De cardiale functie, gemeten als cardiac output, is verhoogd (curve verschuift naar boven en naar links) bij een verhoging van het hartritme en inotropie en een verlaging van de afterload. In een normale functie curve is de cardiac output 5 liter per min. en de rechter atrium druk ongeveer 0 mmHg.
Het slag volume v per minuut geeft de cardiac output. CO (cardiac output) = SV (slagvolume) X HF (hartfrequentie) Verande output. CO wordt uitgedrukt in ml/min of L/min.
Een gezond, volwassen menselijk hart pompt in rust ongeveer 5 liter per minuut; de maximumcapaciteit varieert van 25 liter per minuut voor ongetrainden tot 45 liter per minuut voor topsporters.
Bouw en werking hart. Het hart is een pomp die 4 tot 5 liter bloed per minuut rondpompt. Het bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen voor alle spieren en organen.
Met dat buisje meten we het hartdebiet (de hoeveelheid bloed die per tijdseenheid wordt rondgepompt door het hart). Zo kunnen we beoordelen of het hart goed genoeg functioneert.
Normaal slaat je hart in een regelmatig tempo. Hoe hoog je hartslag is, hangt af van wat je aan het doen bent. Zo is de hartslag in rust lager dan wanneer je je inspant. Over het algemeen is de hartslag bij volwassenen in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut.
De zogenaamde bovendruk (systolische bloeddruk) geeft de druk aan wanneer het hart zich samenknijpt. De onderdruk (diastolische bloeddruk) is de druk wanneer het hart zich ontspant. De bloeddruk kan worden gemeten met een bloeddrukmeter.
Wat de maximale hartslag is, verschilt per persoon. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.
In rust ligt de hartslag van een volwassene meestal tussen de 60 en 100. Een lagere hartslag is niet altijd erg. Soms is je hartslag van nature lager of heeft het lichaam zich aangepast omdat je intensief sport.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
De frequentie waarmee het hart slaat wordt ook hartslag genoemd. Deze is zeer goed aan de pols te meten, en wordt daarom ook wel polsslag genoemd of kortweg pols. De hartslagfrequentie wordt over het algemeen uitgedrukt in aantal hartslagen per minuut.
De ejectiefractie kan op verschillende manieren worden gemeten. Standaard gebeurt dat via een echo van het hart, maar een meting via MRI-scan of een andere hartscan is ook mogelijk. De ejectiefractie wordt uitgedrukt in een percentage dat de uitgepompte hoeveelheid bloed relateert aan de totale vulling van de kamer.
De hoeveelheid bloed die door de kamers per systole (samentrekken) het lichaam in wordt gepompt. Slagvolume is voor beide kamers tussen de 50ml en 70 ml. Als het hart in rust 60 keer klopt is er bijna 5 liter bloed door het hart heen gepompt.
Het hart pompt zuurstofrijk bloed naar de spieren en organen. Deze sturen op hun beurt zuurstofarm bloed terug naar het hart. Bij een volwassen persoon pompt het hart zo een 70 keer per minuut. Per minuut wordt er ongeveer 4 à 5 liter bloed rondgepompt.
Systolisch hartfalen
De systole is de fase van de hartslag waarin het hart zich samentrekt. Bij systolisch hartfalen trekt de hartspier niet krachtig genoeg samen. Het hart pompt per hartslag veel minder bloed rond dan normaal.
De hartfrequentie wordt door een groot aantal factoren bepaald. Het autonome zenuwstelsel, de sympathicus en parasympathicus. Het sympathisch systeem o.i.v. epinephrine (=adrenaline) leidt bij activatie tot een toename in atrioventriculaire geleiding, prikkelbaarheid en contractiliteit.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Hoe hartslag en bloeddruk invloed hebben op elkaar
Doordat je hart het bloed door je lichaam pompt, ontstaat er bloeddruk, oftewel druk op je bloedvaten. Als je bloedvaten heel nauw zijn, zal je hart harder zijn best moeten doen en ontstaat er een hogere bloeddruk.
Een gezond hart slaat 60 tot 100 keer per minuut. Deze frequentie is nodig om zuurstofrijk bloed naar uw lichaam te pompen. Patiënten met bradycardie hebben een hartslag die langzamer is dan 60 slagen per minuut, wat vaak duizeligheid, kortademigheid en zelfs flauwvallen tot gevolg heeft.
Normaal slaat het hart 60 tot 100 keer per minuut. Bij een hartslag sneller dan 100 per minuut spreekt men van tachycardie.
Een normale hartslag is tussen de 60 en 90 slagen per minuut, bij rustig zitten. Bij bewegen of stress wordt de hartslag sneller. Bij sporten kunt u bijvoorbeeld een hartslag van 160 slagen per minuut hebben. Als u daarna weer rustig zit en ontspant, wordt de hartslag weer langzamer.
Schade aan hart door virus
Bekend is al dat zich onder de ernstige zieke COVID-19-patiënten, veel hart- en vaatpatiënten bevinden. Zij kunnen ernstige complicaties zoals hartfalen of een ontstoken hartspier oplopen en zelfs overlijden.
Een normale onderuk ligt tussen de 65 mmHg - 85 mmHg. Alles daaronder is dus aan de lage kant. Er zijn mensen die hele lagen onderdrukken hebben (onder de 50 mmHg komt voor, echter wel vrij zeldzaam). Bovendien is een te lage onderdruk veel minder gevaarlijk dan een hoge bovendruk.
Een normale bloeddruk is dus per leeftijd hetzelfde. Een gezonde tensie is onder de 140/90. Ook voor ouderen gelden dezelfde bloeddrukwaarden. Alles boven de 140/90 is dus aan de hoge kant, of je nu 18 bent of 81.
Welke bloeddruk is gevaarlijk? Men spreekt van een gevaarlijk hoge bloeddruk wanneer de bovendruk hoger dan 140 mmHg en de onderdruk hoger dan 90 mmHg is. Dit moet dan het geval zijn bij meerdere meetmomenten.