Bij dementie functioneren je hersenen steeds minder goed doordat zenuwcellen of verbindingen tussen de cellen in de hersenen kapotgaan. Parkinson dementie ontstaat in het gebied van de hersenen dat ook door de ziekte van Parkinson is aangetast.
Dementie en parkinson
35 tot 55 procent van de mensen met de ziekte van Parkinson krijgt dementie. In de meeste gevallen gaat de persoon trager denken en spreken. Hij krijgt problemen met het ophalen van informatie. Ook het vermogen tot abstract denken neemt af.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben geen grotere kans op de ziekte van Alzheimer, maar zij hebben wel een verhoogde kans op dementie. Deze parkinson-dementie heeft andere symptomen dan de bekende 'alzheimer-dementie'.
Veel mensen met Parkinson hebben last van apathie (lusteloosheid). Dit zorgt voor een verminderde kwaliteit van leven van zowel de patiënt als hun naasten. Er wordt onderzoek gedaan of medicijnen invloed kunnen hebben op de hoeveelheid dopamine, wat mogelijk apathie bij patiënten kan verminderen.
Parkinson herken je ook aan de aparte manier waarop je beweegt. Tijdens het lopen kun je meer gaan sloffen en schuifelen en meer voorovergebogen lopen. Soms blokkeren je voeten plotseling tijdens het lopen ('Freezing of gait'). Je voeten lijken 'vastgeplakt' aan de grond.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Door te weinig dopamine worden signalen in de hersenen niet of niet goed doorgegeven. Ook andere hersencellen en stoffen in de hersenen werken minder goed. We weten nog niet waarom de hersencellen die dopamine maken afsterven. Bij jonge mensen die de ziekte van Parkinson krijgen, kan het erfelijk zijn.
Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Wat we wel weten is dat een tekort aan de stof dopamine in de hersenen een groot deel van de problemen en symptomen van parkinson veroorzaakt. Dit tekort ontstaat door het afsterven van dopamineproducerende zenuwcellen in een specifiek gebied van de hersenen: de zwarte kernen (substantia nigra).
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Voor mensen met de ziekte van Parkinson geldt dat zij rijgeschikt zijn voor de rijbewijzen A, B en BE (motorfiets, auto en auto met aanhanger, groep 1) als er geen relevante lichamelijk en of geestelijke functiebeperkingen zijn die interfereren met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen.
Een klassiek symptoom van de ziekte van Parkinson is de aanwezigheid van Lewy bodies in hersencellen. Dit zijn klontjes van het alpha-synucleïne-eiwit. Normaal gesproken ruimen de immuuncellen deze klontjes op. We hebben aanwijzingen dat dit onvermogen tot het opruimen van de hersenen tot de Parkinsonsymptomen leidt.”
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Zelfstandig blijven wonen is mogelijk, ook als er geen partner in huis is. Hoelang iemand met de ziekte van Parkinson zich alleenwonend kan redden, hangt grotendeels af van het tempo waaraan de ziekte evolueert.
De aandoening is dan multifactorieel erfelijk. Bij ongeveer 15 op 100 (15%) van de mensen met Parkinson kwam de aandoening al eerder in de familie voor. Maar bij minder dan 5% van de mensen met Parkinson wordt een erfelijke aanleg gevonden.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaker zicht- en oogproblemen zoals wazig zien, symptomen van droge ogen, moeite met diepte inschatten en dubbelzien, dan mensen van dezelfde leeftijd zonder de aandoening.
De kernsymptomen tremor, bradykinesie, rigiditeit en houdingsinstabiliteit worden soms voorafgegaan door klachten van de reuk (verminderde reuk), obstipatie, depressie en slaapstoornissen. Deze klachten zijn echter zo aspecifiek dat de diagnose parkinson in dit stadium zelden wordt gesteld.
Een MRI-scan is een soort foto van de binnenkant uw hoofd. De arts ziet dan of er misschien een andere oorzaak van uw klachten is. Bijvoorbeeld een andere ziekte die lijkt op de ziekte van Parkinson of schade in uw hersenen. Dit is te zien op de MRI-scan.
Brain Food zoals kip, zeevruchten, peulvruchten, amandelen, avocado's en bananen zit boordevol aminozuren, waaruit je hersenen dopamine kunnen aanmaken.
Parkinson veroorzaakt traagheid in bewegen, in denken, handelen en communicatie. Onder tijdsdruk en stress verergert het. Tip: straal rust uit, doe kalm aan, neem uitgebreid de tijd en jaag de persoon niet op. Praat niet te snel en wacht rustig op een antwoord.
Er is behoefte aan een wetenschappelijk advies over het gebruik van vitamine D bij de ziekte van Parkinson. Een tekort van vitamine B12 kan onder andere leiden tot anemie (normo- of macrocytair), onverklaarde polyneuropathie en cognitieve klachten.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.