De cognitieve psychologie is de tak van de psychologie die zich met cognitie bezighoudt, dus met alle psychische processen die te maken hebben met zaken als begrip, kennis, herinneringen en geheugen, probleemoplossen en informatieverwerking. Het is een van de cognitiewetenschappen.
Cognitieve functies of vaardigheden zijn onder meer geheugen, intelligentie, taal en concentratie. Dankzij die functies bent u in staat om informatie en kennis op te nemen en te verwerken.
Cognitie is een ruim begrip voor denken en waarnemen, dus gedragingen die ofwel tot kennisverwerving leiden of voor het gebruik van kennis nodig zijn. Cognitie, de ontwikkeling van denken en kennen, zorgt ervoor dat iedereen op zijn/haar eigen manier de wereld organiseert.
Het thema Non-cognitieve vaardigheden richt zich op vaardigheden die nodig zijn om kennis in de praktijk te brengen. Voorbeelden van non-cognitieve vaardigheden zijn: een planning maken. voor- en tegenargumenten over een stelling opzoeken.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: cognitief (bn) : kennend, verstandelijk.
U kunt dan denken aan: vergeetachtigheid, vergeten welke dag het is of niet op woorden kunnen komen, problemen niet kunnen oplossen, verstoring van het dag- en nachtritme, verdwalen, zichzelf en het huishouden niet meer verzorgen en apathie. Deze problemen kunnen verschillende oorzaken hebben.
Cognitie, ook wel kenvermogen, is het vermogen tot kennisverwerving, via zintuiglijke waarneming en het vervolgens verwerken van de informatie door het denken.
Regelmatig bewegen verbetert namelijk de cognitieve functies in je brein. Niet alleen wordt het motorische gedeelte in de hersenen geprikkeld, maar ook de gebieden die te maken hebben met geheugenprocessen. Hierdoor krijgen je geheugen, leervermogen en concentratie een boost!
Er zijn verschillende manieren om het cognitief functioneren van mensen na een beroerte te onderzoeken, bijvoorbeeld door middel van een neuropsychologisch onderzoek, cognitieve screeningsinstrumenten (zoals de MoCA) of vragenlijsten over cognitieve klachten.
Verschillende Beperkingen - Cognitieve of neurologische beperking. Cognitieve en neurologische beperkingen hebben te maken met het zenuwstelsel, inclusief de hersenen. Deze beperkingen kunnen spraak, gehoor, zicht, beweging en begrip beïnvloeden.
Een cognitieve stoornis kan tijdelijk of blijvend zijn. Tijdelijke cognitieve stoornissen komen bijvoorbeeld voor bij psychische problemen zoals depressie. Ook kunnen ze een lichamelijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld een ontregelde stofwisseling of een blaas- of longontsteking.
Cognitieve stoornissen zijn het gevolg van hersenletsel. De beschadiging van het hersenweefsel is ontstaan in de loop van het leven als gevolg van een ziekte of ongeval. Het centrale kenmerk is een 'breuk in de levenslijn': het leven voor en na het letsel verschilt essentieel.
Selectie van cognitieve tests
Voor de situatie dat een cognitieve stoornis waarschijnlijk is hebben wij de Abbreviated Mental Test (AMT), de Mini-Cog en de Mini-Mental State Examination (MMSE) overwogen.
Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD) is één van de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornissen in de kindertijd.
Cognitieve psychologie is de studie van mentale functies, waaronder aandacht, geheugen, bewustzijn, emotie, taal en actiecontrole. Het doel is om de complexe relaties tussen brein, cognitie en gedrag te begrijpen.
Dat zijn functies van de hersenen die zorgen dat we informatie kunnen verwerken en leren van onze ervaringen. Zoals onthouden, plannen, redeneren en beslissen.
Mensen met milde cognitieve stoornissen (MCI) merken dat hun geheugen hen in de steek laat. Ook kunnen zij zich vaak minder goed concentreren. Spullen raken eerder kwijt dan anders en afspraken worden makkelijker vergeten. Soms kost ook het spreken meer moeite, omdat iemand vaker naar woorden moet zoeken.
Gezond eten voor je geheugen betekent: veel broccoli en groene bladgroenten, zoals spinazie en andijvie. Je geheugen gedijt er prima bij. Voedingsmiddelen vol foliumzuur zijn ook prima voor je geheugen, denk aan erwten en linzen. En vis is belangrijk, vanwege de omega-3-vetzuren.
Symptomen van geheugenverlies
Naast het verlies van je geheugen, kun je geheugenverlies ook herkennen aan andere symptomen: Desoriëntatie/verwarring. Ongecoördineerde bewegingen (bijvoorbeeld meerdere malen tegen een tafel aanstoten). Valse herinneringen.
Met 'hogere cerebrale functies' worden functies bedoeld als zien, zich iets herinneren, redeneren, een plan uitvoeren of kwaad worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen cognitieve, conatieve en affectieve functies.
Heeft je naaste vooral last van geheugenproblemen, dan loopt ze een verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer. Heeft ze andere klachten, dan komt het vaker voor dat de cognitieve stoornis zich ontwikkelt tot andere vormen van dementie, zoals bijvoorbeeld Lewy body dementie of vasculaire dementie.
Cognitieve overprikkeling treedt op als iemand te moe is om te denken. Het brein kan het denken of bewuste waarnemingen niet meer bijbenen. Cognitieve overprikkeling kan een oorzaak ( een stapeleffect) zijn van zintuiglijke overprikkeling , waarbij een enkele zintuiglijke prikkel teveel kan zijn.