De nieuwe insulines zijn gelijk is aan novorapid of humalog, maar niet precies hetzelfde. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de nieuwe insuline hetzelfde werkt en net zo veilig is als novorapid of humalog. Deze insuline is alleen veel goedkoper.
Kortwerkende insuline is verkrijgbaar onder de merknamen Actrapid, Apidra, Fiasp, Humalog, Humuline Regular, Insuline aspart, Insuline lispro, Insuman Implantable, Insuman Infusat, Insuman Rapid, Lyumjev en Novorapid.
De werkingsduur is 3 tot 5 uur. Nauwkeurige glucosecontrole wordt aanbevolen tijdens de overschakeling en in de eerste weken daarna (zie rubriek 4.4). NovoRapid is een snelwerkende insuline-analoog.
Kortwerkende insulines werken binnen 10-30 minuten en werken 2 tot 8 uur lang. Middellangwerkende insulines binnen 1-2 uur, 16 tot 24 uur lang. Langwerkende insulines werken binnen 1-2 uur, 24 uur lang.
NovoRapid is een oplossing voor injectie die de werkzame stof insuline aspart bevat. Het is verkrijgbaar in flacons, patronen (PenFill) en in voorgevulde pennen (FlexPen, FlexTouch en InnoLet).
Is er geen medische noodzaak of is het preferente middel niet geprobeerd, dan zal de zorgverzekering niet vergoeden, in de apotheek zal voor het middel moeten worden betaald. Zwangeren, vrouwen die zwanger willen worden en kinderen onder de 18 jaar vallen niet onder dit preferentiebeleid.
Een kortwerkende insuline verlaagt de hoeveelheid bloedsuiker al na 10 tot 30 minuten; de werking houdt 2 tot 8 uur aan. De middellange soorten werken na 1 tot 2 uur en de werking houdt 16-24 uur aan.
Kortwerkende insuline werkt het snelst als het onder de buikhuid wordt geïnjecteerd. Wanneer de insuline maar heel geleidelijk zijn werk moet doen, dus bij langwerkende insuline, is het beter om te injecteren in bil of been.
De kortwerkende insuline zorgt voor de verwerking van de koolhydraten van het ontbijt en de avondmaaltijd. Voorbeelden van combinatie-insuline: NovoMix® 30, 40 en 50, Humalog Mix® 25, (NovoMix® 30 betekent 30% Novorapid® en 70% Insulatard®, NovoMix® 40 betekent 40% Novorapid® en 60% Insulatard® etc.).
Waar nooit geïnjecteerd mag worden: - In een geopereerde buik of been. - Door vocht gezwollen injectiegebied of trombosegebied. - Lipodystrofie b.v. lipohypertrofie (verdikking van het onderhuids vetweefsel) of lipoatrofie ( putjes in het onderhuids vetweefsel).
Novorapid en insuline aspart (biosimilar) toedienen direct voor het eten, eventueel tijdens of direct na het eten. Subcutaan toedienen in de buikwand, bovenarm, dij of bil.
Breng de naald helemaal in de huid en injecteer de insuline langzaam. Wanneer de injectieknop weer op 0 staat, de naald nog minstens 10 seconden in de huid laten zitten om ervoor te zorgen dat de volledige dosis geïnjecteerd is.
Voorbeelden van langwerkende insuline: Lantus®, Levemir®, Toujeo®, Tresiba®. U spuit deze insuline over het algemeen 's ochtends óf 's avonds voordat u gaat slapen. De werking van deze insuline begint ongeveer 1 à 2 uur na het inspuiten.
De absorptie door het lichaam gaat beter als de insuline wordt toegediend in een kleine dosis. Ook werkt het dan efficiënter en beter voorspelbaar. Daarom is het advies doseringen boven de 40 tot 50 eenheden per keer, in twee injecties, direct achter elkaar op verschillende plekken te spuiten.
€ 7,28 exclusief afleverkosten. Afleverkosten zijn de kosten die uw apotheker hanteert voor het leveren van het geneesmiddel. Dit middel wordt volledig vergoed door uw zorgverzekeraar.
De verschillende soorten insuline, voor mensen met diabetes type 1 en type 2: Superkort werkende insuline (kortwerkende insulineanaloga) die direct vóór de maaltijd of soms meteen erna wordt gebruikt (aspart, glulisine en lispro). Deze insuline werkt vier tot vijf uur.
Omdat een grote hoeveelheid insuline op een plek pijnlijker is bij spuiten en langzamer in het bloed wordt opgenomen wordt vaak een maximum van 50 eenheden per injectie aangeraden. Een hoge dosis zal dan over meerdere injecties per dag verdeeld moeten worden.
Een goede bloedsuiker voor 's ochtends als u nog niet gegeten of gedronken heeft is: tussen 4,5 en 8. Dit heet de nuchtere bloedsuiker. Na het eten gaat uw bloedsuiker omhoog. Een goede bloedsuiker voor 2 uur na het eten is: lager dan 9.
Er kan een bloeddruppeltje ontstaan op de injectieplaats. Een pleister is meestal niet nodig. Let op: Wrijf na het injecteren niet over de injectieplaats. Dit kan blauwe plekken verergeren of veroorzaken.
De lever haalt een groot deel van de glucose uit het bloed en zet deze om in glycogeen en hiervoor is insuline nodig. Als je lang niets eet, kan je lichaam glycogeen weer omzetten in glucose (suiker), zodat je bloedsuiker niet verder daalt.
Het nodige aantal eenheden insuline varieert van persoon tot persoon (8 tot 200 eenheden). Meestal begin je met het inspuiten van 10 eenheden insuline 's avonds. In samenspraak met je arts kun je dan zelf de dosis verhogen, bijvoorbeeld om de drie dagen.
De afkorting staat voor Hemoglobine A1c. Hemoglobine A1c is een eiwit dat de rode bloedcellen zijn kleur geeft en waaraan suiker is gebonden. Een goed HbA1c-gehalte is lager dan 53 mmol/mol (7%). Dat wil zeggen dat de bloedsuikers gemiddeld tussen de 6 en 9 mmol/l waren.
Maar, deze balans kan door ziekte worden verstoord. De insuline werkt niet goed meer, men beweegt minder of men heeft minder trek in eten. Aandoeningen zoals koorts, braken en diarree, kunnen bij mensen met diabetes extra problemen geven, zoals uitdroging. Dit geldt vooral bij de behandeling met insuline.
Troebele insuline, bijvoorbeeld Insulatard of een mix-insuline moet u altijd ongeveer twintig keer 'zwenken'. Bij een heldere insuline hoeft dit niet. U moet de naald elke keer na de injectie verwijderen, zodat de patroon gesloten bewaard blijft. Thuis hoeft u de injectieplaats niet te ontsmetten met alcohol.