Iemand is laaggeletterd als hij geen of onvoldoende gebruik kan maken van het geschreven of gedrukte woord. Dat betreft de techniek van lezen en spellen maar ook begrijpend lezen en begrijpelijk schrijven. Dyslexie is een specifieke leerstoornis in alleen technisch lezen en spellen.
Het verschil tussen een analfabeet en een laaggeletterde is dat een laaggeletterde wel kan lezen en schrijven, maar dit niet goed genoeg kan om volwaardig te functioneren in de samenleving. Een analfabeet kan helemaal niet lezen en schrijven. Laaggeletterdheid is in Nederland een groot probleem.
Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen.
Oorzaken van laaggeletterdheid
Sommige mensen hebben door ziekte, spijbelen, een lichamelijke handicap of een reizend bestaan onderwijs gemist. En daarnaast zijn er ook mensen die zijn opgegroeid in een taalarme omgeving of mensen die te maken hebben gehad met een problematische thuissituatie.
Dyscalculie is een leerstoornis op het gebied van rekenen en ruimtelijk inzicht en is nauw verwant aan dyslexie. Immers, er wordt gerekend met symbolen die bij elkaar getallen vormen (net zoals letters woorden vormen bij geschreven taal).
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Een kleine afwijking in het natuurlijk taalsysteem in de linkerhersenhelft maakt het moeilijker voor dyslectici om gelezen en gesproken taal te matchen. Dyslexie kan erfelijk zijn: 60% van de dyslectische kinderen heeft een ouder die ook dyslectisch is. Het kan de kans op laaggeletterdheid vergroten.
Mensen die laaggeletterd zijn, hebben vaak moeite met taal, rekenen en werken met de computer. Ze hebben daar vaak last van. Dagelijkse taken kunnen moeilijk zijn, zoals: internetbankieren, brieven of e-mails schrijven, kinderen voorlezen, de bijsluiter van medicijnen lezen of werkinstructies opvolgen.
Het uiteindelijke doel van het lees- en spellingonderwijs is het bereiken van functionele geletterdheid, dat wil zeggen dat je kunt lezen en schrijven om kennis en informatie uit teksten te kunnen gebruiken. Het kunnen lezen of schrijven zelf is een technische vaardigheid.
In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat is 18% van alle mensen in Nederland. Dus ongeveer 1 op de 6 mensen! Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen.
Het percentage Nederlandse jongeren dat risico loopt om laaggeletterd te worden, blijft fors toenemen. Van 17,9 procent in 2015 naar 24 procent in 2018. Daarnaast geeft 60 procent van de leerlingen aan alleen te lezen als het moet, bijvoorbeeld voor het opzoeken van informatie voor schoolopdrachten.
Iemand is laaggeletterd als hij geen of onvoldoende gebruik kan maken van het geschreven of gedrukte woord. Dat betreft de techniek van lezen en spellen maar ook begrijpend lezen en begrijpelijk schrijven. Dyslexie is een specifieke leerstoornis in alleen technisch lezen en spellen.
Wanneer iemand analfabeet is kan diegene niet lezen of schrijven in de moedertaal noch in een andere taal. De alfabetiseringsgraad zeg iets over het aandeel van een bevolkingsgroep dat kan lezen of schrijven en wordt als indicator voor de ontwikkeling van die bevolkingsgroep gezien.
Analfabeet zijn mensen van boven de 15 die helemaal niet kunnen lezen en schrijven en het ook nooit geleerd hebben. De meeste mensen kunnen wel iets lezen en schrijven, maar niet genoeg om handleidingen te lezen of formulieren in te vullen.
Laaggeletterden zijn over het algemeen slechter af wat hun gezondheid betreft: zij hebben o.a. een slechtere fysieke en mentale gezondheid, een grotere kans om eerder te sterven, zijn minder goed in staat tot zelfmanagement en hebben een minder gezonde leefstijl.
Eén op de vier Nederlanders heeft beperkte gezondheidsvaardigheden¹. Dat betekent dat zij moeite hebben met het vinden, begrijpen, beoordelen en gebruiken van informatie over gezondheid. Een deel van deze groep is laaggeletterd.
Analfabetisme = Een analfabeet is iemand die de vaardigheid in lezen, spellen en schrijven niet of in onvoldoende mate beheerst.
De subsidie Tel mee met Taal 2021-2024 is bedoeld voor het verbeteren van basisvaardigheden (taal-, reken- en digitale vaardigheden) bij volwassenen, en hiermee het voorkomen van achterstanden bij kinderen. U kon deze subsidie voor het jaar 2022 aanvragen vanaf 1 januari tot en met 28 februari 2022.
Door Jeanne Kurvers. Abena weet net zo goed als alle analfabeten dat een brief een boodschap bevat, dat er nieuws staat in de krant en dat een rekening iets heel anders is dan een liefdesbrief. Wat ze nog niet precies weet is hoe geschreven taal eigenlijk 'werkt'.
Mensen die minder gezondheidsvaardig zijn. Anderhalf miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd. Zij kunnen niet goed lezen en schrijven en hebben daardoor vaak ook 'minder goede gezondheidsvaardigheden'. Dit betekent dat ze moeite hebben informatie over hun ziekte te begrijpen en hun weg te vinden in de zorg.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Behandeling. Dyslexie is een persisterend probleem. Dit betekent dat de leerstoornis nooit weg zal gaan en niet te genezen valt. Behandelingen en therapieën kunnen het probleem niet voor 100% oplossen, maar ze kunnen wel helpen in het leren omgaan met dyslexie.
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld. Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.