De Faillissementswet heeft als uitgangspunt dat wanneer een schuldenaar weet dat een faillissement niet meer te voorkomen is, alle schuldeisers gelijk moeten worden behandeld. De curator kan transacties die daarmee in strijd zijn vernietigen. Dit benadelend handelen wordt paulianeus handelen genoemd.
Ziet u uw faillissement aankomen, dan zou u kunnen besluiten om al uw bezittingen voor een laag bedrag te verkopen voordat het faillissement een feit is, zodat dit niet meer kan worden gedaan door de curator om schuldeisers terug te betalen. Dergelijke handelingen zijn strafbaar en kunnen dan ook worden teruggedraaid.
De actio pauliana (pauliaanse vordering) is het recht om op te komen tegen rechtshandelingen van een schuldenaar waardoor diens schuldeisers worden benadeeld.
Pauliana houdt in, dat indien een schuldenaar bij het verrichten van een onverplichte rechtshandeling wist of behoorde te weten dat benadeling van een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden het gevolg zou zijn, hij die rechtshandeling niet mag doen.
Een buitengerechtelijke vernietiging kan vormloos geschieden. Zij hoeft dus niet op schrift te zijn gesteld, maar kan ook mondeling plaatsvinden of besloten liggen in een gedraging. Dit vloeit voort uit artikel 3:37 lid 1 BW.
Een geldige overeenkomst kan vernietigd worden
Vernietiging heeft terugwerkende kracht. Wordt de overeenkomst vernietigd dan wordt deze geacht nooit te hebben bestaan. Indien er al prestaties zijn verricht, dan dienen deze ongedaan gemaakt te worden.
De nietigheid is een sanctie in het geval dat de overeenkomst gebrekkig tot stand is gekomen, door bijvoorbeeld de aanwezigheid van wilsgebreken, zoals bedrog, geweld en dwaling. Andere sancties, zoals de ontbinding of de schadevergoeding hebben betrekking op specifieke tekortkomingen in de uitvoering van het contract.
De nog te verrichten prestatie wordt vaak ook aangeduid als 'schuld'. De schuldeiser kan dus nog een schuld opeisen, vandaar de term schuldeiser. De partij die de prestatie aan de schuldeiser moet leveren, wordt 'schuldenaar' genoemd.
Eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen
Men onderscheidt in twee verschillende soorten rechtshandelingen: éénzijdige rechtshandelingen en meerzijdige. De éénzijdige worden weer onderscheiden in “gerichte” en “niet-gerichte” rechtshandelingen.
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan. We zagen eerder al dat een overeenkomst een meerzijdige rechtshandeling is. Rechtshandelingen zijn handelingen waarvan degene die die handeling verricht, het rechtsgevolg beoogt.
Schuld is een begrip uit het recht en de gebruikstaal. Iemand heeft juridisch beschouwd een schuld aan een ander als er met die ander een afspraak is gemaakt een bepaald bedrag te voldoen voor een door de andere te leveren prestatie. De ander heeft een vordering, veelal uitgedrukt in geld, op de eerstgenoemde.
Vorderingen zijn dus eigenlijk schulden die een klant bij jou heeft, of die jij bij je leverancier hebt. Je vindt deze debiteuren en crediteuren apart terug op de activa en passivazijde van je balans.
Verjaringstermijn van 5 jaar bij rechtsvorderingen tot nakoming verbintenis. Een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst (zoals bijvoorbeeld een overeenkomst uit geldlening) verjaart 5 jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden.
Van een verplichte rechtshandeling is sprake wanneer de schuldenaar (de latere failliet) een rechtshandeling heeft verricht op grond van een verplichting uit de wet of een overeenkomst.
Concurrente schulden zijn schulden die ontstaan nadat een product of dienst is geleverd en er niet is betaald. Bijvoorbeeld openstaande facturen van leveranciers van producten, maar ook energieleveranciers of zorgverzekeraars.
Pauliana is het middel waarmee een schuldeiser kan opkomen tegen een schuldenaar die onverplichte rechtshandelingen verricht met als doel om de betreffende schuldeiser in zijn verhaalsmogelijkheden te benadelen. De actio pauliana is geregeld in artikel 3:45 BW.
Het huwelijk
Dit wordt aangemerkt als een rechtshandeling. In tweede instantie kan het worden gebruikt om de rechtsinstelling 'huwelijk' aan te duiden. Doordat het huwelijk een rechtshandeling vormt, heeft dit ook rechtsgevolgen.
Op grond van artikel 3:39 BW en artikel 3:40 BW kan een rechtshandeling nietig zijn. Als een rechtshandeling niet in de voorgeschreven vorm is verricht, is deze nietig. Ook als een rechtshandeling door zijn inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, is deze nietig.
Een rechtsgevolg is het ontstaan, tenietgaan of gewijzigd raken van een juridische relatie. Voorbeelden van rechtshandelingen zijn het sluiten van een koopovereenkomst of een arbeidsovereenkomst. Een onrechtmatige daad is bijvoorbeeld geen rechtshandeling, want hierbij is geen rechtsgevolg beoogd.
Als het niet lukt om de rekeningen te betalen, kan de deurwaarder beslag leggen op (een deel van) je inkomen. De deurwaarder kan dit alleen doen met toestemming van de rechter.
Wilsontbreken. Bij wilsontbreken is er geheel geen wil tot het sluiten van een overeenkomst. Dit kan bijvoorbeeld spelen in het geval dat een overeenkomst tot stand komt onder invloed van een geestelijke stoornis.
De nietigheid is de sanctie die een rechtshandeling treft bij haar totstandkoming wanneer die niet aan alle geldigheidsvereisten voldoet en die tot gevolg heeft dat zij geen enkel rechtsgevolg teweegbrengt. Deze sanctie heeft evenwel geen onmiddellijke uitwerking.