Kunde gaat er dus meer om dat je weet hoe iets moet of hoe iets werkt dan wat het precies is. Kennis zou bijvoorbeeld zijn dat je weet wat een stoel is en hoe hij gebruikt wordt, terwijl kunde erom gaat dat je weet hoe je een stoel zou moeten bouwen.
Kennis: “feiten, informatie en vaardigheden die een persoon door ervaring of opleiding heeft verworven; het theoretische of praktische begrip van een onderwerp”, of “bewustzijn of vertrouwdheid verkregen door ervaring met een feit of situatie”. Vaardigheden: “het vermogen om iets goed te doen; expertise”, of “een bepaald vermogen”.
Definitie van kennis
“Kennis is datgene wat geweten en toegepast wordt door de mens of door de maatschappij als geheel. Veel van de menselijke activiteit vereist specifieke kennis, ervaring en vaardigheid. Kennis omvat informatie, beschrijvingen hiervan of vaardigheden die door ervaring of opleiding zijn verkregen.”
de kunde zelfst. naamw. (v.) Afbreekpatroon: kun·de 1) bekendheid met, kennis van zaken ''(nu vooral gangbaar als rechterdeel van samenstellingen die een gebied van studie of wetenschappelijke discipline aangeven)'' 2) bekwaamheid in een vak, wetenschap of in algemene zin .
Ervaring is een vorm van kennis of inzicht, die door ondervinding geleerd wordt.Kennis wordt hierbij wel gezien als geheel van theorie en ervaring. De term heeft een speciale betekenis in relatie tot de wetenschap.
Kennis en ervaring zijn verwante concepten, maar ze zijn niet hetzelfde. Kennis verwijst naar het theoretische of conceptuele begrip van een bepaald onderwerp of thema, terwijl ervaring verwijst naar de praktische toepassing van die kennis in situaties uit de echte wereld.
De Van Dale omschrijft mensenkennis als 'het inzicht in het wezen en het karakter van de mens'. Een mooie verwoording, vindt Annelies – maar wel wat algemeen. “Mensenkennis gaat over inzicht hebben in de motieven en beweegredenen van iemand. Wij oordelen iemand vaak op basis van gedrag.
Het woord kunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
: het vermogen om iemands kennis effectief en snel te gebruiken bij de uitvoering of prestatie . b. : behendigheid of coördinatie, vooral bij de uitvoering van geleerde fysieke taken. 2. : een aangeleerd vermogen om iets bekwaam te doen: een ontwikkelde aanleg of vaardigheid.
Klant betekent letterlijk “iemand die iets koopt”. Toch kan deze term veel breder worden getrokken. Klanten kunnen personen of organisaties zijn, die producten of diensten afnemen waarbij er doorgaans sprake is van een financiële compensatie voor de geleverde goederen of diensten.
Kennis is het besef van feiten, vertrouwdheid met personen en situaties, of een praktische vaardigheid .
Kennis is dat wat geweten wordt, wat geleerd is (en opgeslagen) en dat waar een individu inzicht in heeft. Kennis omvat informatie, beschrijvingen hiervan of vaardigheden die door ervaring of opleiding zijn verkregen.
Gedesaggregeerde gegevens vallen niet onder kennis.
Kennis kan worden beschreven als het begrip, bewustzijn of vertrouwdheid die iemand heeft verkregen door ervaring of studie. Het is het resultaat van wat iemand heeft geleerd, waargenomen, ontdekt of geïnfereerd, vaak leidend tot een goed onderbouwd begrip of vaardigheid.
Hoewel zowel kennis als vaardigheden een cruciale rol spelen op de werkplek, geven werkgevers vaak prioriteit aan kandidaten met relevante vaardigheden boven uitgebreide theoretische kennis . Dit komt omdat vaardigheden aantonen dat een individu zijn theoretische begrip kan omzetten in praktische actie.
competent (bn) : deskundig, bekwaam, vaardig, vakkundig, kundig, vakbekwaam, capabel, ter zake kundig. handig (bn) : vlug, bekwaam, behendig, vaardig, knap, kundig, bijdehand, bedreven, gewiekst, redzaam.
Kennis doe je op tijdens theoretische lessen en praktijkgerichte oefeningen, met talenten word je meestal geboren, vaardigheden zijn handelingen die je oefent en competenties zijn een combinatie van alle drie.
KSA's of soms ook wel KSAO's genoemd, zijn kennis, vaardigheden en capaciteiten die een individu moet bezitten om de toegewezen taken van een functie uit te voeren. Deze worden over het algemeen aangetoond door relevante ervaring, opleiding en/of training.
Terwijl een hard skill een technische en meetbare vaardigheid is die een professional kan aantonen door zijn specifieke kwalificaties en beroepservaring, is een soft skill een niet-technische vaardigheid die minder gebonden is aan specifieke beroepen.
Je bent bekwaam als je de juiste kennis, vaardigheden en professionele houding hebt. Het gaat daarbij om de technische handeling op zich.
(əˈkweɪntəns) zelfstandig naamwoord. 1. iemand met wie men contact heeft, maar die geen goede vriend is .
[wetenschap] [f] ; datgene wat geweten is over een bepaald onderwerp. [m] , [f] ; iemand met wie men bekend is. iemand die je kent vb: Ruud Gullit is een kennis van me Synoniem: bekende wat je weet doordat je het geleerd hebt vb: zijn kennis van de Nederlandse taal is groot ik heb ...
gabber, kennis, makker, maat, deelgenoot, metgezel, compagnon, kameraad, gezel, kompaan, buddy, kornuit, vrind, amice. connectie (zn) : betrekking, verbinding, kennis, relatie, verwantschap, familieverbinding.