Ontluikende geletterdheid heeft veelal betrekking op de periode van 0 tot 6 jaar. In de visie van het Expertisecentrum Nederlands wordt het begrip gehanteerd van 0 tot 4 jaar. Tussen 4 en 6 jaar wordt van Beginnende geletterdheid gesproken.
De fase waarin het kind voor het eerst ervaring opdoet met schriftelijke taal noemen we ontluikende geletterdheid. Een fase waarin het kind ervaart dat iets visueels – een foto, logo of letters - een ervaring representeert. Deze ervaringen vormen een belangrijke basis voor het daadwerkelijk leren lezen en schrijven.
Beginnende geletterdheid. Dit is het groeiende inzicht in de functies van geschreven taal, inzicht in het alfabetisch schrift en het verband tussen gesproken en geschreven taal. Een kind in deze fase leert eenvoudige woorden te verklanken, betekenis te verlenen aan geschreven taal en om woordjes te schrijven.
Peuterleeftijd: ontluikende gecijferdheid
Je kind begint langzaam maar zeker de wereld om zich heen in te delen. Zo begrijpt je kind als hij of zij ongeveer twee jaar oud is, het verschil tussen twee, drie en veel. Kinderen kunnen dan vertellen hoeveel jaar oud ze zijn en steken trots een paar vingers in de lucht.
Geletterdheid omvat de competenties om informatie te verwerven, verwerken en gericht te gebruiken. Dit betekent met taal, cijfers en grafische gegevens kunnen omgaan en gebruik kunnen maken van ICT en multimedia.
Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen.
Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. De Rijksoverheid biedt hulp om laaggeletterdheid aan te pakken. Bijvoorbeeld met financiering aan gemeenten en subsidies aan werkgevers voor aanbod van opleidingen.
Elk kind is anders en heeft een andere ontwikkeling. Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Door je kindje veel te laten 'exploreren' met getallen en tellen, wordt het voor hem makkelijker om straks te leren rekenen. Als je kleine ongeveer 1 jaar oud is, kan je hem al een paar getallen leren. Hij kan dan na verloop van tijd het telwoord herkennen, maar weet nog niet dat het een hoeveelheid aangeeft.
Wat betekent digitale geletterdheid? Digitale geletterdheid draait om alles wat iemand in een digitale samenleving moet kennen en kunnen. Naast taal, rekenen en andere vakken, moeten leerlingen o.a. goed leren werken met de computer of kritisch kunnen omgaan met online bronnen.
Het uiteindelijke doel van het lees- en spellingonderwijs is het bereiken van functionele geletterdheid, dat wil zeggen dat je kunt lezen en schrijven om kennis en informatie uit teksten te kunnen gebruiken. Het kunnen lezen of schrijven zelf is een technische vaardigheid.
Fonemisch bewustzijn is het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties. Het is daarom belangrijk om leerlingen vanaf de start bewust te maken van klanken en hun kenmerken; dat effent het pad voor het leren lezen.
Onder taalbewustzijn verstaan we: bewust omgaan met taal, je bewust zijn van hetgeen je doet en laat tijdens taalactiviteiten. Een bewuste taalgebruiker heeft besef van schrijf- en leesdoelen en stuurt het proces dat nodig is om die doelen te bereiken.
Alfabetisch principe houdt in dat de klank van een woord overeenkomt met de weergave van deze klank in letters. De lettertekens (grafemen) van ons alfabetisch schrift verwijzen naar klanken (fonemen). Het leren van dit alfabetisch principe heeft een visuele en een auditieve kant.
Ze merken dat deze een opbouw hebben van situatieschets (personen, tijd, plaats) en episode (probleem, gevolgd door een oplossing). Ook ontdekken ze verbanden tussen zinnen en grotere tekstdelen. Door verhalen na te vertellen of na te spelen worden ze zich extra bewust van deze opbouw en verbanden.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen.
5 jaar. Kinderen van een jaar of vijf kunnen de tel rij opzeggen van één tot en met twintig. Ook gaan ze leren terug tellen, denk bij deze leeftijd aan terug tellen van vijf naar één. Ze kunnen voorwerpen aanwijzen en meetellen tot ongeveer tien.
Het leren fietsen is een belangrijke stap voor een kind. De gemiddelde leeftijd waarop kinderen alleen en veilig kunnen fietsen ligt om en nabij de 5 jaar. Natuurlijk zijn er kinderen die er sneller aan toe zijn, anderen doen er wat langer over.
Je kind van 4 jaar:
herkent groepjes van twee en drie zonder te tellen. kan een cirkel, driehoek, vierkant en rechthoek benoemen. herkent de kleuren rood, geel, blauw en groen.
De voorbereiding op leren lezen en schrijven gebeurt in groep een en twee. In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar.
Mensen die laaggeletterd zijn, hebben vaak moeite met taal, rekenen en werken met de computer. Ze hebben daar vaak last van. Dagelijkse taken kunnen moeilijk zijn, zoals: internetbankieren, brieven of e-mails schrijven, kinderen voorlezen, de bijsluiter van medicijnen lezen of werkinstructies opvolgen.
Iemand is laaggeletterd als hij geen of onvoldoende gebruik kan maken van het geschreven of gedrukte woord. Dat betreft de techniek van lezen en spellen maar ook begrijpend lezen en begrijpelijk schrijven. Dyslexie is een specifieke leerstoornis in alleen technisch lezen en spellen.