Het is een lange kraakbenige staaf die zich aan de rugzijde van het menselijke embryo ontwikkelt en voor het eerst beschreven werd door Karl Ernst von Baer (zie eponie- menkabinet). Niet alleen mensen ontwikkelen een notochord maar ook vogels, reptielen, amfibieën en vissen.
De chorda dorsalis (van Latijn chorda (darm), dorsum (rug); Engels: notochord) is een flexibel, staafvormig orgaan van embryo's van chordadieren (Chordata) waaruit bij de meeste gewervelde dieren zich de tussenwervelschijven ontwikkelen.
Chordadieren vormen een stam in het dierenrijk, waartoe de gewervelden, slijmprikken, manteldieren en lancetvisjes behoren. De stam omvat alle dieren die, althans in aanleg, een chorda hebben. Dit is een elastische, weefselachtige streng die langs de gehele rug van het dier loopt.
Als gevolg van veranderingen in de celvorm vormt de neurale plaat het mediale scharnierpunt (MHP). Doordat de epidermis groeit, oefent deze druk uit op dit MHP en zorgt ervoor dat de neurale plaat zich opplooit, wat resulteert in neurale plooien en de vorming van de neurale groeve.
De neurale buis of tubus neuralis is een embryonale structuur die zich in een vroeg stadium vanuit de neurale plaat (lamina neuralis) vormt door instulping over de lengte en afsnoering zodat er onder het dorsale ectoderm een buisvormige structuur ontstaat in de lengterichting van het individu.
Ongewervelden zijn dieren zonder wervelkolom. Dit zijn weekdieren (inktvissen), wormen, stekelhuidigen (zeesterren), schaal- en schelpdieren (kreeften, krabben, mosselen en garnalen), spinnen en insecten.
Gewervelden of vertebraten (Vertebrata) vormen een onderstam van chordadieren. Gewervelde dieren kenmerken zich door de aanwezigheid van een wervelkolom. Dit zijn de prikken, vissen, amfibieën, reptielen, vogels en de zoogdieren.
Kenmerken van de vijf klassen gewervelde dieren
Vergelijk de vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.
Het coeloom is de secundaire lichaamsholte die voorkomt bij bijna alle triblastische dieren. Ze wordt gevormd tijdens de embryonale ontwikkeling uit het middelste kiemblad, het mesoderm.
Een somiet (van het Grieks σῶμα, sôma = lichaam) is bij gewervelde dieren een embryonaal oersegment. Bij geleedpotige dieren is een somiet een lichaamssegment.
Pas omstreeks 600 miljoen jaar geleden verenigden sommige eencelligen zich om zo een meercellige levensvorm te creëren die als een dier beschouwd kan worden. Het ging naar alle waarschijnlijkheid daarbij om een dier dat we nu zouden rekenen tot de Metazoa (een groep waartoe de sponzen behoren).
Zoogdieren hebben longen om adem te halen. Vissen zijn dus geen zoogdieren, want die hebben kieuwen. Alle zoogdieren hebben haren. Sommigen hebben een heleboel haar, anderen maar heel weinig.
Voorbeelden van amfibieën zijn kikkers, padden en salamanders.
Wat de kasuaris zo gevaarlijk maakt zijn de klauwen. De vogels hebben drie tenen, waarvan de middelste als een dolk gebruikt wordt. Die 'dolk' is zo'n 12 centimeter lang en kan heel wat schade aanrichten.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Volgens Vogelbescherming Nederland komt het niet heel vaak voor, maar een enkele keer gebeurt het wel dat kraaien mensen aanvallen om hun nest te beschermen. Gelukkig is dit van korte duur, want zodra het nest is uitgevlogen, laten de kraaien de voorbijgangers weer gewoon met rust.
Het heiligbeen bestaat uit vijf wervels, de sacrale wervels (S1-S5). Deze wervels zijn vergroeid en vormen samen het heiligbeen. Het heiligbeen is een onderdeel van het bekken.
Scoliose ontstaat vaker tijdens de groei, rond het 10e levensjaar. Dit kan ook te maken hebben met een genetische kwetsbaarheid. Een andere oorzaak is een spier- of zenuwaandoening. Wanneer bepaalde spieren namelijk te hard of niet hard genoeg aan de wervelkolom trekken, gaat deze scheef staan.
graten), wervelkolom. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: ruggengraat (zn) : karakter, kracht, pit.
Neurochirurgische doorbraken begin jaren '80 hebben geleid tot een eerste generatie patiënten met spina bifida die de leeftijd van veertig haalden. Maar het voorbije decennium hebben artsen vooral vooruitgang geboekt in het urologisch domein.
De oorzaak van spina bifida is nog niet volledig gekend. Vermoedelijk speelt de interactie tussen omgevingsfactoren en erfelijke factoren een rol in het ontstaan van spina bifida. De inname van foliumzuursupplementen door de moeder tijdens de zwangerschap vermindert het risico op spina bifida.
Het eerste bewijs voor leven op aarde komt van 3,5 miljard jaar oude fossielen van oeroude bacteriën. Wetenschappers denken daarom dat het eerste leven een cel was. Die cel zou bijna 4 miljard jaar geleden voor het eerst in onze oceaan hebben gezwommen.