Mieren ruimen etensresten en dode insecten op, spinnen eten vliegen...
Onweersvliegjes prikken gaatjes in planten en voeden zich vervolgens met het sap uit de plant. Hierdoor ontstaan er grijze vlekken in de plant, wat de groei/gezondheid van de plant negatief kan beïnvloeden. Op het moment dat er grote groepen tripsen aanwezig zijn, kunnen planten volledig verwoest worden.
Als het warm is komen ze massaal uit en gaan op pad om te eten en zich voort te planten. Bij droge hitte komen tripsen makkelijk honderden meters hoog - en merk je er als fietser of terrasbezoeker weinig van.
Toch kunnen tripsen in de landbouw wel een plaag vormen. 'Daar worden ze ook wel bestreden', erkent Van der Made. 'Maar normaal duurt het slechts een paar dagen en dan ben je er vanaf. Als je er echt last van hebt, kun je een stofzuiger pakken en ze opzuigen.
Bij warm, onweersachtig weer kunnen zij bij duizenden gaan vliegen en staan daarom bekend als 'onweersbeestjes'. Sommige tripsen prikken de mens voelbaar in de huid zonder enige letselschade of napijn. Wereldwijd verspreid. Er zijn ongeveer 5000 soorten bekend.
Het 'onweersbeestje' eet de uienplant stukje bij beetje op, waardoor hij uiteindelijk dood kan gaan. Dat er de laatste jaren zoveel tripsen zijn heeft te maken met de relatief warme winters, waarbij er meer trips overleven. De daaropvolgende warme zomers zorgen ervoor dat ze zich explosief kunnen vermeerderen.
De larven richten veel schade aan plantenwortels aan. Wanneer je tegen de kamerplant stoot dan vliegen deze insecten snel omhoog. Hierdoor krijg je kleine vliegjes voor je gezicht.
Strooi een laagje koffiedik, thee, tabak of zand op de potgrond van de planten. Dit kan de volwassen rouwmuggen weghouden. De larven zitten echter nog in de grond en gaan zich ontwikkelen tot een volwassene rouwmug. Het zijn dus niet de volwassene vliegjes die het probleem vormen, zij leven maar enkele dagen.
Tripsen gevaarlijk voor mensen
Een trips kan virussen bij zich dragen en deze ook overdragen op mensen. Wij raden dan ook altijd aan om handschoenen te dragen als je tripsen gaat bestrijden.
Trips komt voornamelijk voor in ruimtes met een lage luchtvochtigheid. Zorg dus dat de luchtvochtigheid lekker hoog is in je kamer. Zet schaaltjes water op je verwarming en besproei je planten elke week met de fijne nevel uit een plantenspuit.
Zet een geurig kruidenplantje in de buurt van je fruit. De vliegjes houden niet van de geur van basilicum, dille of salie. Of leg wat kruidnagels, knoflook of takjes lavendel tussen het fruit: ook die geur vinden ze vies. Zet ramen of deuren tegen elkaar open, fruitvliegjes houden niet van tocht.
Kleine zwarte beestjes in bed zijn mogelijk vlooien of bedwantsen. De beste aanwijzing hiervoor is als je 's morgens regelmatig opstaat met heftig jeukende rode beten. Kunnen het geen muggen zijn? Mogelijk wel als je eerst gezoem hoort.
Kleine steekvliegjes kunnen de huid doorboren
Omdat de vrouwelijke knutten menselijk of dierlijk bloed nodig hebben zullen ze steken. Hierbij zijn de kleine steekvliegjes in staat om door de mensen huid heen te bijten.
Hoe warmer, hoe sneller. Een volwassen trips leeft ongeveer 75 dagen en een vrouwtje legt dan zo'n 2 tot 5 eieren per dag.
De groene gaasvlieg of goudoogje (Chrysoperla carnea) is een 1 tot 17 millimeter lang, vliegend insect uit de familie gaasvliegen (Chrysopidae). Deze familie behoort ondanks de naam niet tot de vliegen (orde tweevleugeligen) maar tot de orde netvleugeligen (Neuroptera).
De meest voorkomende spint is groen of groenachtig geel. Vaak zijn aan de onderkant van de bladeren wit-gele vlekken zichtbaar die naar bruin kleuren. Ook spinnen ze wit rag. Een volwassen trips is een klein, langwerpig insect met typische franjevleugels.
Tripsen houden niet van een hoge luchtvochtigheid, om van trips af te komen wordt er aangeraden de luchtvochtigheid te verhogen of de plant regelmatig te besproeien met water. Om goed te kunnen waarnemen hoeveel trips er aanwezig is gebruik je gele vangplaten waarop de trips zal vastplakken.
Een volwassen vrouwtje leeft zo'n 75 dagen. In onderstaande overzicht is te zien dat de tripsen zich zowel in de bodem als op de planten begeven. Tripsen komen in kassen en binnenruimtes het hele jaar voor.
Rouwvliegjes zijn kleine zwarte vliegjes van enkele millimeters groot, die leven in potgrond. Vooral in warme en vochtige omgevingen kunnen deze rouwvliegjes tot een ware plaag uitgroeien. De rouwvliegjes doen geen kwaad behalve eitjes leggen en rond vliegen. Hun larven vreten echter de wortels van planten kapot.
Het tweede bestrijdingsmiddel dat hoogstwaarschijnlijk ergens in je keuken ligt is kaneel. Geen zorgen; kaneel is niet schadelijk voor de plant. Door twee eetlepels kaneel te mengen met één liter gekookt water creëer je een mengsel dat de larven in de grond aanpakt.
Wanneer u kaneel licht over grond verspreidt, gaat het schimmels en paddenstoelen in de bovenlaag tegen. Ook tegen schimmels op potgrond en planten zelf kan kaneelpoeder gebruikt worden. Gebruik er in de tuin echter niet teveel van, want als kaneel te diep in de bodem komt, kan het ook nuttige bodemschimmels doden.
Een fruitvliegje is circa drie tot 4 millimeter lang, heeft een lichte kleur en rode ogen, terwijl een rouwvliegje zwart van kleur is. Fruitvliegjes kom je vaak tegen in de buurt van fruit en afvalbakken, terwijl rouwvliegjes juist in de buurt van plantenbakken en -potten vliegen.
Rouwvliegjes zijn eigenlijk geen vliegjes, maar muggen, vandaar de naam: varenrouwmug. Deze muggen zijn te herkennen aan hun zwarte kop en donkere vleugels. Op het uiteinde van de vleugels staat een V-teken, op deze manier kun je de varenrouwmug ook onderscheiden.
De witte vlieg komt voor op plekken waar de luchtvochtigheid niet zo hoog is, en ze geven de voorkeur aan temperaturen boven de 20 graden. Een plant raakt vaak geïnfecteerd met witte vlieg als het gedurende de zomer een tijd buiten staat. Let er dus op als je de plant weer naar binnen haalt of deze witte vlieg heeft.
Met onweer op komst stijgt de luchtvochtigheid vaak snel nog meer, vandaar dat ze dan in 1 keer voor ons zichtbaar worden. Ze zijn daarom ook nog wel bekend onder de naam dondervliegjes. Zo gauw de lucht weer droger is, verkassen de beestjes weer naar hogere luchtlagen.