wordt verwerkt. Een kind met TOS heeft bijvoorbeeld grote moeite met praten of het begrijpen van taal.
Kinderen die een taalontwikkelingsstoornis hebben, komen in aanmerking voor een onderwijs- of ondersteuningsarrangement. Een onderwijsarrangement geeft toegang tot een speciale school. Een ondersteuningsarrangement is nodig voor ambulante begeleiding op een reguliere school.
De definitie van TOS is als volgt: 'Een TOS wordt gedefinieerd als een beperking in taalbegrip en/of taalproductie waarbij de taalproblemen niet kunnen worden verklaard door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen.
Kinderen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben of slechthorend, doof of doofblind zijn, hebben recht op passend onderwijs. 'Regulier als het kan, speciaal als het moet', zegt de Wet passend onderwijs.
Kinderen met een TOS laten bijvoorbeeld nooit repeterend of compulsief gedrag zien, terwijl dit kenmerkend is voor ASS. In haar lezing onderscheidt Ingrid Feiter sociale communicatieve taalvaardigheden van pragmatische taalvaardigheden.
Injectie met pijnstillers of botox in een spier of verschillende spieren. Behandeling via het bloedvat vanuit de lies of arm waarbij we bijvoorbeeld dotteren of een stent plaatsen. In sommige gevallen combineren we deze behandeling met een IVUS.
Een blootstellingsachterstand kan een kind nog inhalen; een taalstoornis blijft. Ongeveer 75% van de kinderen die op 5-jarige leeftijd een diagnose TOS heeft, heeft die diagnose op 12-jarige leeftijd nog steeds. Kinderen met TOS vormen een gevarieerde groep.
TOS door de jaren heen
TOS ontstaat bij jonge kinderen, maar verdwijnt niet wanneer zij volwassen worden. Door begeleiding en behandeling leren zij nieuwe taal. Ze worden beter verstaanbaar, leren taal beter begrijpen, leren meer woorden en hun zinnen worden langer.
Er is sprake van TOS samenhangend met 'X' als er naast de taalproblemen een duidelijk aanwijsbare en/ of vastgestelde ontwikkelings- of zintuiglijke stoornis bestaat. In alle andere gevallen spreken we van TOS. De toevoeging specifieke TOS wordt hierbij losgelaten.
Opvallend veel kinderen met TOS hebben ook dyslexie. Dyslexie is een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau. TOS en dyslexie zijn allebei taalstoornissen, maar de eerste uit zich in de mondelinge taal, terwijl de andere betrekking heeft op de schriftelijke taal.
TOS is een taalstoornis die aangeboren is of is ontstaan in de eerste twee levensjaren. De stoornis wordt veroorzaakt door (nog) niet aantoonbare problemen in de hersenen. Bij TOS zijn er problemen in de taalvaardigheid en in de spraak. Dit heeft invloed op het begrijpen van taal en/of het spreken.
Kinderen met TOS met NVIQ 70-85 hadden ook baat bij taaltherapie (Fey, Long & Cleave, 1994). Uitkomstmaat grammaticale vaardigheden. Is het niet-verbale IQ belangrijk voor de diagnose en behandeling van TOS? Gebruik van niet-verbale intelligentie quotient bij TOS 1.
De wijze van diagnose van een spraakstoornis hangt af van het type spraakstoornis (stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ...). In de meeste gevallen zal een logopedist en/of arts betrokken zijn bij de diagnosestelling.
TOS kan erfelijk zijn, maar dat hoeft niet. Soms adviseert de logopedist, leerkracht of arts een algeheel ontwikkelingsonderzoek, omdat TOS kan samenhangen met andere stoornissen.
In dit boek leer je wat taal voor impact heeft op kinderen en jongeren met een Taal Ontwikkelingsstoornis (TOS). De situaties die in dit boek worden beschreven komen voort uit ervaringen vanuit de praktijk. Benieuwd hoe ik, iemand die zelf TOS heeft de wereld bekijkt?
Om een diagnose te kunnen stellen, worden verschillende onderzoeken gedaan door verschillende specialisten met een ander expertisegebied: een uitgebreid taalonderzoek (logopedist) een onderzoek naar de verstandelijke mogelijkheden (psycholoog of orthopedagoog) een neurologisch onderzoek (kinderneuroloog)
Hoe ontstaat afasie? Afasie ontstaat door hersenletsel. De oorzaak van zulk hersenletsel is meestal een bloedvataandoening. Soms is een verwonding van de hersenen (hersentrauma) of een gezwel in de hersenen (hersentumor) de oorzaak.
Er bestaan drie vormen van TOS: Een neurogene variant (NTOS): de zenuwbundel is bekneld. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld last hebben van een tintelend gevoel, krachtverlies, een doof en/of vermoeid gevoel van de arm, hand en/of vingers. De klachten nemen vaak toe bij het heffen of gebruiken van de arm.
Kinderen met een taalontwikkelingsachterstand herken je aan het feit dat hun taalontwikkeling langzamer gaat dan gemiddeld bij leeftijdsgenoten. Ze leren onder andere langzamer praten, hebben meer moeite met het begrijpen van andere mensen en hun woordenschat is kleiner.
Op leeftijd van drie jaar is 50% tot 70% van wat het kind zegt verstaanbaar voor anderen, op leeftijd van vier jaar is dat 75% tot 90%. Vanaf de leeftijd van vijf à zes jaar is er sprake van verfijning van het taalgebruik (met name de grammatica) en verdere uitbreiding van de woordenschat.
Tussen twee en drie jaar gaat je kind ook verhalen vertellen, spontaan of bij afbeeldingen. En wat je kind zegt is steeds beter verstaanbaar. Als je kind drie jaar is heeft het al een hele woordenschat. Het begrijpt gemiddeld 1.250 woorden en kan ongeveer 1.000 woorden zeggen.
Soms heeft een kind een probleem in het taalsysteem. Dit kan dysfasie zijn. Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen.
Veel kinderen met TOS hebben niet de sociale problemen die autisme kenmerken, maar sommige hebben wel milde autistische trekjes. Er is een groot verschil in de beschikbare hulp voor kinderen met de diagnose autisme en kinderen met de diagnose TOS.