Een struik is ook van oudsher een Germaans woord en komt van het woord 'struuk' wat eerder 'tak' betekende. Na verloop van tijd is het onderscheid vervaagd en wordt heester en struik voor een zelfde soort plant gebruikt. Het zijn beide houtige planten die dicht bij de grond vertakken.
Met de woorden heesters en struiken wordt tegenwoordig precies hetzelfde bedoeld: een groep planten met verhoutende takken die vaak al dicht bij de grond of vanuit de grond vertakken. Of ze 's winters groen blijven of hun blad verliezen maakt niet uit.
Als de vertakking al aan de grond begint, zodat er niet één duidelijk uitgesproken stam is, spreken we van een struik. Struiken worden doorgaans ook geen 8 meter hoog. Sommige soorten groeien nu eens als struik dan weer als boom.
Een struik of heester is een houtige plant, die zich onmiddellijk boven of al in de grond vertakt in een aantal takken, die meer of minder dik kunnen worden. Er wordt dus geen stam gevormd. Struiken worden daardoor niet zo hoog als vele boomsoorten.
Heesters of struiken onderscheiden zich van vaste planten omdat ze niet bovengronds afsterven in de winter. Het zijn winterharde, houtige planten die vanaf de bodem vertakken. Vaste planten hebben meestal een rustperiode in de winter en sterven bovengronds af om in het voorjaar opnieuw uit te schieten.
Een roos is een struik, een plant met houtige takken, die rijk bloeit van juni tot in september. Bij de doorbloeiende rozen verschijnen er steeds weer nieuwe knoppen aan de takken, zodat u erg lang van de bijzondere bloemen kunt genieten.
Binnen 50 centimeter van de erfgrens: de heg of struik mag niet hoger zijn dan de schutting of scheidsmuur. Verder dan 50 centimeter van de erfgrens: er zijn geen regels voor de maximale hoogte van de heg of struik.
Rhododendrons zijn groenblijvende heesters die vroeg in het voorjaar bloeien. Ze staan graag in de halfschaduw in humusrijke iets zure (bos)grond en wortelen oppervlakkig. Van nature groeien ze langs bosranden.
bos (zn) : struik. heester (zn) : struik.
Bij de meeste bomen zijn de bloemen klein en groenachtig van kleur en daardoor onopvallend. Struiken daartegen hebben vaak grote en kleurige bloemen. In de lente overheersen ze soms het landschap. Meidoorn en Vogelkers zijn daar mooie voorbeelden van.
Welke groenblijvende bomen zijn geschikt als bescherming tegen inkijk? Bladhoudende bomen die goed geschikt zijn tegen inkijk zijn onder andere de Europese hulst, de wintergroene liguster of de Europese taxus. Ze hebben een dicht gebladerte of naalden en kunnen ook allemaal als heg worden geplant.
Een heester is een plant waarvan de stengels verhouten. Het is een grote groep planten waarvan er altijd wel een soort is die in een ander jaargetijde bloeit. Het is daardoor mogelijk om jaarrond een bloeiende tuin aan te leggen.
De boom heeft een duidelijke stam, terwijl een heester uit verschillende takken bestaat. Doordat een boom een grote, sterke stam heeft in het midden kan deze heel hoog en groot worden en een heester niet.
Ook bij struiken kan een enkele stam overblijven, waardoor de struik ineens een boom kan worden genoemd.
Hoe snel een struik groeit, is niet in het algemeen te beantwoorden. Afhankelijk van het type struik groeien snelgroeiende struiken tussen 20 en 120 centimeter per jaar.
Bekende soorten zijn de vlinderstruik voor een arme grond, Hortensia's voor een zure grond, zowel de gewone, pluimhortensia en boerenhortensia's bloeien relatief lang. Ook de Sneeuwbal en Skimmia struiken bloeien best lang.
Inheemse planten zijn planten die van nature in Nederland voorkomen. Ze zijn zonder hulp van mensen hier terecht gekomen en goed aangepast aan ons klimaat.
Struiken met paarse bloemen zijn een uitstekende aanvulling voor vrijwel elke tuin. Er is een verscheidenheid aan soorten heesters met prachtige, opvallende bloemen in dieppaarse tinten. Enkele van de meest voorkomende voorbeelden zijn de rhododendron, sering en magnolia.
Wat doe ik als de boom of heg van mijn buren te dicht bij mijn erfgrens staat? Volgens de wet moet een boom minimaal 2 meter van de erfgrens staan. Een heg of struik moet minimaal 0,5 meter van de erfgrens staan. Soms geldt een uitzondering en mogen bomen en planten toch dichterbij staan.
Een eigenaar van een perceel kan zich verzetten tegen de overhangende beplanting van zijn buurman. Soms kan een huurder zich ook hiertegen verzetten. Dit kan door te vorderen dat de buurman tot aan de erfgrens snoeit. Wanneer de buurman niet binnen een gestelde termijn snoeit mag de benadeelde dit ook zelf doen.
Zorgt je buur niet voor het nodige onderhoud, dan kan je hem eerst beleefd vragen alsnog het nodige te doen. Helpt dat niet dan kan je een aangetekende brief sturen waarin je hem aanmaant het nodige te doen en hem aansprakelijk stelt voor de eventuele schade.