Vrouwelijke gladiatoren waren zeldzaam, maar komen wel voor in de Romeinse literatuur. Gaius Suetonius Tranquillus schrijft in zijn biografie van diverse keizers – De vita Caesarum – dat keizer Titus Flavius Domitianus het geweldig vond om te zien hoe vrouwen en dwergen in de arena tegen elkaar vochten.
Gladiatoren waren over het algemeen slaven, ter dood veroordeelde misdadigers of krijgsgevangenen, alle mensen die in de Romeinse wereld geen rechten genoten en wier leven als vervangbaar werd beschouwd, terwijl de veroordeelden en krijgsgevangenen, bijzonder fel omdat ze jarenlang van strijd hadden overleefd en lijden ...
Er waren allerlei varianten. Zo werden er soms wilde tijgers in het spel gebracht of werden historische veldslagen nagebootst. De gladiatorengevechten dienden niet alleen ter vermaak, maar ook voor het verspreiden van de krijgersethiek en voor het verbeteren van de verstandhouding tussen het keizerlijk hof en het volk.
Bijzondere soorten gladiatoren
Waarschijnlijk vochten ze eerst te paard en vervolgens te voet.
Bloeddorstige Romeinse gladiatoren hadden weinig op met vlees. Hun dieet was met veel graanproducten grotendeels vegetarisch. Ook dronken ze een 'powerdrankje' op basis van as van verbrande planten.
Gladiatoren waren dik
In films hebben gladiatoren vaak een gespierd en getraind lichaam, maar in werkelijkheid waren de meeste vechters moddervet. Ze aten waarschijnlijk met opzet te veel, omdat een flinke vetlaag zenuwen en slagaderen beschermde tegen diepe snijwonden.
De maaltijden van de gladiatoren bestonden – net als die van de 'gewone' bevolking – voornamelijk uit graan en gerechten zonder vlees. Dat gladiatoren in historische bronnen vaak 'gerst-eters' worden genoemd zou niet te verklaren zijn doordat zij in vergelijking tot de 'gewone' bevolking bijzonder veel granen aten.
Spartacus is ongetwijfeld de bekendste gladiator uit de Romeinse geschiedenis. Hij was afkomstig uit Thracië (het huidige Balkangebied), gevangengenomen en tot slaaf gemaakt door de Romeinen. Hij werd tot gladiator opgeleid in de gladiatorenschool van Lentulus Batiatus in Capua.
#11 Gladiator – R.
Het gevaarte is 62 meter hoog en aan beide uiteinden hangt een gondel. In iedere gondel kunnen tien mensen plaatsnemen, vijf aan elke kant. De gondel draait zelf én de arm draait rond.
Een gladiator die het had uitgeschreeuwd van de pijn of om zijn leven had gesmeekt, werd als een lafaard gezien. Als zo'n eerloze strijder verloor en doodverklaard werd, rende een slaaf de arena in om zijn schedel met een knuppel in te slaan. Dan werd de dode de arena uit gesleept.
Gladiatoren waren ingedeeld in verschillende types, naargelang de wapens waarin ze getraind waren. De thraex (of Thraciër) had een kort schild, hoge beenplaten en een kort kromzwaard. De murmillo had een langer schild, kortere beenplaten en een lang zwaard. Zijn helm had een hoge vertikale kam en een brede rand.
In deze kooien werden tijdens gladiatorenspelen leeuwen, tijgers, olifanten, honden, wolven of andere wilde dieren gestopt. Eenmaal met kooi in de arena gehesen, ging het luik open en moest de leeuw het bijvoorbeeld tegen een neushoorn opnemen. Het was een gevecht op leven en dood.
De gladiatoren uit het oude Rome woonden en trainden in gevangenissen in kastelen.
Een Amfitheater is een Romeinse arena. In een Amfitheater werden gladiatorengevechten gehouden, maar ook dierengevechten.
Historici schatten dat in de loop der eeuwen tussen de 300.000 en 500.000 mensen in het Colosseum zijn gestorven.
Gladiator is een Amerikaanse-Britse film uit 2000 die zich afspeelt in de Romeinse tijd. De film werd geschreven door David Franzoni en geregisseerd door Ridley Scott. Het is een fictief verhaal geïnspireerd op keizer Commodus en zijn vader Marcus Aurelius.
Gladiatoren waren meestal slaven die voor de lol van de keizer en andere Romeinen tegen leeuwen en 'goede' gladiatoren moesten vechten. Deze slaven waren boeren die werden ontvoerd, omdat ze niks waard waren tegenover de soldaten van de keizer.
1. Flamma was verknocht aan de arena. Duizenden gladiatoren lieten het leven in de vele arena's van het Romeinse Rijk – arm, onbekend en veracht. Een bijzondere uitzondering was de gladiator Flamma, die zich in de periode rond 50 n.
Gladiatorenspelen en wagenrennen waren erg populair bij het Romeinse volk. Voor de Romeinse keizer diende dit volksvermaak een politiek doel. Het was – naast de graanuitdelingen – een belangrijk middel om het volk tevreden te houden.
Venatio (meervoud venatio-nes, naar het Latijnse woord voor jachtpartij) noemde men in het Romeinse Rijk het volksvermaak waarbij mensen tegen wilde (roof)dieren of dieren onderling tegen elkaar in het strijdperk traden.
Daarin vonden bijvoorbeeld toneelstukken, jachten op dieren, terechtstellingen van veroordeelden en gladiatorengevechten plaats. In de vroege ontwikkeling van volksvermaak waren er nog geen vaste gebouwen voor deze verschillende vormen van vermaak.
door Romulus en Remus. In de, volgens de Romeinse overlevering, tweehonderdvijftig jaar durende (753 - 509 v. Chr.) koningstijd, zijn er na Romulus nog zes (grotendeels legendarische) koningen geweest.
De Romeinse slaaf Spartacus leidde in de eerste eeuw voor Christus een grote slavenopstand die duurde van 73 tot 71 voor Christus. Over zijn jonge jaren is vrij weinig bekend. Er wordt gezegd dat hij werd geboren in Thracië, een gebied in de huidige Balkan.
een nieuwe en permanente naumachie bouwen ter gelegenheid van de opening van de Tempel van Mars Ultor. Dit was een groot meer op de rechteroever van de Tiber. Bij de opening werd de Slag bij Salamis nagespeeld waarbij 3000 vechtenden werden ingezet.