het plangebied zelfst. naamw. Verbuigingen: plangebiedenVerbuigingen: plangebiedje ''(ruimtelijke ordening)'' terrein waar een overheid samenhangende opvattingen of regels voor vastlegt, gronden en wateren binnen de grenzen van een ruimtelijk plan Bron: WikiWoord...
Bestemmingen zijn o.m. Wonen, Kantoor, Bedrijven, Horeca, Dienstverlening, Groen, Natuur, Water, Maatschappelijk, Verkeer, Verkeer-Verblijf, Tuin, Centrum, Waarde (bv. archeologisch).
U kunt de bestemmingsplannen van provincies, gemeenten en Rijk inzien op de website Ruimtelijkeplannen.nl . Ook kunt u bij uw eigen gemeente structuurvisies en (ontwerp)bestemmingsplannen van uw omgeving bekijken. In een structuurvisie staat een beschrijving van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.
Een bestemmingsplan bestaat uit 3 onderdelen: een toelichting, regels en een kaart (de “verbeelding”). De toelichting legt uit waarom het plan is opgesteld en welke ontwikkelingen in het gebied zijn meegenomen.
Besluitgebied. Het besluitgebied is het gebied waarvoor de beheersverordening van toepassing is. De regelingen die niet specifiek gekoppeld zijn aan een besluitvlak of een besluitsubvlak, zijn van toepassing op het hele besluitgebied. De regels zijn gericht op het behouden van de bestaande situatie.
Ja, in de Wet ruimtelijke ordening is vastgelegd dat een bestemmingsplan elke tien jaar opnieuw moet worden vastgesteld. Dat kan door een heel nieuw bestemmingsplan vast te stellen, maar ook door het nemen van een verlengingsbesluit.
Als een gemeente een bestemmingsplan niet tijdig actualiseert en dat bestemmingsplan dus ouder wordt dan tien jaar, mag die gemeente geen leges meer heffen voor vergunningen die op basis van het verouderde bestemmingsplan worden verleend.
De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast. Dit volgt uit artikel 3.1, lid 1 en artikel 3.8, lid 1, onder e, Wet ruimtelijke ordening.
U betaalt ook de kosten voor het aanpassen van het bestemmingsplan. Hoeveel dit is, is afhankelijk van de uren die de gemeente eraan moet besteden. Bestemmingsplannen kosten meestal tussen de €10.000,00 en € 20.000,00.
Een bouwblok is een ruimtelijke figuur, waarvan het bouwvlak wordt aangegeven op een plankaart. Een gebouw mag alleen geplaatst worden binnen de grenzen van het bouwblok. Het bouwvlak mag tot een bepaald percentage bebouwd worden, bijvoorbeeld 70%. Meestal is een bouwvlak van een arcering voorzien.
De eerste mogelijkheid is om bij de gemeente de bestemming op te vragen. U kunt hiervoor bellen naar de gemeente. Een grotere gemeente heeft meestal een aparte afdeling die informatie over bestemmingsplannen verschaft. Anders kunt u het opvragen bij de afdeling Bouwen en Wonen.
Verjaring kan een rol spelen bij de vaststelling van een bestemmingsplan. Er moet dan echter wel sprake zijn van een evidente privaatrechtelijke belemmering.
Aanbouwen mogen in principe 4 meter diep zijn en de maximale hoogte gelijk aan de begane grond, plus 30 cm (met een maximum van 5 meter). Bij recreatiewoningen en woonwagens mag je niet vergunningsvrij aanbouwen. Een aanbouw moet op de grond staan en mag geen dakterras of verdieping hebben.
Een bestemmingsplan is een juridisch bindend plan voor burgers en overheid. Een bestemmingsplan geldt als toetsingskader voor omgevingsvergunningen (bouwplannen).
Alleen als er geen bestemmingsplan geldt kan men ook uitgaan worden van de feitelijke bestaande situatie. Alle mogelijkheden van het geldende bestemmingsplan vertalen naar een beheersverordening, ook degene die nog niet gerealiseerd zijn, is niet in lijn met de bedoeling van de beheersverordening.
Wilt u weten welke bestemming geldt op een bepaald perceel, dan vraagt u dit best na bij de gemeente. Zij hebben een overzicht van alle geldende plannen (ruimtelijke uitvoeringplannen van gewest, provincie of gemeente, maar ook bijzondere plannen van aanleg) die het gewestplan intussen mogelijks hebben vervangen.
Aan een omgevingsvergunning ligt een concreet project ten grondslag en er kunnen geen algemene regels in worden opgenomen. In een bestemmingsplan worden daarentegen regels opgenomen die voor herhaalde toepassing zijn.
Afwijken van het bestemmingsplan is een activiteit waarvoor een omgevingsvergunning van B&W nodig is. Bij afwijken van het bestemmingsplan blijft het onderliggende bestemmingsplan onveranderd. Het herzien van een bestemmingsplan, dat iedere tien jaar moet plaatsvinden, is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
De plankaart lezen
Heeft u een pand of locatie op het oog, zoek deze dan op de plankaart van uw gemeente op. De kleur op de kaart geeft de bestemming aan. Bijvoorbeeld: geel is “wonen” en paars is “bedrijven”. Vervolgens kunt u in de regels lezen wat elke bestemming betekent: wat mag wel en wat mag niet op de locatie.
Om beroep in te stellen moet u uw zienswijze kenbaar hebben gemaakt tijdens de ontwerpfase van de bestemmingsplanprocedure. Heeft u dat niet gedaan? Dan kunt u alleen beroep aantekenen tegen wijzigingen die de gemeenteraad heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan.
Als de bestemming van een pand of perceel moet worden veranderd, dan heeft de gemeente beleidsruimte bij de beoordeling van het verzoek daartoe. Dat betekent dat de gemeente mag beoordelen of zij het wenselijk vindt dat de bestemming wordt aangepast.
Bestemmingsplanprocedure. De procedure voor het bestemmingsplan wordt vanuit het Besluit ruimtelijke ordening, de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 Awb doorlopen. De doorlooptijd, zonder voortraject, is op basis van de wettelijke termijnen 26 tot 31 weken.
De enkelbestemming geeft aan wat volgens het bestemmingsplan wel of niet mag op een bepaald adres, zoals bijv. of je er wel mag wonen of een eigen bedrijf hebben. Het bestemmingsplan is leidend.
Artikel 2.3 Bestemmingsplan
groen zal worden bestemd als "Verkeer - Verblijf", waar naast wegen, parkeren, voet- en fietspaden, groen en speelvoorzieningen ook tuinen en erven van woningen zijn toegelaten. Deze laatste toevoeging maakt het mogelijk om de gronden na verkoop ook als tuin/erf bij de woning te gebruiken.
De bestemming wonen. Dat zijn gebouwen voor regulier wonen óf locaties waar dat soort woningen mag komen. Op die locatie mag je een initiatief beginnen met 'nagenoeg zelfstandige bewoning'. Dat betekent dat de bewoners zorg en ondersteuning nodig hebben bij de algemene dagelijkse levensbehoeften.