TIA staat voor het Engelse “Transient Ischaemic Attack”. Dit is een tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen. Het is eigenlijk een kortdurend herseninfarct. De klachten van een TIA zijn dezelfde als die van een “gewone” beroerte maar duren meestal niet langer dan twintig minuten.
Bij een TIA is een bloedvat in de hersenen even afgesloten. U heeft hierdoor korte tijd klachten gehad. Bijvoorbeeld een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder of een ander gevoel in uw gezicht, arm of been.
Een TIA en een herseninfarct ontstaan op dezelfde manier. Er loopt een stolsel vast in een bloedvat. Bij een TIA lost dit stolsel vanzelf op, bij een herseninfarct niet. Daarom duren de klachten kort, vaak maar een paar minuten.
Na een TIA lopen mensen risico op het krijgen van een herseninfarct en dit risico is het grootst in de eerste dagen na de TIA. Eerder onderzoek wees uit dat een op de tien TIA-patiënten binnen 3 maanden een herseninfarct krijgt.
Stress als oorzaak
“In de jaren daarna volgden nog 4 beroertes en meerdere TIA's. De grootste oorzaak bleek stress.
TIA's geven geen blijvende verschijnselen, waardoor het moeilijk kan zijn om vast te stellen of je inderdaad een TIA hebt gehad. Het komt er immers op aan dat de arts uit je verhaal kan afleiden dat er een TIA is geweest. Als je verlammingen hebt gehad kun je dat vaak wel duidelijk vertellen.
Sommige patienten kunnen na ontslag direct naar huis, anderen gaan eerst nog naar een revalidatieafdeling. Afhankelijk van uw situatie, wordt u binnen 6 weken tot 3 maanden na het ontslag teruggezien op de poli Neurologie.
Na een TIA worden standaard de volgende medicijnen voorgeschreven: Acetylsalicylzuur, Clopidogrel (Plavix) en Simvastatine (Zocor).
Mensen met een obstructief slaapapneu syndroom (OSA) hebben een grotere kans een TIA of beroerte te krijgen. Goede behandeling van OSA kan TIA's en beroertes voorkomen. Dat concludeert onze neuroloog/somnoloog Mirjam Schipper in haar promotieonderzoek.
Bij een TIA treedt hoofdpijn vrijwel nooit op. - Tintelingen in handen en voeten, misselijkheid, en het zien van “schit- teringen” zijn verschijnselen die soms wel bij migraine optreden, maar vrijwel nooit bij een TIA. - TIA's beginnen plotseling. Meestal verdwijnen de verschijnselen binnen enkele minuten.
Om de kans op een nieuwe TIA of herseninfarct te voorkomen krijgt u medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden. Dit zijn plaatjesremmers, zoals bijvoorbeeld Clopidogrel (Grepid). Deze medicijnen zorgen ervoor dat de bloedplaatjes minder samenklonteren.
Bij een beroerte is een bloedvat in de hersenen afgesloten of kapot. Hierdoor werkt een deel van uw hersencellen opeens niet meer. U krijgt hierdoor klachten. Bijvoorbeeld een verlamde arm of een verlamd been, een scheve mond, moeite met praten, niet goed zien, of minder of ander gevoel in gezicht, arm of been.
Een TIA is niet te zien op een CT- of MRI-scan. De scans sluiten vooral andere oorzaken uit, zoals een hersenbloeding of infarct.
Symptomen van een TIA
De kenmerken van een TIA lijken veel op de symptomen van een beroerte of herseninfarct. Mogelijke verschijnselen van een TIA zijn: Een plotseling verlies van gevoel, zwakte of een prikkelend gevoel in je armen, gezicht of benen. Zichtveranderingen zoals dubbelzien of blindheid in een oog.
Onderzoek en diagnose
Bloedonderzoek: Voor bloedonderzoek nemen we één of meerdere buisjes bloed af uit een ader. In het laboratorium meet de laborant onder meer de suiker- en vetstofwisseling en de nierfunctie. Mri-scan: Een mri (magnetische resonantie imaging) is een scan die een afbeelding van de hersenen maakt.
Vermoeidheid komt na een TIA of CVA vaak voor. De vermoeidheid is voor uw omgeving niet zichtbaar, maar kan grote invloed hebben op uw dagelijks leven. De vermoeidheid kan direct na het CVA ontstaan. Twee jaar na een CVA heeft de helft van de mensen nog last van vermoeidheidsklachten.
“Mensen die veel zitten hebben veertig procent meer kans binnen drie jaar na hun beroerte te overlijden.” Jaarlijks krijgen zo'n 43.000 mensen een beroerte. Van de mensen die een beroerte overleven, krijgt één derde binnen vijf jaar een nieuwe beroerte of overlijdt.
Na een beroerte komt u op de stroke unit. Dit is een onderdeel van de afdeling neurologie in het ziekenhuis. De meeste mensen blijven daar ongeveer 2 dagen.
Na een herseninfarct of TIA krijgt u medicijnen om de kans op nóg een herseninfarct of TIA te verkleinen. Deze medicijnen blijft u in principe uw leven lang gebruiken.
Een TIA (Transient Ischemic Attack) is een tijdelijke kortdurende verstopping van een slagader, die dezelfde klachten geeft als een herseninfarct. TIA's kunnen een voorteken zijn van een herseninfarct. Mensen die een TIA hebben gehad, lopen dus een verhoogd risico op een herseninfarct.
Na een beroerte (CVA) of een TIA (een korte voorbijgaande beroerte), worden vaak bloedverdunners voorgeschreven om de kans op herhaling van een beroerte te verkleinen. Bloedverdunners zorgen ervoor dat er minder snel stolsels in het bloed ontstaan. Het zorgt er dus voor dat het bloed 'dun' genoeg blijft.
Heeft u een herseninfarct of TIA gehad? Bespreek dan met uw arts wat de gevolgen zijn voor autorijden. Volgens de wet mag u minimaal 2 weken of 3 maanden niet rijden.
TIA = Transient Ischemic Attack
Hierdoor krijgt een gedeelte van de hersenen even geen zuurstof en voeding. Dit leidt tot uitval. Iemand met een TIA kan een hangende mondhoek hebben. Slecht praten (niet op woorden kunnen komen, vreemde taal uitslaan etc).
Op de afdeling Radiologie maken we een MRI/CT-scan van uw hersenen. Met deze scan kunnen we zien of de TIA blijvende schade aan uw hersenen heeft veroorzaakt. En we kijken of de bloedvaten in uw hersenen verder in orde zijn.