Handeling, of juist nalatigheid om te handelen, die bij wet strafbaar is gesteld. Strafbare feiten worden onderscheiden in overtredingen en misdrijven.
Een strafbaar feit, ook wel een 'delict' genoemd, is een gedraging die volgens de Nederlandse wet strafbaar is. Strafbare gedragingen zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht. In de volksmond zijn de termen 'delict' en 'misdrijf' synoniemen echter, juridisch betekenen deze begrippen niet hetzelfde.
Vier voorwaarden voor strafbaarheid
menselijke gedraging; 2. delictsomschrijving; 3. wederrechtelijkheid; 4. schuld.
Voorbeelden van overtredingen zijn: lichte verkeersovertredingen (zoals door het rode licht rijden, te hard rijden, etc.), openbaar dronkenschap, wildplassen, vandalisme, het overtreden van een verbod, enzovoort.
Een strafbaar feit of een delict is een in het recht omschreven gedraging waarop straf gesteld is. In het dagelijks spraakgebruik en in het Belgische strafrecht is misdrijf een synoniem voor delict. In het Nederlandse recht is een misdrijf echter een specifiek type delict.
Voorbeelden van een delictsomschrijving zijn te vinden het Wetboek van strafrecht. Wanneer een feit niet binnen een delictsomschrijving valt dan volgt er doorgaans een ontslag van alle rechtsvervolging, of het feit nu bewezen is of niet. Ook moet het strafbare feit wederrechtelijk zijn.
Zolang u een strafblad heeft, mag u sommige beroepen niet uitoefenen. Zoals advocaat, leraar of deurwaarder. Voor sommige beroepen heeft u een VOG (Verklaring omtrent gedrag) nodig. Een strafblad kan betekenen dat u geen VOG krijgt.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan baldadigheid, openbare dronkenschap, onverzekerd rijden, rijden zonder rijbewijs, gevaar op de weg veroorzaken en vele andere overtredingen komen altijd op het strafblad.
Lichte misdrijven (feit waarbij de verdachte niet meer dan 6 jaar gevangenisstraf opgelegd krijgt) Zware misdrijven (feit waarbij de verdachte meer dan 6 jaar gevangenisstraf opgelegd krijgt)
- Element schuld: verwijtbaarheid. Culpa is verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Uit de delictsomschrijving blijkt waar het op gericht moet zijn. - Onvoorzichtigheid: het is te voorzien dat er een gevolg zou ontstaan.
In Nederland zijn die strafbepalingen onder meer vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. Ook in andere wetgeving, zoals de Algemene douanewet en de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zijn strafbepalingen opgenomen. Al deze strafbepalingen vinden hun oorsprong in artikel 16 van de Grondwet.
Oneigenlijk omissiedelict: gaat het naar de wettelijke omschrijving om een commissiedelict dat toch ook door een nalaten kan worden begaan. Het betreft doorgaans materieel omschreven delicten, waarbij het gevolg door (verwijtbaar) niets doen wordt veroorzaakt.
Het doorsturen van naaktfoto's of - filmpjes zonder toestemming is strafbaar in Nederland. Strafrechtelijke vervolging is bijvoorbeeld mogelijk op grond van smaad (artikel 261 Sr).
Voorbeelden van eenvoudige belediging zijn het grof uitschelden van iemand, het opsteken van een middelvinger of het spugen in het gezicht. Eenvoudige belediging is strafbaar gesteld in artikel 266 Sr. Een bijzonder vorm van belediging is smaad/smaadschrift.
Wettige bewijsmiddelen zijn onder andere de eigen waarneming van de rechter, processen-verbaal van de politie, getuigenverklaringen, een aangifte of de verklaring van de verdachte zelf. Ten tweede moet de rechtbank de overtuiging hebben dat de verdachte daadwerkelijk de strafbare feiten heeft begaan.
Bij overtredingen blijven de gegevens 5 jaar bewaard (als er een taakstraf of vrijheidsstrafvoor is opgelegd blijven ze 10 jaar bewaard). Voor misdrijven blijft het 20 jaar; of 30 jaar bewaard (als de maximale straf van het strafbare feit 6 jaar of meer is) en. Bij zedenmisdrijven blijft het 80 jaar bewaard.
U kunt uw strafblad inzien. Daarvoor dient u een verzoek in bij de Justitiële Informatiedienst. Dit kan schriftelijk of per e-mail. Bij dit verzoek vermeldt u uw naam, adres en telefoonnummer.
Het misdrijf waarvan u werd verdacht, blijft op het strafblad staan, ook als het OM besluit om u niet (verder) te vervolgen (sepot) of als de rechter u vrijspreekt. Als u veroordeeld wordt voor een overtreding, dan krijgt u meestal een strafblad. Ook zonder veroordeling kunt u een strafblad krijgen.
Iedereen die bij de politie wil werken moet van onbesproken gedrag zijn. Om dit te onderzoeken onderga je een betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek, ook wel screening genoemd. Bij de politiescreening kijken we of er risico's zijn als jij bij de politie gaat werken. Hoe betrouwbaar ben jij?
Je kan de jeugdrechter vragen om de straf uit het strafregister te schrappen, als je de straf intussen vijf jaar geleden uitvoerde. Je kan dat gewoon per brief vragen aan de jeugdrechter. Onderteken je brief en zet de datum erop. Zeg duidelijk in je brief wat je wil laten schrappen.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
Ten eerste moet een onafhankelijke rechter – of in het geval van zware criminaliteit een volksjury in het Hof van Assisen – beslissen over schuld of onschuld. Het openbaar ministerie, die de Staat vertegenwoordigt, en de verdachte krijgen allebei de kans om met bewijsmateriaal schuld of onschuld te doen bewijzen.
De belangrijkste straffen zijn een boete, een taakstraf en gevangenisstraf. De rechter kan ook maatregelen opleggen. Daaronder valt bijvoorbeeld ontneming van geld dat door het misdrijf is verkregen, het betalen van schadevergoeding of – de meest ingrijpende – tbs.