De Theory of Mind is het vermogen om je in de ander te verplaatsen en om het gedrag van de ander te kunnen begrijpen, verklaren en voorspellen. Als dit vermogen minder goed ontwikkeld is, begrijp je jezelf en anderen minder goed. Sociale situaties kunnen dan meer lastig voor je zijn.
Die vaardigheid om je in een ander te verplaatsen noemen we 'Theory of Mind'. Uit een serie onderzoeken waarbij niet alleen naar het gedrag, maar ook naar de hersenactiviteit van deelnemers werd gekeken, is nu gebleken dat mensen met autisme vooral moeite hebben om zich spontaan in te leven in een ander.
Theory of Mind (ToM) is een term uit de psychologie. Het beschrijft het concept en begrip dat iemand heeft van de belevingswereld en het perspectief van andere mensen. Iemand met een theory of mind beseft dat de eigen opvattingen, verlangens, ervaringen en emoties kunnen verschillen van die van een ander.
Gebruik. De TOM test-R is een interview dat bij de jeugdige wordt afgenomen door een daartoe bevoegde diagnostici, dan wel onder supervisie van een bevoegde diagnosticus. De afnemer laat een plaat zien en stelt daar vragen over. In de handleiding worden voorbeelden gegeven van goede antwoorden.
Een gebrekkige TOM
Een voorbeeld hiervan is het volgende: Wanneer Bas (een kind met autisme) het kasteel van zijn broertje kapot maakt omdat hij de blokken nodig heeft en zijn broertje daarna gaat huilen, ziet Bas hier niet direct een verband tussen. Hij zal niet begrijpen waarom zijn broertje huilt.
De theory of mind start in de peuter-kleutertijd (vanaf 2-3 jaar). Het kind begrijpt percepties, emoties en wensen. De volgende fase is van 4 tot 5 jaar waarin het kind te maken krijgt met false beliefs, onderschatting wanneer mentale activiteit plaatsvindt en het rapporteren over eigen gedachten is gebrekkig.
1985Baron-Cohen
De Theory of Mind hypothese van autisme werd voor het eerst gesteld in een artikel van de Britse cognitieve wetenschapper Uta Frith en haar PhD-kandidaat Simon Baron-Cohen.
Kinderen met autisme hebben moeilijkheden in het ontwikkelen van sommige executieve functies. Deze functies hebben invloed op je gedrag, handelen en leren, doordat ze een aansturende en controlerende functie hebben voor je hele doen en laten. Deze aansturing gebeurt grotendeels onbewust.
First order belief: denken over iets. Het kind denkt zelf over iets na. (Het is vandaag dinsdag) Michel denkt dat Sanne morgen jarig is. Kinderen verwerven rond hun derde of vierde levensjaar, first order belief.
Het is de ervaring van iemand die 'voorkennis' heeft van wat een ander tegemoet gaat, zonder te kunnen ingrijpen. Het kan de vorm aannemen van voorpret, meeleven of leedvermaak, maar altijd is er de botsing tussen de realiteit en het idee dat de ander daarvan heeft.
De TOM-training - gebaseerd op de Theory Of Mind - bevordert bij kinderen van 4 tot en met 12 jaar met een autisme-spectrum stoornis de sociaal-cognitieve ontwikkeling, waardoor zij minder kwetsbaar zijn en zich in sociale situaties meer adequaat kunnen gedragen.
state of mind zelfstandig naamwoord
geestesgesteldheid zelfst. nw. gemoedsgesteldheid zelfst. nw.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Bij onderprikkeling komen er minder prikkels binnen dan nodig is. Kinderen en volwassenen met autisme die heen en weer wippen, of ergens aan friemelen, doen dat om actief te blijven. Ook het 'tollen om de eigen as' is een voorbeeld van onderprikkeling.
Met autisme naar het buitengewoon onderwijs
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
De DSM-5 geeft de ernst van de symptomen en kenmerken aan in drie graden, met een indicatie voor de ondersteuning die nodig is. Graad 1: je hebt problemen door tekorten in de sociale communicatie (verbaal en non-verbaal), interactie en gebrek aan flexibiliteit.
Het is niet bekend wat de precieze oorzaak van autisme is. Wel weten we steeds meer over welke zaken van invloed zijn. Voorbeelden hiervan zijn erfelijkheid en de leeftijd van ouders bij de bevruchting. Autisme wordt deels veroorzaakt door erfelijke factoren.
De executieve vaardigheden zijn: reactie-inhibitie, werkgeheugen, emotieregulatie, volgehouden aandacht, taakinitiatie, planning/prioritering, organisatie, timemanagement, doelgericht gedrag, flexibiliteit en metacognitie.
Trainen van executieve functies
Ook laat onderzoek zien dat EF verbeterd kunnen worden door ze direct te trainen. Hierbij is er met name gekeken naar werkgeheugen. Lange tijd werd gedacht dat de capaciteit van het werkgeheugen constant is en niet vergroot kan worden.
Het cognitivisme is een leertheorie en beschrijft hoe mensen kennis verwerven, ordenen en gebruiken in hun gedrag. Er wordt bij het cognitivisme vooral gekeken naar het waarnemen en verwerken van informatie. Ook geeft het cognitivisme inzicht in de verwerkingsprocessen die in de hersenen van mensen plaatsvinden.
Jean Piaget (Neuchâtel, 9 augustus 1896 - Genève, 16 september 1980) was een Zwitsers psycholoog die de cognitieve psychologische ontwikkeling van kinderen bestudeerde.
De theorie van de zwakke centrale coherentie is één van de verklaringsmodellen voor ASS. Deze theorie stelt dat mensen met ASS een voorkeur hebben voor het waarnemen van details en moeite hebben met het zien van het geheel.