Juffers hebben een lang, dun achterlijf.In tegenstelling de tot echte libellen hebben de vleugels van juffers alle vier dezelfde vorm. De vleugels worden in rust meestal langs of boven het achterlijf samengeklapt. De ogen zijn gevormd als een halve bol en zijn geplaatst aan de zijkanten van de kop.
Libellen in je tuin zijn een zegen tegen muggenplagen. Daarnaast eten ze ook andere kleine insecten zoals vliegen en microvlinders. Grotere libellensoorten durven ook wel een een vlinder of een andere libel schaken. Als larve, eet de libel onderwaterinsecten en andere kleine waterdiertjes.
Libellen kunnen niet steken of bijten. Om te steken hebben ze simpelweg de middelen niet: libellen hebben geen angel. Libellen hebben wel kaken, waarmee ze insecten fijnkauwen. Deze kaken zijn bij de meeste soorten te zwak om door de menselijke huid heen te komen.
Met libellen kan dus zowel de hele groep (inclusief juffers) worden bedoeld, of alleen de echte libellen. En dat kan soms verwarrend zijn. Het fysieke verschil tussen de juffer en de libel zit hem voornamelijk in de vleugels. De vleugels van een juffer hebben alle vier dezelfde vorm.
Duizenden ogen
Het lijkt alsof libellen ('echte' libellen en waterjuffers) gewoon twee ogen hebben, maar in werkelijkheid hebben ze er tien- tot vijftigduizend. Elk apart 'oogje', een visuele eenheid genoemd, heeft een eigen lens waardoor een libel dus tienduizenden lenzen heeft.
De meeste libellensoorten overwinteren als ei of larve in en rond het water, maar er zijn ook soorten die voor drogere plekken of tijdelijke waterplassen kiezen om hun eitjes af te zetten.
Bij libellen zijn de vleugels niet met elkaar verbonden, zoals bij veel andere insecten. Hierdoor kunnen de vier vleugels los van elkaar worden aangestuurd en kan de libel opmerkelijke kunsten uithalen, zoals stilstaan in de lucht, verticaal opstijgen en zelfs achteruit vliegen.
Als totemdier staat de libel voor transformatie en de gave om je aan omstandigheden te kunnen aanpassen. Als de libel in je leven verschijnt, wordt van je gevraagd om na te denken over illusies en slechte gewoonten en om speelser in het leven te staan.
De blauwe glazenmaker (Aeshna cyanea) is een echte libel uit de familie van de glazenmakers (Aeshnidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1764 als Libellula cyanea gepubliceerd door Otto Friedrich Müller. De blauwe glazenmaker is een van de meest waargenomen libellen.
Libellen hebben water nodig
De libellenlarven leven op de bodem van de vijver of verschuilen zich tussen de waterplanten. Het hebben of aanleggen van een vijver is dus de eerste stap om libellen naar uw tuin te lokken.
Waterjuffers eten kleine diertjes en hebben kaken om deze te vermalen, maar voor een mens zijn deze veel te klein om wonden te veroorzaken. De waterjuffer kan niet steken en is niet giftig en is dus ongevaarlijk.
Libel en libelle zijn allebei juist. De oorspronkelijke vorm is libel; de vormvariant libelle is daar eind negentiende eeuw bij gekomen.
Deze reuzenlibel leefde 300 tot 275 miljoen jaar geleden en was met een spanwijdte tot 71 cm, een lichaamslengte van 43 cm en een gewicht van 450 gram het grootste vliegende insect aller tijden. De grootste libel van nu heeft een spanwijdte van 11 cm en weegt ca.
Libellen worden gegeten door verschillende soorten valken, zwaluwen en kwikstaarten – en mensen. Zelf zijn het rovers die alles eten wat kleiner is dan zijzelf (als larve) of alles wat vliegt aan insecten, ook als het groter is dan zijzelf (als imago) – inclusief elkaar.
Vijanden van volwassen libellen zijn voornamelijk vogels, insectenetende zoogdieren en kikkers. Vogels die graag libellen eten zijn onder andere bijeneters, boomvalken en zwaluwen.
Het laatste stadium van zijn levenscyclus is de libelle volwassen en wordt imago genoemd. Dit stadium duurt van enkele weken bij juffers tot twee maanden bij de 'echte' libellen. De bruine- en noordse witsnuitlibellen kunnen tot acht maanden oud worden omdat ze als imago overwinteren.
De waterjuffers (Coenagrionidae) zijn de soortenrijkste familie van de juffers (Zygoptera), een van de twee onderordes van de libellen (Odonata). In totaal zijn er 101 geslachten met 1143 verschillende soorten beschreven.
Goede inheemse moerasplanten zijn de dotterbloem, gele lis (Iris pseudacorus) en zwanenbloem (Butomus umbellatus). De laatste heeft wel gezond water nodig, maar is erg mooi en trekt veel zweefvliegen, die de libellen lekker kunnen oppeuzelen.
Denk bijvoorbeeld aan de kracht van een olifant, de snelheid van een antilope, de speelsheid van een dolfijn. Van oudsher gaat een medicijnman (Sjamaan) een relatie aan met een krachtdier of een totemdier door zijn eigen ziel te verbinden met de ziel van het krachtdier zodat hij de vermogens van dat dier kan overnemen.
Het totemdier libel vraagt je om niet in beperkingen te denken en te realiseren dat deze beperkingen soms door jezelf opgelegd worden. De vlucht van de libel staat voor vooruitgang, maar ook voor flexibiliteit.
Veel mensen geloven dat het zien van een vlinder een teken is van een overleden geliefde die een boodschap naar jou stuurt. Deze interpretatie is meer spiritueel dan filosofisch, want in bepaalde culturen worden vlinders als voortekenen gezien. Ze vertegenwoordigen een gevoel van onschuld, liefde en zachtmoedigheid.
'Echte' libellen hebben deze kieuwbladen niet en halen vooral zuurstof uit het water dat zich in het laatste deel van hun darmen bevindt. Bij verstoring kunnen ze dit water snel naar buiten spuiten, waardoor ze een stukje wegschieten.
Een libel wordt als het ware tweemaal geboren: een eerste keer als de larve uit het ei komt en een tweede keer als de larve transformeert tot volwassen insect. De opdracht om de levenscyclus rond te maken is razend moeilijk door de vele gevaren die libellen tijdens deze drie stadia bedreigen.
Ze eten allerlei dieren: eencellige diertjes, wormpjes, insectenlarven, als deze maar de geschikte grootte hebben. De larven zelf worden gegeten door vissen, waterroofkevers en grotere libellenlarven.