Symbool van spanning is U, eenheid de Volt (V).
Elektrische spanning
De hoeveelheid energie die wordt meegegeven aan de elektrische lading is de spanning (U). De eenheid van spanning wordt gemeten in volt (V).
Een pool is hierbij meestal 0 V, de andere wisselt tussen + en -. Spanning (grootheid U, eenheid V van Volt) is het aantal joule dat door 1 Coulomb lading wordt afgegeven. U = I * R Dit is de wet van Ohm. Deze geldt alleen als de weerstand constant is.
Elektrische spanning – ook bekend als het elektrische potentiaalverschil – is het verschil in potentiële elektrische energie tussen twee punten per eenheid van lading. In het SI-stelsel wordt dit uitgedrukt in volt (V). Als symbool voor de elektrische spanning wordt het symbool U gebruikt.
Gelijkstroom en wisselstroom zijn twee verschillende soorten stroom. Het verschil tussen gelijkstroom en wisselstroom is dat de spanning bij wisselstroom steeds van richting verandert en dat de spanning bij gelijkstroom altijd in dezelfde richting loopt.
stroom sterkte = de hoeveelheid elektrische lading die per seconde door een draad stroomt. spanning = is de druk die de voedingsbron van een stroomkring uitoefent om geladen elektronen (stroom) door een geleidende lus te duwen, waardoor deze bijvoorbeeld een lamp kunnen laten branden.
Hoeveel energie een apparaat per seconde gebruikt wordt ook wel het vermogen genoemd. Symbool: P, eenheid Watt (W).
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Spanning kan zonder stroom, stroom kan niet zonder spanning. Dat is logisch. Als de kraan dicht zit verplaatst het water in de leiding zich niet terwijl er wel druk op staat. Andersom kan stroming niet zonder druk.
Ampère ( A ) is de eenheid van stroomsterkte ( I ) en geeft aan hoeveel elektriciteit (lees: hoeveel elektronen) er door een apparaat loopt. Volt ( V ) is de eenheid voor spanning ( U ) en geeft aan hoeveel energie de elektriciteit met zich mee brengt. Wat hebben ze met elkaar te maken?
Het elektrisch vermogen van een apparaat is het aantal watt (W) dat nodig is om het te laten functioneren. Om het nodige vermogen te weten te komen, moet je de stroom, of de hoeveelheid verbruikte elektriciteit (ampère), vermenigvuldigen met de elektrische spanning, of de “sterkte” van de stroom (volt).
Er zijn vijf vormen van spanning: drukspanning, trekspanning, moment, schuifspanning en torsie.
Formules spanning, stroom, weerstand, vermogen
Watt = Volt2 / Ohm. Ampère = Watt / Volt. Volt = Watt / Ampère.
Elektrische lading, vaak kortweg lading genoemd, is een natuurkundige grootheid (symbool Q) die aangeeft op welke manier een deeltje wordt beïnvloed door elektrische en magnetische velden.
De joule is de eenheid van energie in het SI-stelsel. Het is de energie die nodig is om een voorwerp over één meter te verplaatsen met een kracht van één newton.
E is normaal gesproken energie. Een van de vormen van energie is warmte. Die vorm wordt traditioneel met Q aangeduid - omdat men dat deed voordat men doorhad dat warmte en energie hetzelfde zijn.
Arbeid is een maat voor hoeveel moeite iets kost en is altijd gekoppeld aan een bepaalde kracht. De arbeid (W) die een kracht (F) verricht is gelijk aan de kracht keer de verplaatsing (s) die de kracht veroorzaakt (W=F·s).
In de natuurkunde is de ampère, met symbool A, een eenheid van elektrische stroomsterkte. De ampère is een van de zeven grondeenheden van het SI-stelsel en is genoemd naar de Franse fysicus André-Marie Ampère (1775–1836), een van de hoofdontdekkers van het elektromagnetisme.
Een geladen deeltje bezit in een elektrisch veld een bepaalde energie. Deze energie wordt elektrische energie genoemd. De elektrische energie per ladingseenheid wordt ook wel de spanning genoemd.
Stroom is daar een onderdeel van, maar ook statische elektriciteit, bliksem en inductie zijn vormen van elektriciteit. Het woord is afgeleid van het Griekse elektron.
De elektriciteit die bij jou thuis uit het stopcontact komt is onderdeel van een grote schakeling in je huis. De spanning waarop deze schakeling werkt (de netspanning) is in Nederlands 230 V wisselspanning. Centraal in deze schakeling staat de meterkast.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting.
Om een elektrische stroom langs een punt op te wekken heb je een spanningsverschil tussen twee punten nodig. Elektrische stroom stroomt altijd van de plus naar de min kant van een spanningsbron. Dit is dus tegengesteld aan de elektronen die door een draad stromen, die gaan van min naar plus!