RENN4, het Regionaal Expertisecentrum Noord Nederland, is een gecertificeerde onderwijsorganisatie voor leerlingen met: (ernstige) gedragsproblematiek en/of psychiatrische stoornissen; leerproblematiek; verstandelijke beperking.
Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen; Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch); Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
De leerlingen in het speciaal basisonderwijs hebben meestal een IQ van 60 of hoger.
Het SBO is voor leerlingen die het op een reguliere basisschool (een gewone basisschool) niet redden. Deze leerlingen hebben een lichtere problematiek dan leerlingen op een SO-school.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de gewone basisschool. Leerlingen die leerproblemen en|of gedragsproblemen hebben. Kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben. Kinderen die het te moeilijk vinden om het op de gewone school bij te benen.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
De voordelen. Het belangrijkste voordeel van speciaal onderwijs is dat er extra aandacht is voor je kind, of dat nu een gedragsprobleem is of een psychische stoornis. Ook zijn de klassen een stuk kleiner en laat de docent de kinderen nooit alleen. De dochter van Michel – “een frietje moeilijk” – kwam “enorm tot rust”.
ZML-scholen voor leerlingen met een verstandelijke beperking. Leerlingen met een verstandelijke beperking kunnen naar een ZML-school (zeer moeilijk lerende kinderen).
Het vso is voor kinderen die de basisschool afgerond hebben. De meeste kinderen in het vso komen vanuit het speciaal onderwijs, maar ook kinderen uit het speciaal basisonderwijs of het regulier onderwijs kunnen soms terecht op het vso.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Bijzondere scholen kunnen leerlingen soms weigeren. Dat kan bijvoorbeeld als ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Voor aanmelding op een school voor voortgezet onderwijs moet de school zich baseren op het basisschooladvies.
Van 85 tot 115 spreek je van een normaal IQ. Boven de 115 is het IQ bovengemiddeld en boven de 130 spreek je van hoogbegaafd. Een IQ onder de 85 is beneden gemiddeld maar wordt ook wel zwakbegaafd genoemd. Een IQ tussen de 70 en 50 wordt licht zwakzinnig genoemd.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de reguliere basisschool. Het betreft leerlingen die leerproblemen en/of gedragsproblemen hebben. De kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben.
Gemiddeld verdienen leraren in het basisonderwijs en leraren in het speciaal (basis- en voortgezet) onderwijs zo'n € 5.100 per maand. In die berekening is rekening gehouden met de schalen en tredes van alle leraren (gewogen gemiddelde) in loondienst. Dit is gemiddeld ruim anderhalf keer het modale inkomen.
Het onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden is vanaf 1949 officieel erkend als type school binnen het buitengewoon onderwijs.
Elke school krijgt een vaste som geld voor het onderwijs aan een kind. Dat geldt voor gewone scholen en voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Daarnaast krijgt een school via het samenwerkingsverband een deel van het landelijk budget voor (extra) ondersteuning.
Onder cluster 4 vallen scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met psychiatrische stoornissen, stoornissen in het autistisch spectrum of ernstige gedragsproblemen en scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten.
SBO is een afkorting van Speciaal Basis Onderwijs: op SBO scholen zijn de groepen kleiner (max 17 leerlingen) dan in het regulier onderwijs, waardoor er meer aandacht kan zijn voor de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling.
De minimumleeftijd waarop scholen uw kind mogen toelaten tot het speciaal onderwijs is 4 jaar. Voor dove of slechthorende kinderen geldt een minimumleeftijd van 3 jaar. Uw kind moet het voortgezet speciaal onderwijs uiterlijk verlaten als het 20 is.
Leerroute 4 – uitstroomperspectief vso-zml
Leerlingen in leerroute 4 zijn leerlingen met zowel een lichamelijke beperking als een lichte verstandelijke beperking (IQ van 50-60).
Leerroute 5
Bestemd voor leerlingen met een IQ tussen 70 en 89 die een reguliere veilige of een semi beschutte (leer)omgeving nodig hebben en ondersteuning op afstand. Leren lezen, schrijven, rekenen en het ontwikkelen van sociale vaardigheden staan centraal.
Het vso valt namelijk voor de arbeidsvoorwaarden en het taakbeleid onder de cao van het primair onderwijs. “Ik merk dat nog steeds veel mensen dat niet beseffen”, zegt Loes Aarts. “Buiten en binnen het vso.” Het gehele speciaal onderwijs valt onder het primair onderwijs, een erfenis uit een ver verleden.
Er is een groot verschil tussen Pro en VSO. Pro is een schoolsoort. VSO is een vorm van ondersteuning. Toelating tot Pro gebeurt op basis van leerniveau en basisschooladvies zoals in de andere schoolsoorten zoals VMBO, Havo en VWO.
Passend onderwijs werd in 2014 ingevoerd en moest ervoor zorgen dat leerlingen met een beperking en gedragsproblemen beter begeleid zouden worden en vaker op een reguliere school kunnen blijven. Maar uit de recent verschenen Evaluatie Passend Onderwijs blijkt dat het niet alle verwachtingen zijn uitgekomen.
Een speciale school is iets anders dan een bijzondere school. Speciaal onderwijs is er namelijk voor leerlingen die niet meekomen op reguliere openbare of bijzondere scholen. Op een speciale school krijgen zij dan intensievere of specialistische begeleiding.