De nadelen: Zorg: je bent niet verzekerd voor de sociale verzekeringen. Aansprakelijkheid: kies je voor een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid dan ben je als bestuurder aansprakelijk met het privévermogen. Financieel: het doel van de vereniging mag niet winst maken zijn.
De stichting is een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat de bestuurders meestal niet aansprakelijk zijn met hun privévermogen voor eventuele schulden. Anders dan de vereniging, heeft een stichting geen leden. Daardoor hoeft er geen ledenvergadering plaats te vinden om belangrijke besluiten te nemen.
Verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid hebben dezelfde rechten en plichten als een burger. Ze kan het bijvoorbeeld een huis kopen, geld lenen en een erfenis ontvangen. Wanneer iemand met zijn vereniging subsidie wil ontvangen, moet hij vaak een vereniging hebben met volledige rechtsbevoegdheid.
Het bestuur van een vereniging is belast met het besturen van de vereniging en is als zodanig formeel eindverantwoordelijk voor het voortbestaan van de vereniging. Op grond van de wet moet het bestuur uit minimaal drie bestuursleden bestaan, namelijk een voorzitter, secretaris en penningmeester.
Hoe lang mag je voorzitter zijn? Wettelijk gezien kun je onbeperkt voorzitter zijn.
Naast een bestuur kunt u ook een raad van commissarissen hebben. Dit heet ook wel een raad van toezicht (rvt). De raad van commissarissen (rvc) houdt toezicht op het bestuur en het beleid van de organisatie. Een rvc is niet verplicht.
Meestal kies je een vereniging als je samen maatschappelijke activiteiten wilt ontplooien, bijvoorbeeld bij een sport- of buurtvereniging. Een stichting richt je meestal op om een ideëel doel te behalen of je daarvoor in te zetten, bijvoorbeeld voor een goed doel. Een persoon kan een stichting oprichten.
Stichtingen en verenigingen: winst en vennootschapsbelasting
Stichtingen en verenigingen zijn belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting als zij een onderneming drijven. U betaalt dan vennootschapsbelasting over de winst van uw stichting of vereniging.
De ledenvergadering benoemt het bestuur, dat meestal ook uit leden bestaat. Een vereniging heeft geen aandeelhouders. Het geld van een vereniging komt binnen via de contributies die leden betalen.
Inschrijven soms verplicht
Er zijn verschillende soorten verenigingen. De formele vereniging richt je bij de notaris op. Die formele vereniging is verplicht ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Dat zal de notaris doen, direct na het passeren van de statuten.
Vaak wordt gedacht dat een vereniging geen winst mag maken. Dit is onjuist. Ook een vereniging mag winst maken. De winst mag echter niet uitgekeerd worden aan de leden.
Tenzij de statuten anders bepalen, moet een bestuur op grond van artikel 2:37 lid 7 BW minimaal uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester bestaan. Praktisch gezien is het wenselijk om in de statuten de aanstelling van deze drie bestuursleden specifiek te benoemen.
De plichten zijn meestal te herleiden tot het betalen van de jaarlijkse contributie. Daarbij moeten leden zich aan de wet houden (maar dat moet elke Nederlander) en de heersende fatsoensnormen in acht nemen. De vereniging kan de leden ook andere plichten opleggen.
U kunt een vereniging oprichten bij notariële akte, onderhandse akte of mondelinge afspraak. Daarvan kan alleen de vereniging die bij notariële akte is opgericht volledig rechtsbevoegd zijn. De statuten zijn het belangrijkste document van elke vereniging.
Op 1 januari 2018 is de wet Verbetering functioneren Verenigingen van Eigenaars ingegaan. Volgens deze wet is een minimale jaarlijkse reservering voor het reservefonds verplicht. Dit moet op basis van een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) of op basis van 0,5 % van de herbouwwaarde van het gebouw.
Voor sponsoring bestaat een vrijstelling van € 31.765,- (per jaar). Boven dit bedrag zijn verenigingen verplicht 21% btw in rekening te brengen.
› Een vereniging of stichting die met enige regelmaat prestaties tegen vergoeding verricht in het economisch verkeer, wordt als btw-ondernemer aangemerkt. Ga altijd na of de stichting of vereniging btw moet afdragen over haar opbrengsten.
Leden betalen jaarlijks contributie. De contributie is niet aftrekbaar als gift voor de inkomstenbelasting. De fiscus beschouwt contributie als een verplichte bijdrage die nu eenmaal bij het lidmaatschap hoort en waarvoor de vereniging u de voordelen van het lidmaatschap verleent.
Dit betekent eigenlijk dat deze vereniging “feitelijk” wel bestaat, maar voor het recht als het ware niet bestaat. - Een lid of bestuurder in een feitelijke vereniging kan hoogstens contracten afsluiten, mensen tewerkstellen, een clublokaal huren of kopen, enz. met toestemming (volmacht) van de andere leden.
Hoofdstuk 6.6 Schorsing, ontslag en vervangen van de voorzitter. Als de voorzitter van het bestuur niet functioneert, moet de vereniging daar iets aan kunnen doen. Uiteraard is het mogelijk de voorzitter op zijn disfunctioneren aan te spreken.
Er is geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn voor het bestuur van een vereniging. Dat betekent dat een secretaris in principe onbeperkt kan aanblijven. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen.
In de statuten kan van die bepaling worden afgeweken. Dat betekent dat, een penningmeester van een kleine vereniging tegelijkertijd ook voorzitter kan zijn, mits deze mogelijkheid in de statuten is opgenomen. De meest voorkomende combinatie van functies is overigens penningmeester en secretaris.
Juridisch kader
Een bestuur moet volgens de wet bestaan uit minstens een voorzitter, secretaris en een penningmeester, of in de statuten moet anders bepaald zijn. Het hebben van een niet voltallig bestuur hoeft in principe geen probleem te zijn, het heeft geen gevolgen voor de bevoegdheid van het bestuur.
Een goede teamleider/voorzitter/gespreksleider houdt mensen tijdens het werkoverleg bij het onderwerp, bewaakt de tijd, zorgt ervoor dat er besluiten genomen worden en dat er genoeg continuïteit is. Een hele goede voorzitter stuurt daarnaast op procesniveau. Hij of zij stuurt op wat zich –deels- onder water afspeelt.