Zelfredzaamheid legt de nadruk op zelfstandig functioneren en zelf doen.Zelfmanagement legt de nadruk op zelf bepalen en kwaliteit van leven.
Zelfmanagement wordt gedefinieerd als acties en vaardigheden gericht op: Het zelf omgaan met de aandoening, symptomen en psychosociale gevolgen van de aandoening. Het zelf omgaan met factoren die de symptomen kunnen verergeren (risicofactoren). Het zelf werken aan leefstijlveranderingen.
Zelfredzaamheid = het individuele vermogen om handelingen die mensen in het gewone leven verrichten, zelfstandig te kunnen doen. Samenredzaamheid =het collectieve vermogen om handelingen te kunnen doen, die mensen in het gewone leven zonder professionele inmenging verrichten.
'Zelfregie en zelfredzaamheid zijn twee verschillende begrippen', legt ze uit. 'Zelfregie gaat over zelf beslissen over je eigen leven. Zelfredzaamheid gaat over zelf doen. Mijn onderzoek laat zien dat sommige cliënten tijdelijk of langer ondersteuning nodig hebben om de regie over hun leven weer te kunnen krijgen.
Letterlijk betekent zelfredzaamheid: jezelf kunnen redden. Zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
Bij zelfmanagement komt het er dus op neer dat u zelf meer de regie leert voeren over het leven met uw ziekte. Voor mensen met een chronische aandoening is het belangrijk om de ziekte zo goed mogelijk onder controle te houden. Het is een hele klus de ziekte een plaats te geven in het dagelijks leven.
Er zijn grofweg drie manieren om aan de zelfredzaamheid van een cliënt te werken. De motivatie van de cliënt versterken, de cliënt weer leren dingen zelf te doen (een stoma verzorgen, dingen zelf regelen) of de omgeving aanpassen (inzet van hulpmiddelen, aanpassen van de woning).
Sociaal leven: meer contacten krijgen, iets zinvols doen. Psychisch functioneren: meer zelfvertrouwen en/of meer structuur krijgen. Alledaagse vaardigheden (ADL): weer zelfstandig dingen kunnen doen, zoals in het huishouden, met het eten, zelf wassen, aankleden, uitkleden, kousen aantrekken, douchen, boodschappen doen.
Kan zonder veel knoeien alleen eten (met af en toe hulp); Zichzelf aan en uitkleden en zelf de jas aantrekken, heeft nog wel hulp nodig bij knopen, ritsen, veters en strakke kleding; Droogt de eigen handen af; Kan zelf drinken halen, de kraan open en dicht doen.
Zorg dat jongeren en hun ouders voortdurend betrokken zijn bij het beleid en de uitvoering ervan. Zij weten het beste waar ze tegenaan lopen. Inventariseer welke partners er bij je aanpak betrokken zijn en wat hun rol is. Zorg dat ze overleggen en samenwerken.
Onder sociale redzaamheid verstaan we het vermogen en de vaardigheden die nodig zijn om jezelf te kunnen redden in het leven en in de samenleving. Voorbeelden van vaardigheden op het gebied van sociale redzaamheid zijn: weten wat je aantrekt als je naar een verjaardag gaat. weten hoe je een lekke fietsband moet plakken.
bij zelfmanagement gaat het erom dat de zorgverlener samen met de patiënt onderzoekt wat de patiënt nastreeft als het gaat om gezondheid, functioneren in werk, gezin, sociaal leven en kwaliteit van leven. ook kunnen zij samen nagaan hoe dat valt te bereiken.
Het 5A model is ontworpen om zorgverleners te helpen om structuur te geven aan zelfmanagementondersteuning (CBO, 2014). In het 5A model gaat het over: Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren (zie figuur 1). (levering van) zorg zijn vastgelegd.
Zelf managen van het leven; regie over het leven dat iemand wil leiden hebben of krijgen. Zelf omgaan met de aandoening, symptomen en psychosociale gevolgen van de aandoening. Zelf omgaan met risicofactoren. Zelf de eigen leefstijl veranderen.
Dementie is meer dan vergeetachtigheid. Vaak spelen er ook gedrags- en stemmingsveranderingen, zoals lusteloosheid, onrustig en geprikkeld gedrag. Goed omgaan met dergelijke gevolgen van de ziekte in het dagelijks leven, wordt vaak aangeduid met 'zelfmanagement'.
2.2 Het generieke model zelfmanagement
Zelfmanagement betekent dat mensen met een chronisch ziekte zelf kunnen kiezen in hoeverre men de regie over het leven in eigen hand wil houden en mede richting wil geven aan hoe beschikbare zorg wordt ingezet, om een optimale kwaliteit van leven te bereiken of te behouden.
Zelfmanagementondersteuning is de ondersteuning die zorgverleners aan zorgvragers en hun familie en omgeving bieden, zodat zorgvragers zo goed mogelijk kunnen omgaan met de lichamelijke, sociale en emotionele gevolgen van hun gezondheidsproblemen. Dat kan alleen als er een goede vertrouwensrelatie is.
Zelfredzaamheid staat op de horizontale as en zelfregie op de verticale as. Mensen die zelfredzaam zijn én zelf de regie hebben worden getypeerd als de 'onafhankelijken'. Mensen die hulpafhankelijk zijn, maar wel de regie hebben, worden getypeerd als de 'organisatoren'.
De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) toetst de zelfredzaamheid op de leefgebieden inkomen, werk & opleiding, tijdsbesteding, huisvesting, huiselijke relaties, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, middelengebruik, vaardigheden bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL), sociaal netwerk, maatschappelijke ...
We nemen de regie van cliënten en mantelzorgers over. We doen alsof de zorg 'van ons' is. Maar onze cliënten willen baas zijn over hun eigen leven – ook als zij meer van anderen afhankelijk raken. Het met elkaar redden noemen we ook wel samenredzaamheid, of zelfmanagement van cliënten, hun mantelzorgers en familie.
Doel van zelfredzaamheid
Cliënten zelf meer regie/invloed krijgen/blijven hebben over hun eigen leven; • Het welzijn en de kwaliteit van het leven van cliënten wordt vergroot; • Cliënten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen; • Cliënten hun eigenwaarde (terug)krijgen; • Cliënten meer zelfvertrouwen krijgen.
Vijf niveaus van zelfredzaamheid
Het laagste niveau (1) op de schaal is minimale zelfredzaamheid. De niveaus zijn aangegeven met een score: een getal tussen 1 en 5 en met een korte beschrijving: 'acuut probleem', 'niet zelfredzaam', 'beperkt zelfredzaam', 'voldoende zelfredzaam', en 'volledig zelfredzaam'.