Een baby rolt op zijn buik, en weer terug naar zijn rug, als hij zo'n negen maanden oud is. Vanaf dat moment kan hij ook gaan tijgeren: het kindje trekt zich met arm of armen vooruit (eerst een poosje achteruit) op de buik.Daarna volgt meestal al vrij snel ook kruipen op handen en knieën.
Tussen de 7 en 8 maanden gaan de meeste baby's tijgeren, al ontwikkelt elk kind zich natuurlijk op zijn eigen tempo. Hierbij ligt je baby op zijn buik, zet hij zich met de voetjes af en trekt hij zich met zijn armen vooruit.
De spieren zijn als het ware getraind om te gaan kruipen. Rond dezelfde leeftijd als het beginnende kruipen gaat hij vaak ook voor het eerst proberen om te zitten. Vaak begint het kruipen met het afzetten van de voetjes en het vooruit trekken van de armpjes. Dit noemen we tijgeren.
De meeste baby's zijn gemiddeld tussen de 7 en 10 maanden als ze gaan kruipen. Maar er zijn ook baby's die pas later gaan kruipen (of gaan billenschuiven) of de hele kruipfase overslaan en meteen gaan lopen. Ook hier geldt: maak je niet gelijk zorgen als het bij jouw baby anders gaat.
het kind in buiklig op de grond leggen, met allerlei speeltjes in een kring om hem heen. neus tegen neus met het kind op de grond liggen en samen spelen. met een spiegel voor het kind in buiklig op de grond gaan liggen.
Als je baby gaat billenschuiven, is dat in principe niet erg. Het is een normale variant in zijn ontwikkeling, een alternatief voor kruipen. Billenschuiven kan wel wat gevolgen hebben voor de ontwikkeling van je kind.
Naar achteren tijgeren op de buik: dit leren baby's gemiddeld tussen de 7 en 8 maanden. Naar voren tijgeren op de buik:baby's leren gemiddeld tussen de 8 en 9,5 maanden om naar voren te tijgeren op hun buik door zich met de armen voort te trekken en met de benen af te zetten.
Tussen de voedingen door hebben sommige baby's behoefte om te zuigen. Sommige baby's hebben een grote zuigbehoefte en willen graag langer zuigen, ook al hebben ze geen honger. Een fopspeen kan dan helpen.
Er is sprake van hoogdbegaafheid als een kind een IQ hoger dan 130 heeft. Vaak zijn ze ook creatiever in hun denkwijze en hebben ze veel doorzettingsvermogen. Er is wel een verschil tussen hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong. Kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling, hebben een ontwikkelingsvoorsprong.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Een baby rolt op zijn buik, en weer terug naar zijn rug, als hij zo'n negen maanden oud is. Vanaf dat moment kan hij ook gaan tijgeren: het kindje trekt zich met arm of armen vooruit (eerst een poosje achteruit) op de buik. Daarna volgt meestal al vrij snel ook kruipen op handen en knieën.
Tijdens het kruipen gaat het kind in een gekruist patroon gaan bewegen en moeten linker en rechter lichaamshelft samenwerken. Ook armen en benen moeten gecoördineerd samenwerken. Daarnaast wordt tijdens deze fase het evenwicht intensief getraind. Kinderen die niet kruipen, missen deze specifieke “training”.
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.
In de eerste maanden is de rug van je baby namelijk rond en niet sterk, waardoor rechte zitpositie niet bevorderlijk is voor de ruggenwervel en de rugspieren.
Sommige baby beginnen hier al mee rond 4 maanden, maar de meeste baby's leren het omrollen als ze ongeveer 6 maanden oud zijn. Vaak rolt hij eerst van zijn buik naar zijn rug. Het kost je baby namelijk meer kracht om van zijn rug naar zijn buik te rollen.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Eigenschappen van een hoogbegaafde in de babytijd uiten zich soms al vroeg. Zo kan een hoogbegaafde soms al met een week zijn hoofdje optillen en maakt een erg alerte indruk. Ze maken eerder oogcontact met hun ouders en beginnen eerder met echt lachen. Hierbij hebben we het niet over de stuipjes die baby's vaak hebben.
Temperament is de primaire, aangeboren manier waarop je baby reageert op haar omgeving. Het karakter van je baby wordt gevormd door haar temperament en haar omgeving. Een karakter is dus niet aangeboren, maar moet zich nog ontwikkelen. Het karakter groeit vervolgens door de jaren heen uit tot de persoonlijkheid.
Speenzuigen kan de stand van de kaak en de tanden negatief beïnvloeden. De veranderingen zijn te zien bij het melkgebit, maar het effect werkt niet door op het volwassen gebit. Als je baby stopt met de speen voor hij zijn melkgebit gaat wisselen, is de kans op gebitsproblemen erg klein.
Blijf de fopspeen controleren
Trek even flink in alle richtingen aan het zuiggedeelte. Vervang de fopspeen van je baby iedere 6 weken. Dit is een Europese richtlijn.
Risicofactoren wiegendood
Onveilig beddengoed, door bijvoorbeeld een hoofdkussen voor volwassenen te gebruiken of je baby te diep in het deken in te stoppen. Je kind te warm aankleden of onderstoppen. Meeroken tijdens de zwangerschap: daarom is het zo belangrijk dat ook je partner stopt met roken.
Meestal stappen kinderen tussen de 8 en 15 maanden aan de hand, en volgen de eerste losse stapjes rond 12-15 maanden. Het zelfstandig lopen verschilt van kind tot kind. Sommige kleintjes kunnen het pas op 18 maanden terwijl enkele uitzonderingen al stappen voor hun eerste verjaardag.
Je kindje bereikt de eerste twee jaar van zijn leven vele mijlpalen als het gaat om zijn motorische ontwikkeling. Je vinger vastpakken, op de buik rollen, kruipen, lopen: voor alles is er een eerste keer. Ontdek welke motorische fases je kind doormaakt, voordat hij kan lopen.