Iemand wordt bijvoorbeeld heel onrustig of zelfs agressief, naar anderen of naar zichzelf. Of iemand trekt zich terug in zijn kamer en wil niet meer meedoen aan de dagelijkse activiteiten. Dit is meestal een signaal dat er iets niet klopt.
Een verstandelijke beperking wordt vastgesteld op basis van het intellectueel functioneren (IQ) en de ondersteuningsbehoefte. De bovengrens voor een verstandelijke beperking is een IQ van 70-75.
Voor onbegrepen gedrag worden verschillende termen gebruikt, zoals probleemgedrag, moeilijk hanteerbaar gedrag of veranderend gedrag. Het kan gaan over klagen, repetitief gedrag, (nachtelijke) onrust, loopdwang, snel(ler) boos, argwanend, apathisch en agressief gedrag.
Probleemgedrag is gedrag waar u of uw naasten moeite mee hebben. U kunt daarbij denken aan boosheid, verwardheid, of juist heel teruggetrokken zijn.
In de gehandicaptenzorg kun je te maken krijgen met moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG). Het gedrag van deze cliënten is vaak moeilijk te begrijpen. In sommige gevallen kunnen de cliënten naast een verstandelijke beperking ook hechtingsproblematiek, psychiatrische problemen of een vorm van autisme hebben.
Iemand wordt bijvoorbeeld heel onrustig of zelfs agressief, naar anderen of naar zichzelf.Of iemand trekt zich terug in zijn kamer en wil niet meer meedoen aan de dagelijkse activiteiten. Dit is meestal een signaal dat er iets niet klopt. Bijvoorbeeld omdat diegene iets niet leuk vindt of verdrietig is.
Moeilijk verstaanbaar gedrag is vaak een uiting van emotie of gemoedstoestand die ze zelf niet kunnen definiëren: “Er klopt iets niet in mijn lijf, in mijn hoofd of in mijn leven.” De een wordt agressief en bijt letterlijk van zich af.
'Moeilijk hanteerbaar gedrag' kan zich in verschillende vormen voordoen. Voorbeelden zijn aanhankelijkheid of kleefgedrag, agressie, apathie, decorumverlies, dwaalgedrag, hallucinaties, herhaling en nachtelijke onrust.
Gebruik de term 'ernstige gedragsproblemen' wanneer er sprake is van dwars en opstandig gedrag, prikkelbaar en driftig gedrag, anderen ergeren, antisociaal gedrag en/of agressief gedrag en wanneer dit gedrag nadelige gevolgen heeft voor het kind, de jongere en/of de omgeving en gedurende minstens enkele maanden ...
Denk daarbij aan: driftig zijn en vaak ruzie maken, regels opzettelijk negeren, agressief zijn, hyperactief en impulsief gedrag vertonen, liegen, pesten, spijbelen en soms criminele dingen doen als stelen, slaan en spullen vernielen.
Het beste hulpmiddel is dus niet een troostende arm bieden maar iemand afleiden van de emotie. Soms wordt medicatie voorgeschreven om ontremming te verminderen. Ook moet soms de omgeving maatregelen nemen. Bij ontremd eet- of drinkgedrag helpen inzichtgevende gesprekken meestal niet.
Met storend gedrag wordt bedoeld: gedrag dat een negatieve invloed heeft op het kind en de omgeving, zorgt voor sociale problemen of problemen op school. Bijvoorbeeld driftig zijn, liegen, anderen met opzet ergeren en pesten.
De belangrijkste verklaring voor het ontstaan van gedragsproblemen is een negatieve spiraal tussen kenmerken of gedrag van een kind en de reactie van de omgeving daarop. Probleemgedrag roept een negatieve reactie van de omgeving op, die het probleemgedrag versterkt en zo opnieuw tot een negatieve reactie leidt.
Algemene kenmerken die bij een verstandelijke beperking kunnen horen zijn: Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties.
Een licht verstandelijke beperking uit zich in een IQ-score tussen de 50 en 70. In Nederland kunnen mensen met een IQ-score tussen de 70 en 85 die eigenlijk zwakbegaafd zijn en (ernstige) bijkomende problematiek hebben, eveneens gebruik maken van de zorg voor mensen met een LVB.
Een belangrijk kenmerk van een licht verstandelijke beperking is dan ook dat deze mensen een slecht geheugen hebben;Een beperkte woordenschat en een beperkt vermogen om zich uit te drukken zijn belangrijke kenmerken van een licht verstandelijke beperking; De omgang met mensen is vaak moeilijk voor mensen met een LVB.
Het kan verschillende oorzaken hebben dat een kind onhandelbaar wordt. Onbegrip vanuit de ouders, de komst van een jonger broertje of zusje, verkeerde vrienden en ook bepaalde aandoeningen, zoals asperger of ADHD kunnen ervoor zorgen dat ouders het kind minder goed begrijpen en begeleiding in de ontwikkeling.
We spreken van een gedragsstoornis als iemand een langdurig patroon laat zien van negatief, opstandig of driftig gedrag of gedrag dat tegen de normen ingaat, zoals vechten, stelen of liegen.
Meerdere oorzaken
Er is altijd een reden voor moeilijk en onbegrepen gedrag. Klanten hebben bijvoorbeeld last van lichamelijk ongemak, hebben dementie of psychische klachten of veel moeite zich aan te passen aan een nieuwe situatie of omgeving.
Beginnende dementie herkennen
Het valt op dat iemand terugkerende geheugenklachten, gedragsproblemen en veranderingen in karakter heeft. Iemand heeft bijvoorbeeld moeite om te onthouden welke dag het is, of wordt sneller boos.
Wie apathisch is: heeft gebrek aan passie en enthousiasme. ziet zichzelf als gevoelloos, ongevoelig of emotieloos. voelt zich soms kil, koud en versteend van binnen.
De psychologie maakt verder onderscheid tussen uitwendig, voor derden waarneembaar gedrag, en inwendig, innerlijk gedrag zoals denken en voelen.Gedrag kan bewust of onbewust, openlijk of heimelijk, vrijwillig of onvrijwillig zijn. Gedrag wordt mede bepaald door het endocriene systeem en het zenuwstelsel.
Ze kunnen slechts beperkt informatie begrijpen, kunnen vaak niet praten en begrijpen veel woorden niet. Ze communiceren via geluiden, houding, spierspanning en mimiek. Door hun motorische beperkingen kunnen mensen met EMB hun lichaam maar heel beperkt bewegen.
Triple-C is een behandelmodel voor mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. De drie C's staan voor Cliënt, Coach en Competentie. Triple-C neemt in tegenstelling tot veel andere modellen niet het probleemgedrag of de stoornis als uitgangspunt, maar de menselijke behoeften.
Gedragsstoornissen bij ouderen
Vaak kan iemand plotseling agressief gedrag vertonen, erg somber of depressief zijn of zelfs weglopen van huis. Vaak heeft degene die dit gedrag vertoont zelf niet door hebben dat hij of zij ander gedrag laat zien dan normaal. Gedragsstoornissen bij ouderen kunnen diverse oorzaken hebben.