Een inwendige factor is een 'prikkel' die wordt veroorzaakt door iets dat in het lichaam gebeurt of moet gebeuren. Een uitwendige factor is iets dat buiten het lichaam gebeurt. Zo is het voor de jongen van een vogel een uitwendige prikkel dat er een rode vlek op de neus van hun moeder zit.
11 antwoorden
Inwendig is in de huid en uitwendig is er buiten.
Een verandering van de uitwendige omgeving heet een uitwendige prikkel. Voorbeelden van uitwendige prikkels zijn temperatuur en geluid. Zo'n verschil in de omgeving kan ook inwendig zijn. Denk aan de prikkel dorst.
Honger, dorst, volle darmen of een volle blaas, het zijn allemaal voorbeelden van inwendige prikkels. Aan de binnenkant van al onze organen zitten sensoren (interosensoren genoemd).
Alle waarneembare activiteiten van een dier of een mens. Gedragingen komen tot stand door de werking van spieren of klieren (effectoren). Gedrag is een reactie (respons) van een dier of een mens op prikkels. Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen.
Voor de analyse van het doelgedrag biedt de zogeheten Poiesz-structuur een goede basis. Theo Poiesz, hoogleraar Economische Psychologie, stelt dat gedrag alleen verandert als capaciteit, motivatie en gelegenheid (de voorzieningen) alle drie in voldoende mate aanwezig zijn.
Een inwendige factor is een 'prikkel' die wordt veroorzaakt door iets dat in het lichaam gebeurt of moet gebeuren.Een uitwendige factor is iets dat buiten het lichaam gebeurt. Zo is het voor de jongen van een vogel een uitwendige prikkel dat er een rode vlek op de neus van hun moeder zit.
Doordat je hersenen moeite hebben om – onder meer – de onbelangrijke prikkels via je zintuigen te filteren van de belangrijke, kun je overprikkeld raken. Zintuiglijke overprikkeling heet dat. Vaak zien we dat mensen met name gevoelig zijn voor prikkels die via een bepaald zintuig binnenkomen.
Zintuigcellen die inwendige prikkels opvangen en zintuigcellen die prikkels vanuit de buitenwereld opvangen. Voorbeelden van zintuigcellen die gevoelig zijn voor inwendige prikkels zijn de zintuigcellen in de bloedvaten die de concentraties koolstofdioxide meten.
Een inwendige prikkel is een prikkel van binnenuit en wordt ook wel motivatie genoemd.
De psychologie maakt verder onderscheid tussen uitwendig, voor derden waarneembaar gedrag, en inwendig, innerlijk gedrag zoals denken en voelen.Gedrag kan bewust of onbewust, openlijk of heimelijk, vrijwillig of onvrijwillig zijn. Gedrag wordt mede bepaald door het endocriene systeem en het zenuwstelsel.
We maken onderscheid tussen inwendige prikkels, zoals honger, dorst en bepaalde hormoonconcentraties, en uitwendige prikkels, zoals de temperatuur buiten het lichaam en hoe licht het buiten het lichaam is. Hierbij zijn er op bepaalde prikkels standaard gedragingen. Dit noem je een sleutelprikkel.
Met de term aangeboren bedoelen we alle erfelijke karakteristieken die de ontwikkeling beïnvloeden. Verreweg de meeste aangeboren eigenschappen maken ons als persoon niet uniek. Denk maar aan de mogelijkheid om te leren lopen, je handen te gebruiken, te communiceren door taal.
Delen: Bepaalde uiterlijke kenmerken staan vast bij geboorte; zoals huidskleur, type haar of lengte. Andere uiterlijke kenmerken vormen zich gedurende het leven. Er zijn kenmerken die het gevolg zijn van gebeurtenissen in het leven, zoals een litteken.
Cellen, celvloeistof, weefselvloeistof en lymfevloeistof zijn het inwendig milieu van een organisme. Met behulp van homeostatische regelmechanismen wordt het inwendig milieu constant gehouden. Longen en het spijsverteringsstelsel behoort tot het uitwendige milieu.
Iemand met autisme krijgt snel te veel prikkels, omdat de hersenen anders zijn afgesteld dan gewone mensen. Bepaalde geluiden, een rinkelende telefoon, verkeer van buiten of pratende collega's, kunnen ongewild tot een grote stressbron leiden.
De drempelwaarde van een zintuigcel is de kleinste prikkel sterkte die een impuls veroorzaakt. 5. Een adequate prikkel is een type prikkel waar een zintuigcel speciaal gevoelig voor is.
In alle gevallen zijn het er meer dan het klassieke rijtje van zicht, gehoor, reukzin, smaakzin en tastzin.
Dan raakt u overspannen. Overspanning geeft klachten zoals moeheid, slaapproblemen, prikkelbaarheid, piekeren, concentratie- en geheugenproblemen. U heeft het gevoel dat u geen grip meer heeft op uw situatie.
Mensen met overprikkeling hebben vaak last van hoofdpijn, vermoeidheid, stress, verminderde concentratie, slaapproblemen, onrust, en het overlopen van emoties. Bij sommige mensen leidt dit tot tijdelijke uitvalsverschijnselen, koorts, overgeven of een epileptische aanval.
Overprikkeling gaat vaak gepaard met hoofdpijn, vermoeidheid, stress, verminderde concentratie, slaapproblemen, onrust, en het overlopen van emoties. Bij sommige mensen leidt dit tot tijdelijke uitvalsverschijnselen, koorts, overgeven of een epileptische aanval.
Als je hypersensitief bent kun je moeite hebben met het verwerken van deze prikkels. Veel van deze prikkels zorgen voor een overweldigend gevoel, dit noemen we ook wel overprikkeling. De beleving van prikkels is bij jou dan veel intenser dan bij iemand die minder sensitief is.