Als een hartspier te weinig zuurstof en voeding krijgt door een vernauwing van een kransslagader, kan er pijn op de borst optreden. Dit heet angina pectoris. Het hart pompt zuurstofrijk bloed door het lichaam om zo de weefsels te voeden. Om te kunnen werken heeft de hartspier zelf ook zuurstof en voeding nodig.
De meest gehoorde klachten zijn onder andere vermoeidheid, kortademigheid en vocht vasthouden. Doordat vocht in het lichaam ophoopt. Het verzwakte hart kan de bloedsomloop minder in beweging houden, waardoor vocht niet goed wordt afgevoerd. Op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaat vochtophoping.
De cardioloog kan bij angina pectoris medicijnen voorschrijven die de bloedvaten verwijden. Ook het terugbrengen van de hartslag en het verlagen van de bloeddruk zorgt ervoor dat het hart minder arbeid hoeft te leveren.
Uit de meest recente studie, de CASS, kunnen wij eveneens leren dat sommige patiënten met vernauwingen in de kransslagaders en met milde of geen angina pectorisklachten, een goede prognose kunnen hebben. 9 Na 8 jaar is 84 van de patiënten die medische behandeling kregen toegewezen, nog in leven.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Hartfalen treedt op wanneer het hart niet voldoende bloed door het lichaam kan pompen. Als gevolg daarvan hoopt zich vocht op in de benen, longen en andere weefsels in het lichaam.
Een stil infarct is een hartinfarct dat helemaal niet is herkend. Het is vaker een kleiner infarct. De klachten kunnen dan minder duidelijk zijn. Iemand denkt niet aan hartklachten of vindt de klachten niet ernstig genoeg om naar de dokter te gaan.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
Over het algemeen is hartfalen een aandoening die het meest voorkomt bij mensen van 60 jaar en ouder. Toch komt hartfalen ook bij jonge mensen voor, bijvoorbeeld als gevolg van ziekte van de hartspier (cardiomyopathie) of een aangeboren hartafwijking.
Het lukt uw hart 's nachts ook beter om dat extra vocht naar uw nieren te pompen. Uw nieren halen daar plas uit (water en afvalstoffen). Daarom moet u vaker plassen. Bij ernstig hartfalen kunt u ook moe en benauwd zijn zonder dat u zich inspant.
Te weinig zuurstof in het bloed kan leiden tot klachten als benauwdheid, moeheid, verwardheid en onrust. Neem contact op met je huisarts als je deze symptomen ervaart.
Zuurstoftekort kan tot allerlei restschade leiden met als eerste de aantasting van geheugen en cognitieve stoornissen. Deze gevolgen worden lang niet altijd onderkend. Bij een langer durend zuurstoftekort ontstaat ook neurologische uitval.
De symptomen van een lage zuurstof saturatie (zuurstof in bloed te laag) zijn vaak; Hoofdpijn. Sufheid. Benauwdheid.
Bij ernstig hartfalen kan uw hart al bij heel weinig inspanning niet meer zorgen voor genoeg zuurstof en voeding. De bloedvaten raken vol. Er kan vocht uit lekken. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.
Bij hoesten verhoog je de druk in de borstkas. Dit verbetert de bloedstroom en zo kan een hartstilstand worden voorkomen. Bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis heeft hoesten geen zin.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
Wat de maximale hartslag is, verschilt per persoon. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.
Mogelijk oorzaken van hartkloppingen zijn: fysieke of emotionele inspanning, hormonen, cafeïnehoudende dranken, drugs, alcohol en nicotine. In de meeste gevallen zijn hartkloppingen een reactie op een situatie. Hartkloppingen gaan dan vanzelf weer over.
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Wat merk ik bij een hartaanval? 3 van de 4 mensen met een hartaanval hebben een drukkend gevoel op de borst of pijn in de borst. Dit gaat niet weg bij rustig zitten of liggen. Het drukkende gevoel en de pijn zijn na 15 minuten nog niet weg.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.