Introjectie is een term uit de psychologie, die voor het eerst werd gebruikt door Sigmund Freud. Introjectie staat voor het opnemen van uiterlijke waarden en maatstaven in de structuur van de persoonlijkheid, zodat ze niet meer als bedreigingen van buiten worden ervaren.
Verdringing. Een mechanisme waarbij iemand niet in staat is zich verontrustende wensen, gevoelens, gedachten of belevingen te herinneren of zich deze cognitief bewust te zijn. Verdringing is ook karakteristiek voor de normale psychologie en komt veel vaker voor dan men misschien zou denken.
Sublimering wordt gezien als een psychologisch afweermechanisme, omdat het zich overgeven aan oerdriften als bedreigend wordt ervaren voor het sociaal functioneren. Sublimering speelt dus een belangrijke rol in het welzijn en de geestelijke balans.
Enkele handvaten voor zowel degene die splitst als de naasten zijn: leer omgaan met de triggers, communiceer open en eerlijk, stel duidelijke grenzen, blijf goed voor jezelf zorgen, verdiep je in de onderliggende oorzaak en/of over de aandoening die het splitsen aanwakkert, wees empathisch en probeer je reactie te ...
Bij het verminderen van gedragsproblemen en stoornissen zijn twee behandelprincipes het meest effectief, namelijk gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT). Uitgangspunt bij gedragstherapie is dat gedrag bepaald wordt door wat eraan voorafgaat, en wat erop volgt.
Een belangrijke oorzakelijke factor voor de soms heftige emoties bij de hulpverleners is de neiging van patiënten tot splitsen. Dit splitsen wordt vaak opgevat als manipulatie of als een poging mensen tegen elkaar uit te spelen.
De term 'coping' is afkomstig uit de sociale psychologie en kan in het Nederlands vertaald worden met 'het hoofd bieden aan'. In tegenstelling tot de afweermechanismen die grotendeels onbewust zijn zouden coping-strategieën bewust toegepast worden.
Van projectie is sprake wanneer je eigenschappen of emoties van jezelf tracht te ontkennen, verbergen of verdringen door deze aan iets of iemand anders toe te schrijven. Projectie gebeurt vaak onbewust. Projectie is dan ook een afweermechanisme tegen negatieve emoties.
Een afweermechanisme in de psychologie is een techniek of trucje die de geest onwillekeurig gebruikt om bepaalde driftmatige strevingen en verlangens en waarheden (realiteiten) die te veel angst of verdriet oproepen, uit het bewustzijn weg te houden.
Van projectie kan sprake zijn wanneer men eigenschappen of emoties van zichzelf tracht te ontkennen, verbergen of verdringen door deze toe te schrijven aan iets of iemand anders. De klassieke opvatting en uitleg van projectie is dat het een afweermechanisme is tegen negatieve emoties.
Een psychische structuur/trek die tegengesteld is aan een verdrongen wens, vooral voorkomend bij de dwangneurose (1916-17a; 7: 529). Hoe sterker de verdrongen wens, hoe sterker de reactie moet zijn. Bijvoorbeeld, iemand met neiging tot slordigheid kan buitengewoon precies worden.
Feitelijk is projectie een onbewuste manier om het bestaan van iets in jezelf te ontkennen en het aan anderen toe te kennen, het te externaliseren. De narcist projecteert omdat hij/zij eenvoudigweg geen verantwoordelijkheid voor zijn pathologie kan en wil nemen.
Projectie is wanneer men zich niet bewust is van eigenschappen, motieven of emoties van zichzelf en deze bij een ander plaatst. Volgens de psychoanalyse functioneert projectie als afweermechanisme met als doel de gevoelens (o.a. schaamte, schuld , faalangst) niet te hoeven voelen of te (h)erkennen.
Niet naar buiten, maar naar binnen kijken: Eén van de beste manier om het op te lossen is het kijken naar binnen bij jezelf. Projecteren gaat vooral naar buiten, naar die ander toe. En als je die ander de schuld geeft, kun je het ook niet verhelpen, want die ander verander je niet.
Wat is een copingstijl? Psychologen noemen de manier waarop je geneigd bent om om te gaan met stressvolle omstandigheden en tegenslagen, je 'copingstijl'. Coping is afgeleid van het Engelse begrip 'to cope with' wat letterlijk betekent 'kunnen omgaan met of opgewassen zijn tegen'.
Er zijn 7 copingstijlen ingedeeld in probleemgerichte coping en emotiegerichte coping. Bij probleemgerichte coping probeer je het probleem op te lossen, bij emotiegerichte coping probeer je de gevoelens die het probleem veroorzaakt te veranderen.
Overdracht: de cliënt draagt (onbewust) oude gevoelens over op de hulpverlener of op degene van wie de cliënt in zekere mate afhankelijk is. Als de hulpvrager het doet, noem je het overdacht. Tegenoverdracht: de hulpverlener draagt (onbewust) in zijn functie als autoriteit eigen oude (kind)gevoelens over op de cliënt.
Manipulatie wordt gebruikt om toch haar/zijn zin te krijgen. Een voorbeeld daarvan is het verwijt: 'Als je dit niet voor me over hebt (of kunt doen), wat stelt onze vriendschap dan nog voor?' Die manipulatie en wisselende stemmingen zijn er vaak de oorzaak van dat relaties niet lang standhouden.
Factoren in de omgeving van het kind:
Hechtingsproblemen en affectieve verwaarlozing. Herhaalde echtscheidingen van ouders/verzorgers. Mishandeld zijn of het zien van mishandeling binnen het gezin. Een omgeving die aanzet tot agressief gedrag.
Narcisten gebruiken deze zinnen om je uit balans te halen, in verwarring te brengen waardoor je twijfelt zodat je alle aandacht op de narcist richt in plaats van op jezelf en op je eigen leven. Wat alle narcisten zeggen: “Ik heb dat nooit gezegd!” en: “Jij verdraaid ook echt alles wat ik zeg.!”