Het gebruikelijkste meervoud van museum is: musea. Dit is het meervoud dat het woord in het Latijn heeft. Maar het Nederlandse meervoud komt ook voor, en dat wordt niet fout gerekend. Als je wilt, kun je dus ook zeggen: museums.
Het Verdrag inzake de rechten van het kind omschrijft kinderen als 'iedereen onder de 18 jaar' (vaak overeenkomend met het begrip minderjarige en/of persoon die geen volwassene is). In het alledaagse spraakgebruik spreekt men tot een leeftijd van 12 à 14 jaar van 'kinderen' en daarna van 'jongere', 'tiener' of 'puber'.
Beide vormen zijn klanknabootsingen van de baltsroep van onze bekendste weidevogel. Sommigen horen de vogel rijmen op riet, anderen op rit. Je zou dan verwachten dat het meervoud van kievit kievitten is, maar het gaat om een i-klank zonder klemtoon, net zoals in monniken of viezeriken, dus is het kieviten.
De correct gespelde meervoudsvorm van café is cafés, zonder apostrof. Als een zelfstandig naamwoord eindigt op é, schrijven we de meervoudsuitgang eraan vast. Een apostrof is niet nodig omdat de combinatie niet verkeerd kan worden uitgesproken: logés, attachés, coupés, prostitués.
De Basiliek van Oudenbosch is onderdeel van het “Grootste museum van Nederland”, een initiatief van het Catharijne Convent. Het grootste museum van Nederland is in 2016 opgericht om de kerk bekender en toegankelijker te maken voor het grote publiek. Ondertussen zijn ruim 15 kerken en synagogen onderdeel van dit museum.
In 2016 telde Nederland 694 musea. 2) De meeste van deze musea bevinden zich in Noord- Holland (126) en Zuid-Holland (117). Ook Gelderland kent relatief veel musea (102).
De horeca is de bedrijfstak en branche die alle eet- en drinkgelegenheden en bedrijven die logies verstrekken omvat. Het woord horeca is ontstaan en gevormd uit de woorden hotel, restaurant en café.