Volgens de wet moet de weerstand op een installatie minimaal 1000 Ohm per volt aan bedrijfsspanning zijn. Voor een installatie met een enkele fase van 230V, moet de isolatieweerstand dus minimaal 230.000 Ω of 230 kΩ zijn.
Dus mag de weerstand in het gehele circuit niet meer zijn dat 1,21 ohm, om deze stroom te kunnen laten lopen. Weerstand van trafo aarde + impedantie van fase en beschermleidingen is ca 1 ohm (vuistregel). Dus de weerstand waarde naar aarde moet onder de 0,21 ohm blijven.
Voor het meten van de circuitimpedantie wordt kortstondig een belasting tussen fase en nul aangebracht. In die situatie loopt de stroom door de fasegeleider, de nul en aarde en meten we het gedrag van het gehele circuit.
Ra is de weerstand van de verbinding tussen een metalen gestel en de aarde, dus de weerstand van de aardelektrode plus de weerstand van de beschermingsleiding naar een metalen gestel. Bij het toepassen van 300 mA aardlekschakelaars mag Ra ten hoogste 166 ohm zijn.
Met het meten van circuitimpedanties worden de metingen Zi en Zs bedoeld. Dit is de impedantie van de foutstroomketen. Zi is de impedantie tussen L en N, Zs is de impedantie tussen L en PE. Zs wordt ook wel Zloop, Zschl of Z L-PE genoemd.
Allereerst dit: met een multimeter is niet te controleren of de aarde goed is. Je kunt wel controleren of de aarde is aangesloten, maar of deze goed is kan alleen met een speciale meter worden gemeten.
In de ideale situatie heeft aarding een weerstand van 0 Ohm.
Het is belangrijk dat de weerstand niet te hoog is, bij woningen is dit vaak 166 Ohm. Wanneer de weerstand hoger is kan dit ervoor zorgen dat overtollige elektriciteit niet juist wordt afgevoerd in de aarde, wat kan resulteren in schade aan uw gebouw en apparatuur.
Als je wilt controleren als de huis goed geaard is, kun je proberen om de draden aan de basis van een gloeilamp in de gaten van een stopcontact te steken om te zien of de peer oplicht. Als je accurater wilt controleren, gebruik dan een multimeter om metingen te doen.
Aardlekbeveiliging type A
Voor een aardlekbeveiliging van het type B geldt dat de aanspreekstroom voor gelijkstroomcomponenten tussen de 50% en de 200% ligt. Dus voor een aardlekbeveiliging van 30mA zal de aanspreekstroom dan tussen de 15mA en 60mA liggen.
Hoe werkt een megger? Met dit apparaat wordt gelijkspanning aangelegd op een elektrische installatie. De megger werkt op batterijen en bevat ook een generator. Deze generator wekt een hoge meetspanning op van 500 volt of een nog hoger voltage.
In een stroomstelsel geeft de eerste T aan dat het sterpunt van de secundaire wikkelingen van de transformator met aarde is verbonden. De tweede T betekent dat er een onafhankelijk aardpunt bij de gebruiker is, dus een TT stelsel. Ontbreekt dit onafhankelijke aardpunt dan is de tweede letter een N, dus een TN stelsel.
In Nederland is daarom beslo- ten dat de isolatieweerstand ook tussen de fasen onderling moet worden gemeten (NEN 1010 bepaling 61.3.3). De waarde van de isolatieweerstand moet bij nieuwe laagspanningsinstalla- ties tot een spanning van 500 V minimaal 1,0 MΩ zijn.
De aanspreektijd en aanspreekstroom dient periodiek te worden gemeten. Wat die frequentie is kan met behulp van de NEN 3140 worden vastgesteld. Normale aardlekschakelaars moeten in maximaal 300 ms uitschakelen als de nominale aanspreekstroom naar de aarde vloeit.
Weerstandsmetingen moeten plaatsvinden bij spanningsloze stroomkring, anders zou het meetinstrument of de stroomkring beschadigd kunnen raken. Sommige DMMs zijn in de ohm-meetmodus beveiligd tegen een onvoorziene aansluiting op een spanningsvoerende stroomkring.
Hoe een aardpen slaan? Een aardpen kunt u niet eenvoudig zelf aanbrengen. Geadviseerd wordt deze installatie uit te laten voeren door een erkend professional. Het hele proces neemt in de meeste gevallen ongeveer een uur in beslag.
De meest voorkomende diepte ligt tussen de 2 meter, 3 meter en 4 meter maar in sommige gevallen kan er wel een diepte van 10 tot 12 meter bereikt worden. De diepte en de dikte van de aardpen zijn afhankelijk van het grondwater en de soort grond waar de pen in geslagen moet worden.
Een niet-geaard stopcontact haalt zijn stroom binnen via een bruine draad en voert het af via een blauwe. Dit is bij een geaarde wandcontactdoos niet anders. Er is echter wel één verschil: er is ook een geelgroene draad aanwezig bij een geaard stopcontact: de aardedraad.
Volgens het AREI mag de aardingsweerstand bij een huishoudelijke elektrische installatie maximaal 30 Ohm bedragen. Om je elektrische installatie vlot te laten keuren, zal je de aarding dus zo moeten plaatsen dat je aardingsweerstand onder de 30 Ohm ligt.
Steek de tester in het stopcontact en de tester geeft door middel van het oplichten van een, twee of drie lampjes of het stopcontact geaard is en/of dat er iets anders aan de hand is. 3 lampjes: het stopcontact is geaard en de stroomdraden zijn goed aangesloten.
Een aarding is de verbinding van een object met de aarde en beschermt tegen elektrocutie. Een aarding is dus essentieel, verplicht en beschreven in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
U kunt er van uit gaan dat als de pen in een normale grondsoort geslagen moet worden dit rond de 125 tot aan 170 euro kan gaan gaan kosten. Deze gemiddelde prijzen zijn gebaseerd inclusief het materiaal dat wordt verbruikt zoals de koperen pen, koppelstukken, het draad en het installeren in de meterkast.
- Zet de megger in de stand: "Riso". - Plaats 1 meetpen op het metalen gestel en de andere op de ene poot van de stekker, vervolgens op de andere poot en tot slot op de randaarde. - Het meten van de isolatieweerstand moet altijd geschieden met de schakelaar van het te meten toestel in de "IN" stand.