Cholesterol en bloedvetten (triglyceriden) zijn bouwstoffen voor je lichaam. Een hoge cholesterolwaarde is geen ziekte. Het geeft geen klachten, maar kan wel je bloedvaten vernauwen. Daardoor vergroot het je risico op hart- en vaatziekten.
Triglyceriden. Ook voor het triglyceridengehalte geldt geen streefwaarde. Een waarde lager dan 1,7 mmol/l wijst op een lager risico op hart- en vaatziekten.
Je hebt wat triglyceriden nodig om gezond te kunnen leven. Hier zijn enkele richtlijnen voor triglyceriden in het bloed: normaal: minder dan 150 ml per dl (mg/dl) of minder dan 1,7 millimol per liter (mmol/l) bijna te hoog: 150 tot 199 mg/dl (1,8 tot 2,2 mmol/l)
Dit kan gewoon komen door de combinatie van veel sporten en weinig vet eten. Wanneer je verhoogde triglyceriden hebt, kan dit wel tot negatieve symptomen leiden. Je krijgt dan meer kans op hartkwalen doordat er teveel vet in bloed zit.
Haver, peulvruchten en fruit die pectine bevatten (zoals citrusvruchten, appels en grapefruits) helpen om je cholesterol te verlagen. In je darmen gaan de pectinevezels een verbinding met gal aan. Daardoor worden er minder vetten door je lichaam opgenomen.
Het probleem ontstaat echter wanneer er teveel cholesterol is dat opgehoopt blijft in de vaatwand. Dit zorgt voor een vernauwing wat bloed en zuurstoftoevoer verslechterd. Dit zorgt voor bijvoorbeeld het hebben van etalagebenen, sneller moe worden of andere doorbloedingsklachten.
Eet groenten.
Groenten bevatten eiwitten en het vervangen van vlees door deze eiwitbronnen kan je cholesterol binnen een paar weken omlaag brengen. Een lager cholesterolgehalte betekent ook minder triglyceriden. Gedroogde bonen, erwten en sojaproducten zijn ook rijk aan eiwitten.
Een langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie) heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte. Het veroorzaakt een hoger totaal cholesterol en een hoger LDL-cholesterol. Soms veroorzaakt het ook een hoger triglyceridengehalte. Dit komt doordat er minder LDL-cholesterol in de lever wordt afgebroken.
Bloedvetten (triglyceriden)
Ze leveren voornamelijk energie, en komen vooral uit voeding. Een teveel aan triglyceriden stapelt zich op. Ook een overschot aan zetmeel, suikers en alcohol in voeding wordt omgezet in triglyceriden. Je lichaam houdt die dan bij als een vetreserve.
Vetten (hetzij afkomstig uit voeding, hetzij opgeslagen in het lichaam) worden verbrand en omgezet in energie. Tijdens dit proces wordt triglyceride via hydrolyse eerst afgebroken tot een molecuul glycerol en drie vetzuurmoleculen. Vervolgens worden de vrijgekomen moleculen verbrand in de celademhaling.
Eieren bevatten cholesterol, maar voeding waar (veel) cholesterol in zit, hoeft niet per se tot verhoogde cholesterolwaarden in het bloed te leiden. Er is zeker een verband tussen cholesterol in voedingsmiddelen als eieren en cholesterolwaarden, maar het heeft een stuk minder invloed dan verzadigde vetten.
Een LDL-cholesterol onder de 3 mmol/L is goed.
Voor het slechte LDL-cholesterol is een zo laag mogelijke waarde het beste; het liefst 2,5 mmol/l of lager. Voor mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten is de streefwaarde voor LDL-cholesterol lager: lager dan 2,6 mmol/l bij mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten.
Uit onderzoek blijkt dat het eten van noten het LDL-cholesterol verlaagt. Noten behoren daarom tot de cholesterolverlagende voeding. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld: walnoten, amandelen, hazelnoten, cashewnoten, pistachenoten, macadamianoten, paranoten, pecannoten en ook pinda's.
Het eten van ongezouten noten en pinda's verlaagt het LDL-cholesterol, dat slecht is voor de bloedvaten, en verkleint de kans op hart- en vaatziekten.” Andere tips voor verantwoord beleg die het Voedingscentrum meegeeft: Zuivelspread is kant-en-klaar beleg dat ook in de Schijf van Vijf staat.
Om je cholesterol te verlagen, kan het daarom helpen om een ontbijt te maken waarin je wat minder producten met relatief veel verzadigde vetten (boter, volvette kaas en zuivel) eet en wat vaker producten rijk aan onverzadigde vetten (plantaardige margarines, avocado, noten en zalm) in je voeding probeert op te nemen.
Ook door stress kun je een hoge cholesterol hebben. Veel stress verhoogt het hormoon cortisol. Dit heeft op zijn beurt een effect op de verwerking van vet en suikers. Wat daarop volgt is een verhoging van de cholesterolwaarden.
Toch is het belangrijk om je cholesterolgehalte te kennen: een verhoogde cholesterol is immers een van de risicofactoren voor de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. De enige manier om te weten of je waarden normaal zijn, is om langs te gaan voor een cholesteroltest bij je huisarts.
Statines zijn de eerste keuze voor artsen. Meestal krijg je simvastatine. Als hiermee het cholesterol niet genoeg daalt, dan kan de arts een andere statine voorschrijven. Bijvoorbeeld atorvastatine of rosuvastatine.
Verschillende onderzoeken hebben laten zien dat met elke één procent verlaging van het cholesterolgehalte, de kans op een hartaanval met twee procent afneemt. 11. Hoe snel na het verlagen van mijn cholesterolgehalte neemt het risico af? Over het algemeen na twee jaar.