Een afwijkende functie van de tong heeft grote gevolgen voor het vermalen van het voedsel, het vormen van een goede voedselbrok en het slikken. Afwijkend slikgedrag gaat meestal met tongpersen gepaard, naar voren of opzij.
Voorbeelden van een protrale tongpers:
Logopedie (OMFT) is geïndiceerd om de oorzaak van de afwijkende gebitsstand weg te nemen. Met OMFT zal ook de kans op relaps bij een orthodontische behandeling (met afwijkend tonggedrag) afnemen.
Soms verplaatst de tong zich tijdens het slikken naar voren. Dit heet een tongpers. Deze drukkende beweging op de voortanden kan ervoor zorgen dat de tanden gaan wijken. Het gevolg is een open beet of een overbeet.
Je tong moet losjes tegen je boven gehemelte(bovenkaak) liggen. Ontdek de juiste plek voor je tong. Als je de juiste plek voor je tong hebt gevonden, dan moet je je tong 'leren' om altijd op deze plek te liggen. Dit kun je oefenen door er zo vaak mogelijk aan te denken.
De tong is gemaakt om tegen het gehemelte te rusten. Het puntje van de tong ligt daarbij tegen de 'papilla incisiva', het kleine bolletje in het midden van je gehemelte vlak achter je bovenste snijtanden.
Tijdens de rustpositie van de tong ligt de voorrand van de tong net achter de boventanden, tegen de harde rand van het gehemelte. De zijranden van de tong liggen tegen de binnenkant van de bovenkiezen. De kiezen raken elkaar net niet en de lippen raken elkaar zonder spanning.
Vaak zien we ook daar een lage tongligging oftewel een 'luie' tong. Doordat de tong niet in de bovenkaak ligt (wat normaal wenselijk is), kan de bovenkaak te smal blijven, waardoor er onvoldoende ruimte is voor het 'grote' gebit.
De exacte oorzaak van tandenknarsen en kaakklemmen is moeilijk te achterhalen. Slaapstoornissen, stress, alcoholgebruik, roken, bepaalde medicijnen en drugs (bijvoorbeeld XTC) worden in verband gebracht met knarsen en klemmen.
Oefen de tongspieren
De onderkaak mag ook hierbij niet meebewegen. lik met de tong de lippen af (smeer er iets lekkers op, bijvoorbeeld pindakaas of jam). wijs met de tongpunt één voor één alle tanden en kiezen aan. 'poets' alle tanden en kiezen met de tongpunt aan de voor- en achterkant.
Het advies bij een gespannen kaak is dan ook om rust te nemen. Maak tijd om te ontspannen, een warm bad of een lange wandeling doet vaak goed en kruip op tijd in je bed. Slaap is het beste medicijn. Probeer te achterhalen hoe het komt dat je last hebt van kaakklemmen.
De tong wordt dan tussen de tanden geperst. Doordat de tong telkens tegen de tanden duwt, kunnen die scheef gaan staan. Ook tijdens het spreken kan de tong tussen de tanden komen. Slissen is het gevolg; het spreken wordt er vaak onduidelijk van.
Door regelmatig met ijsklontjes te blijven koelen is zwelling zo veel mogelijk te voorkomen. Meestal is de wond na vier weken volledig genezen.
Bij een tongontsteking krijg je last van een branderig of tintelend gevoel aan de tong. Je tong kleurt rood of donkerpaars, of krijgt witte uitslag. De smaakpapillen op de tongrug kunnen glad en pijnlijk zijn. Daarnaast zwelt je tong op, waardoor je pijn kan krijgen bij het spreken en slikken.
In de strijd tegen een onaangename brandende tong en mond, ongeacht de directe oorzaak, is het van belang om te beginnen met het verbeteren van de mondhygiëne. Poets je tanden tweemaal per dag met een tandenborstel met zachte borstelharen en gebruik een fluoride tandpasta.
De gevolgen van bruxisme
Tandenknarsen kan veel nadelige gevolgen hebben. Je tanden en kiezen kunnen erg beschadigen. Bijvoorbeeld door afslijting of door het afbreken van stukken glazuur of vulling. Het barsten van de tand of kies zelf behoort ook tot de gevolgen, maar dit komt minder vaak voor.
Duw uw duim zachtjes tegen uw wang. Beweeg dan uw duim van beneden naar boven over de spier achter in uw mond. Gebruik de vingers van dezelfde hand om de beweging aan de buitenkant te begeleiden. Ook met de wijsvinger kunt u naar de holte net achter de laatste kies gaan en hier met de tip van de vinger rustig masseren.
Bij hevig tandenknarsen gaat een knarsbitje gemiddeld 3 tot 4 maanden mee.
Infantiele slikgewoonte betekent dat een kind op latere leeftijd nog slikt als een baby. Tijdens het slikken wordt de tongpunt tussen de boven- en benedentanden door tegen de onderlip gedrukt en worden de lippen op elkaar geperst, alsof ze nog een tepel/speen moeten vastklemmen.
Kruisbeet. Een gebitsafwijking waarbij de tanden en kiezen niet goed op elkaar sluiten. Normaal gesproken sluiten de tanden en kiezen van het bovengebit net iets over de tanden en kiezen van het ondergebit. Bij een kruisbeet is dit niet het geval.
Een goede motoriek van de tong, lippen en wangen is belangrijk om goed te ademen, spreken, eten en drinken. Mondmotorische problemen kunnen zich voordoen op alle leeftijden. Vaak uit het zich op verschillende manieren.
Op deze manier kunt u de mond opendoen totdat één vinger gemakkelijk tussen de tanden gebracht kan worden. Bij verder openen van de mond glijdt het kaakkopje wel naar voren toe. Een normale opening is twee vingerbreedten en de maximale opening is drie vingers breed.
Trismus is het ongecontroleerde onvermogen om de mond of kaak te openen. Trismus maakt veel dagelijkse dingen lastig – kauwen, slikken, praten, tandenpoetsen, zelfs ademhalen. De aandoening kan veroorzaakt worden door tandproblemen, kanker en kankerbehandeling, een operatie, trauma, of andere factoren.
De fysiotherapeut kan behandelen door het geven van een ontspanningsmassage rond de kaak en schouderregio. Dit vooral om de spanning van de spieren die de kaak bewegen terug te brengen. Daarnaast kan de fysiotherapeut door middel van biofeedback de patiënt leren de kaken te laten ontspannen.