Het Supermodernisme is een naam voor een wijd verbreide stroming in de bouwkunst die meer belang hecht aan het presenteren van een "statement" ("daadstellen"), opvallen, imponeren ("look at me"), overdonderen, hoewel er iets minder natuurlijke uitstraling is (de uitstraling wordt veroorzaakt door de vorm van het ...
In de nieuwbouwwijken herleeft het traditionalisme als Neotraditionalisme of Nieuw Traditionalisme met historiserende woningen in baksteen en hout. Verschillende kleuren baksteen en in hoogte verspringende daken suggereren kleinschaligheid. De gebouwen hebben hellende (pannen)daken.
bouwstijl. Ook: stroming, architectuur. Het geheel van de kenmerken waardoor de gebouwen van een bepaald tijdvak, volk of architect zich van andere onderscheiden (Van Dale).
Kenmerken van het modernisme zijn: experimenteel, radicaal, readymade, primitief, internationaal, expressieve waarheid, kunst en kunstnijverheid en het onderbewustzijn.
Wat is een architectuurbeweging? Architectuurbewegingen gebruiken het ontwerp van gebouwen als een uitdrukking van de sociale, culturele en economische overtuigingen van een gemeenschap, tijd en tijdperk .
De term classicisme omvat de algemene revival van de antieke oudheid. Strikt genomen valt dus ook de renaissance onder deze term. De term neoclassicisme kwam pas in het midden van de negentiende eeuw in gebruik. Tot die tijd sprak men over de ware stijl.
Bij het traditionalisme werd de vorm van het gebouw niet zoals bij het functionalisme bepaald door de functie, maar door de bestemming. Hierdoor kreeg elk type gebouw een karakteristieke vorm, waardoor er vooral belangrijke gebouwen als kerken en raadhuizen in deze stijl werden gebouwd.
Een culturele stroming is een trend of tendens in de kunst, literatuur, muziek, politiek, wetenschap, of andere gebieden van het menselijk leven, die een bepaalde periode of groep mensen kenmerkt.
Barokarchitectuur is een zeer sierlijke en dramatische stijl die ontstond in Italië in de late 16e eeuw en zich verspreidde door heel Europa in de 17e en 18e eeuw. Het wordt gekenmerkt door gedurfde, dynamische en ingewikkelde ontwerpen die de nadruk leggen op grandeur, weelde en theatraliteit.
Deze kenmerken zijn: functie, vorm, omgeving, materiaal, constructie en visie.
Kenmerken jugendstil
De stijl was uitbundig, sierlijk en asymmetrisch. En er werd veel gebruik gemaakt van siersmeedijzerwerk en glas-in-lood. Wat verder opvalt: de (licht)gekleurde bakstenen; soms waren hele gevels van witte of gele baksteen. Ook kregen de gebouwen vaak loggia's, torentjes en erkers.
In de eerste helft van de 19e eeuw schrijven sommige romantische auteurs onheilspellende verhalen met een opvallende fascinatie voor het duistere en het onverklaarbare. Deze periode wordt in Nederlandse literatuurgeschiedenissen vaak geduid als de zwarte romantiek.
Overal waren dichters, schilders en romanschrijvers te vinden die de nieuwe stroming aanhingen. De romantiek wordt gekenmerkt door vier eigenschappen: originaliteit in vorm en inhoud, aandacht voor onverklaarbare (bovennatuurlijke) zaken en voor de geschiedenis en het gebruik van tegenstellingen.
Alle literatuur die de oorlog als voornaamste onderwerp heeft, maar doorgaans is de term van toepassing op literatuur van en over de beide laatste wereldoorlogen.
Kenmerken van renaissancegebouwen zijn: het gebruik van de klassieke bouworden en precieze mathematische verhoudingen van hoogte en breedte, in combinatie met een verlangen naar symmetrie, juiste proporties en harmonie. Kolommen, frontons, bogen en koepels worden fantasierijk gebruikt in alle soorten bouwwerken.
Er wordt vooral gericht op de meest voorkomende architectuur in de huidige omgeving, dus niet zozeer Romaans en Gotiek, maar meer de deftige Lodewijkstijlen, Neostijlen, Jugendstil, Chaletstijl, Amsterdamse School, Modernisme, jarendertigbouw, wederopbouw, postmodernisme en nog veel meer.
Izomoh definieerde de Nigeriaanse Traditionele Architectuur (NTA) als een overgeërfde kunst en wetenschap van de vorige generatie op het gebied van planning en ontwerp, waarbij rekening wordt gehouden met het creëren van ruimte voor het individuele en publieke belang en de constructie van gebouwen met de beschikbare lokale bouwmaterialen.
De meest voorkomende, alternatieve naam voor Art Nouveau is Jugendstil. De naam is afkomstig van het kunst- en literatuurtijdschrift 'Die Jugend' dat vanaf 1896 in München verscheen. Met de term Jugendstil wordt voornamelijk art nouveau kunst uit Duitsland en Oostenrijk aangeduid.
De term renaissance is afkomstig van het Italiaanse rinascita en betekent letterlijk: hergeboorte of wedergeboorte. Het gaat daarbij specifiek om een hergeboorte van de belangstelling voor de klassieke cultuur. Met de renaissance wordt een culturele beweging aangeduid die rond 1300 ontstond in Italië.
In de kunstbeschouwing wordt de recente kunst vanaf de jaren zestig meestal hedendaagse kunst of actuele kunst genoemd. Eerdere uitingen van kunst van de 20e eeuw krijgen in de kunstgeschiedenis meestal de naam “moderne kunst”.
Modernisme in architectuur
Het werd ook wel Internationaal Modernisme of Internationale Stijl genoemd, naar een tentoonstelling van modernistische architectuur in Amerika in 1932 door de architect Philip Johnson.
Typologie is ook een vakterm in de architectuur, waarbij het gaat om het bepalen van de typen die de primaire kern van de stedelijke elementen (bouwwerken, straten, buurten, e.d.) vormen. Typologie heeft betrekking tot meerdere onderwerpen in de architectuur.
Een dynamische architectuur is een architectuur die gericht is op snelheid en flexibiliteit.
Romantische schrijvers idealiseerden hun onderwerpen en vermengden fantasie met werkelijkheid. Het realisme daarentegen, legde de nadruk juist op objectiviteit en feitelijke nauwkeurigheid. Dat het leven niet altijd leuk is, werd daarmee juist een belangrijk thema in hun kunst.