Een strafbaar feit, ook wel een 'delict' genoemd, is een gedraging die volgens de Nederlandse wet strafbaar is. Strafbare gedragingen zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht. In de volksmond zijn de termen 'delict' en 'misdrijf' synoniemen echter, juridisch betekenen deze begrippen niet hetzelfde.
Vier voorwaarden voor strafbaarheid
menselijke gedraging; 2. delictsomschrijving; 3. wederrechtelijkheid; 4. schuld.
Handeling, of juist nalatigheid om te handelen, die bij wet strafbaar is gesteld. Strafbare feiten worden onderscheiden in overtredingen en misdrijven.
Strafbare feiten of delicten zijn menselijke gedragingen die vallen binnen de grenzen van de wettelijke delictsomschrijving, en wederrechtelijk en verwijtbaar zijn.
Het doorsturen van naaktfoto's of - filmpjes zonder toestemming is strafbaar in Nederland. Strafrechtelijke vervolging is bijvoorbeeld mogelijk op grond van smaad (artikel 261 Sr).
Voorbeelden van eenvoudige belediging zijn het grof uitschelden van iemand, het opsteken van een middelvinger of het spugen in het gezicht. Eenvoudige belediging is strafbaar gesteld in artikel 266 Sr. Een bijzonder vorm van belediging is smaad/smaadschrift.
Ten eerste moet een onafhankelijke rechter – of in het geval van zware criminaliteit een volksjury in het Hof van Assisen – beslissen over schuld of onschuld. Het openbaar ministerie, die de Staat vertegenwoordigt, en de verdachte krijgen allebei de kans om met bewijsmateriaal schuld of onschuld te doen bewijzen.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
Zie ook: Dood door schuld (Nederland). Dood door schuld is een delict waarbij de dood van het slachtoffer niet aan opzet te wijten is. Het is een strafbaar feit in verband met nalatigheid (gebrek aan voorzichtigheid en zorg) en staat dus in contrast met de opzettelijke levensdelicten doodslag en moord.
De wetgever deelt de misdrijven in, in drie categorieën: misdaden, wanbedrijven en overtredingen. Dit onderscheid is gebaseerd op de aard van de mogelijke straf: Een misdrijf waarop een criminele straf staat, is een misdaad.
Wettige bewijsmiddelen zijn onder andere de eigen waarneming van de rechter, processen-verbaal van de politie, getuigenverklaringen, een aangifte of de verklaring van de verdachte zelf. Ten tweede moet de rechtbank de overtuiging hebben dat de verdachte daadwerkelijk de strafbare feiten heeft begaan.
Wetgeving. In Nederland worden strafbare feiten onderverdeeld in misdrijven en overtredingen. Zij staan bijvoorbeeld in het Wetboek van Strafrecht.
Een strafbaar feit, ook wel een 'delict' genoemd, is een gedraging die volgens de Nederlandse wet strafbaar is. Strafbare gedragingen zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht. In de volksmond zijn de termen 'delict' en 'misdrijf' synoniemen echter, juridisch betekenen deze begrippen niet hetzelfde.
- Element schuld: verwijtbaarheid. Culpa is verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Uit de delictsomschrijving blijkt waar het op gericht moet zijn. - Onvoorzichtigheid: het is te voorzien dat er een gevolg zou ontstaan.
Oneigenlijk omissiedelict: gaat het naar de wettelijke omschrijving om een commissiedelict dat toch ook door een nalaten kan worden begaan. Het betreft doorgaans materieel omschreven delicten, waarbij het gevolg door (verwijtbaar) niets doen wordt veroorzaakt.
Als u aangifte doet bij de politie, dan stellen we samen met u de aangifte op. Wij stellen u vragen over het misdrijf en we vertellen wat uw rechten als slachtoffer zijn. Tijdens het aangifte doen of als klacht meldt, legt u een officiële verklaring af.
Getuigen à charge zijn getuigen die zijn opgeroepen door de officier van justitie. Zij hebben in de regel een belastende verklaring voor de verdachte. De verdachte en zijn advocaat kunnen op hun beurt ook getuigen laten oproepen. Dit zijn de getuigen à décharge.
Bijvoorbeeld om uw vingerafdrukken af te nemen of foto's te maken. De tijd tussen 0.00 uur en 9.00 uur telt hierbij niet mee. In totaal kan de politie u dus maximaal 18 uur vasthouden voor onderzoek. De (hulp)officier van justitie kan bepalen dat u langer op het bureau moet blijven voor verhoor.
De rechter vraagt de getuige naar zijn geboortedatum, beroep en woonplaats en of deze familie van de verdachte is. Een getuige is verplicht om de waarheid te spreken. Dat betekent niet dat de getuige verplicht is om op elke vraag antwoord te geven.
“Elke opzettelijke belediging (kan) […] hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan.”
Bedreigingen met bijvoorbeeld gewone mishandeling (zoals: 'ik sla je in je gezicht') of diefstal zijn daarom niet strafbaar. In andere wetsartikelen in het Wetboek van Strafrecht is soms wel bepaald dat de bedreiging met andere delicten ook strafbaar is.
Bedreiging kent veel vormen. Zo kun je bedreigd worden met zware mishandeling, met geweld tegen personen die je dierbaar zijn, met verkrachting, of zelfs met de dood. Al deze vormen van bedreiging zijn in Nederland strafbaar.