In principe is stikstof geen probleem. Sterker nog, het is een voedingsstof voor planten. Het wordt een probleem als er te veel stikstof neerslaat. In Nederland is dat al decennia aan de hand: de opeenstapeling van stikstof in de bodem is schadelijk.
De stikstofproblematiek is het schadelijke gevolg voor ecosystemen van een overschot aan uitstoot van reactieve stikstofverbindingen in de stikstofkringloop door menselijke toedracht. Een gevolg van de stikstofdepositie in ecosystemen is eutrofiëring.
De depositie van stikstofoxiden en ammoniak zorgt ervoor dat de bodem rijk wordt aan voedingsstoffen. Dat is vooral in natuurgebieden een probleem. Zeldzame planten die het juist goed doen op voedselarme grond, verdwijnen daardoor. Zo verdringen de brandnetels bijvoorbeeld de orchideeën.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
6. Heeft alleen Nederland een stikstofprobleem? Nee, de Habitatrichtlijn van de EU verlangt van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen.
De Nederlandse stikstofuitstoot is de hoogste van Europa: per hectare stoten we ongeveer 4 keer zo veel uit als het EU-gemiddelde. Van de Nederlandse uitstoot naar de lucht bestaat ongeveer 65% uit ammoniak (NH3) en 35% uit stikstofoxiden (NOx).
"Als het over absolute aantallen gaat, is China veruit koploper in de stikstofuitstoot", zegt hoogleraar Wim de Vries (Universiteit Wageningen). "In delen van het land stoten ze zelfs per hectare veel meer uit dan wij, maar gemiddeld over het hele land is het minder."
Stikstof komt overal
Als alle boeren elk jaar tot 2030 vijf procent van hun veestapel inkrimpen komen we een heel eind. Zij moeten ook zorgen voor minder gebruik van kunstmest, pesticiden, voor normale graslanden en krijgen meer land beschikbaar per dier.
Stikstofoxiden, de andere vorm van stikstofuitstoot, komen vooral door verbranding van fossiele brandstoffen door verkeer, de energiesector en de industrie. Uit de lijst van 100 grootste bronnen van stikstofoxiden blijkt dat Schiphol, na Tata Steel, een van de grootste bronnen van stikstofoxiden is.
Zonder stikstof zouden er geen cellen zijn, geen leven. Omdat het element essentieel is voor de opbouw van eiwitten. Maar terwijl grote landbouwregio's te veel stikstof in de natuur brengen, neemt het gehalte aan bruikbare stikstof in veel ecosystemen al decennialang af.
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
De reden dat er nu veel bouwprojecten stil liggen is dat er tijdens het bouwen van een gebouw of weg veel stikstof wordt uitgestoten in omliggende Natura2000 gebieden. De oorzaak van deze uitstoot is groot materieel, zoals graafmachines, vrachtwagens, kranen, bulldozers en shovels.
In Duitsland is een stikstofvergunning pas nodig als door een nieuwe activiteit meer dan 7 mol stikstof (100 gram) per hectare per jaar neerslaat in een Natura 2000-gebied. Bovendien hanteren de Duitsers ook nog een foutenmarge van 20 procent.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
De grootste bron is nog altijd de landbouw, vanwege de uitstoot van ammoniak (zie kader). Natuur- en landbouwgebieden liggen als een lappendeken over Nederland verspreid. Sommige boeren stoten meer stikstof uit dan andere boeren, en het is niet altijd duidelijk hoeveel van die uitstoot in natuurgebieden terechtkomt.
De meeste planten kunnen stikstof alleen in minerale vorm uit de bodem opnemen. Verbindingen met stikstof komen ook voor in explosieven. Veel chemische verbindingen zoals ammoniak, salpeterzuur, nitraten en cyaniden bevatten stikstof.
Centraal in het probleem in Nederland staat de uitstoot van ammoniak uit de landbouw en stikstofoxiden uit verbrandingsmotoren. Deze stikstofverbindingen slaan weer neer in droge en natte depositie. In het water en de bodem vinden omzettingen plaats waarbij ook weer gasvormige N2 kan ontstaan.
Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten.
De hoeveelheid stikstof die in Nederland wordt uitgestoten is ongeveer 170 miljoen kilogram. Van deze 170 miljoen kilogram komt ca. 60 miljoen kilogram weer neer in Nederland. Maar er gaat dus ook zo'n 110 miljoen kilogram de grens over.
Waarom is teveel stikstof slecht voor natuur? Wanneer stikstof in natuurgebieden terechtkomt, verstoort het daar de natuurlijke stikstof balans in de bodem. Planten die goed zijn aangepast aan een stikstof-rijke bodems (stikstofminnende planten), zoals grassen, bramen en brandnetels hebben dan een voordeel.
De stikstofcrisis is een crisis in Nederland die in mei 2019 ontstond toen de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het Programma Aanpak Stikstof (PAS) van de overheid ongeldig verklaarde.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
Bij het rijden op benzine komt per kilometer 21 gram stikstofdioxide in de lucht. Bij het rijden op diesel is dat 365 gram per kilometer. Ook nieuwe auto's die op diesel rijden, stoten meer stikstofdioxide uit dan elektrische auto's, en ook meer dan auto's die op benzine rijden.
Bij de stikstofcrisis van de laatste jaren draait het om twee stofjes: stikstof uit verkeer (NOx) en stikstofverbindingen uit boerenbedrijven, meestal in de vorm van ammoniak. Deze slaan neer in de natuur en werken als voedingsstof. Daardoor groeien sommige planten beter dan andere.