Het goede nieuws is: ja, je hoeft uien met uitlopers niet direct weg te gooien. Echter hebben de uitlopers een bittere smaak, vooral wanneer je ze rauw verwerkt in een gerecht. Om dit te voorkomen kun je de uitlopers gemakkelijk verwijderen door de ui doormidden te snijden en de uitloper los te halen met je vingers.
Het enige nadeel is dat de uitlopers vrij bitter van smaak zijn. Dit is dus niet in elk gerecht wenselijk en vooral bij een rauwe bereiding kan de bittere smaak overheersend zijn. Door de uitlopers te verwijderen voorkomt u dit en kunt u de rest nog gewoon gebruiken.
Kun je een uitgelopen ui planten? Zeker! Een uitgelopen ui kun je net zo goed laten uitgroeien zodat je weer een nieuwe oogst krijgt.
Snijd de achterkant van de ui en laat een paar dagen drogen. Plant de ui daarna in een pot met natte potgrond en zet op een donkere plek. Houd de grond vochtig en de plant groeit bijna als vanzelf door. Je kunt ook de hele ui met de wortels in een bakje water zetten, zodat het plantje uitloopt.
Als je een zaadje van een ui in de grond stopt, kan er een klein uienplantje uit groeien. Na een tijd wordt deze uienplant onderaan dikker. Die verdikking wordt straks een nieuwe ui. De buitenste blaadjes van de bol worden al bruin.
Als je uien zover gegroeid zijn dat ze wat los boven de grond komen te zitten, kun je ze helemaal los halen en boven op de grond laten drogen. Na een poosje (ongeveer een week) zijn ze genoeg gedroogd. Natuurlijk kun je ze dan opeten, maar je eet ze vast niet allemaal tegelijk op.
Uien groeien onder de grond, het zijn tweejarige planten. Je zaait ze in het ene jaar, hier groeien kleine uitjes uit, pootuien of plantuien genoemd. Deze pootuien bewaar je droog en koel en plant je na de winter in het volgende voorjaar uit. Ze groeien in één zomer uit tot een stevige, smakelijke bol.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
Het loof verwijderen we, verdorde bladeren knippen we eraf en de wortels komen samen met de verdorde blaadjes op de composthoop. Vervolgens bewaren we de uien in de schuur. Hier is het koud, vorstvrij en donker.
Hoe sneller de hals van de ui droogt, des te minder kans dat schimmels en bacteriën de ui in groeien. De kwaliteit van de ui blijft hierdoor beter gewaarborgd.
Voor dikke uien om te bewaren kweek je eenvoudigst met pootgoed maar het kan ook door rechtstreeks te zaaien. Meestal zaaien we wel Stengelui voor in rijtjes om dan uit te dunnen op 5 tot 10 cm en 30-40 cm tussen de rijen.
Uien en knoflook, en de andere alliac-planten worden geclassificeerd als rajasic en tamasic, wat betekent dat ze passie en onwetendheid vergroten. Ze veroorzaken overlast en zelfs pijn en ziekte bij degenen die ze eten.
Ja, zélfs de schil van een ui kun je gebruiken. De bruine harde buitenlagen ogen nou niet meteen als een lekkernij, tóch bevatten ze enorm veel quercetine, een antioxidant dat je bloeddruk onder controle houdt. Vries de schillen in en gebruik ze de volgende keer in een groentebouillon.
Hoe langer je de ui en knoflook laat liggen, hoe meer kans dat hij begint door te schieten. Sommigen halen de spruitjes eruit, maar eigenlijk is dat niet nodig: je kunt ze nog perfect eten.
De uien liggen knus naast elkaar te drogen op de picknickbank. De zon en de wind zorgen ervoor dat het loof mooi opdroogt. Kortom, nadat we de bollen een voor een uit de grond hebben getrokken, heb ik ze knus naast elkaar op de picknickbank gelegd.
Bewaar uien buiten de koelkast op een donkere, droge plek. Bewaar uien niet direct naast aardappelen, want uien nemen snel vocht op uit de aardappelen waardoor beide eerder gaan rotten. Bewaar een restje ui verpakt in huishoudfolie of in een bewaarbakje in de koelkast. Blancheer gesneden uien kort voor invriezen.
Uien hebben net als de andere wortelgewassen relatief weinig mest nodig. Een overvloed aan stikstof zorgt er namelijk voor dat er veel loof maar weinig ui ontstaat.
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
Uien en sjalotten zijn oogstbaar wanneer het loof dor begint te worden en tegen de grond gaat. Wil je het proces versnellen, help ze dan een handje door ze allemaal dezelfde kant op te duwen. Het loof, net boven de bol, zal dan snel neervallen.
Oogst de uien van zodra het loof bruin wordt, dat gebeurt tussen mei en juli afhankelijk van het weer en het moment van aanplant. Krijgen de uien voordat het loof bruin wordt een zaadzakje op het loof, dan gaat er iets fout in je teelt.
Haal direct het bloempje in de knop eruit; je kunt de ui dan gewoon laten staan en laten groeien, als de plant haar energie niet meer kan stoppen in de bloei en vorming van zaden zal ze die weer gebruiken voor de groei van de bol. Overigens kun je ook die uien die beginnen door te schieten ook gewoon oogsten.
Ui kan heel goed tegen vorst, dus het hoeft niet vorstvrij te zijn.