Een belangrijk verschil tussen autisme en hoogbegaafdheid is de sociale of emotionele intelligentie. Bij hoogbegaafde mensen met autisme zijn de sociaal emotionele vaardigheden vaak opvallend zwak ten opzichte van de verstandelijke vermogens. Dit is bij hoogbegaafde mensen zonder autisme niet het geval.
Een autismespectrumstoornis (ASS) komt voor bij kinderen met alle intelligentieniveaus, dus ook bij hoogbegaafde kinderen. Echter: niet alle kinderen die hoogbegaafd zijn, hebben ook een autismespectrumstoornis.
Een groot aantal heeft problemen gerelateerd aan hoogbegaafd zijn, zoals stress en burnout, depressie, eetproblemen, concentratieproblemen, slaapproblemen, eenzaamheid, angstklachten als faalangst, leerproblemen, onzekerheid, stemmingswisselingen, overgevoeligheid, relatieproblemen, minderwaardigheidsgevoelens, ...
Verschillen hoogbegaafdheid en ASS
Kinderen met ASS zijn repetitief in hun interesse en gericht op slechts één aandachtsgebied. Hoogbegaafde kinderen kunnen soms minder aansluiting vinden met leeftijdsgenootjes omdat zij cognitief en sociaal-emotioneel voorlopen.
Het denken van hoogbegaafden is anders dan van normaal begaafden: globaler en met een sterk voorstellingsvermogen. Voor gemiddeld intelligente mensen zijn zij vaak niet te volgen. Ze kunnen snel patronen herkennen, waardoor zij bijvoorbeeld trends kunnen voorspellen. Zij kunnen vaak intuïtief conclusies trekken.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Een hoogbegaafd iemand is dus heel wat meer dan enkel slim. In het onderwijs zien we vaak terug dat er een focus ligt op het cognitieve aspect. Niet zo verwonderlijk, omdat überhaupt cognitieve ontwikkeling een groot aandeel kent in het onderwijs. Toch is deze focus onvoldoende voor hoogbegaafde leerlingen.
Hoogbegaafdheid is voor een groot deel erfelijk, maar ook ouders die niet hoogbegaafd zijn, hebben hoogbegaafde kinderen. Ongeveer 2,5 procent van de bevolking is hoogbegaafd. In Nederland komt dat neer op ongeveer 430.000 hoogbegaafde mensen. Hoogbegaafdheid kan worden vastgesteld met behulp van een IQ-test.
De simpelste manier om te testen of je hoogbegaafd of hoogintelligent bent of niet, is het maken van een goede intelligentietest. Uit zo'n test rolt dan een IQ-score en wanneer die dan 132, 135, 140 of hoger is (afhankelijk van het type test), kun je ervan opaan dat je hoogintelligent bent.
Hoogbegaafdheid is zeldzaam: slechts twee op de honderd mensen heeft een IQ boven de 130. Een IQ boven de 145 komt zelfs maar bij één op de duizend mensen voor. Hoogbegaafde individuen voelen zich daardoor vaak de vreemde eend in de bijt.
Hoogbegaafde kinderen vinden het vaak leuk om woordspelletjes te doen en tegenstrijdigheden te signaleren. Redenen en achtergronden willen begrijpen: De creatieve gedachten van hoogbegaafde kinderen zorgen ervoor dat ze over allerlei zaken nadenken. Hierdoor kunnen ze regels en tradities in twijfel trekken.
Een hoog IQ of uitstekende prestaties in specifieke vaardigheden zoals taal of wiskunde. Een snelle verwerking van informatie en een goed geheugen. Een grote nieuwsgierigheid en een sterk verlangen om te leren. Creativiteit en verbeeldingskracht.
Het verschil tussen hoogbegaafd en hoogintelligent
Een hoogintelligent kind snapt de aangeboden lesstof eerder, maar het blijft vaak wel rechtlijnig denken. Een hoogbegaafde blijft 'verkeerde' conclusies trekken, tenminste, zo lijkt het voor de rest. Zij houdt er 'vreemde' denkbeelden op na.
Oorzaak hoogbegaafdheid
Wetenschappers weten nog niet precies hoe hoogbegaafdheid ontstaat. Op dit moment wordt gedacht dat intelligentie voor een groot deel erfelijk is. Daarnaast is het belangrijk dat je als ouders een ondersteunende en stimulerende omgeving biedt aan je kindje.
Kan uitzonderlijke begaafdheid verdwijnen? Nee. Uitzonderlijk begaafde kinderen groeien op tot uitzonderlijk begaafde volwassenen (zoals hoogbegaafde kinderen dat ook doen overigens). Maar op weg naar volwassenheid kan de hoogbegaafdheid zich “verstoppen”.
Wat is het verband tussen hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid? Volgens een onderzoek van professor Elke van Hoof is 87% van de hoogbegaafde volwassenen ook hoogsensitief. Andersom is dat niet zo, 10% van de hoogsensitieve mensen is ook hoogbegaafd.
Hoogbegaafdheid is een persoonskenmerk, net als hoogsensitiviteit en beelddenken. Het is geen stoornis!
,,Het uit zich eerst in een ontwikkelingsvoorsprong en vanaf een jaar of zes kan je de hoogbegaafdheid vaststellen met een test.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden en kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen. Slimme peuters houden van uitdagingen, kunnen reflecteren, verzinnen creatieve oplossingen en hebben leiderschapskwaliteiten.
'Gemiddeld ligt het IQ van een mens tussen de 90 en 110. We noemen iemand hoogbegaafd bij een IQ van 130 of hoger. Bij kinderen van 0 tot 4 jaar noemen we het vaak nog een voorsprong op de ontwikkeling en niet hoogbegaafd. Op die leeftijd is het nog niet aan te tonen.