Veel wetten en regelingen gaan over rechten die een overheid aan burgers of bedrijven geeft.Of over plichten die zij oplegt. Denk aan een recht als een werkloosheidsuitkering. Of de plicht om een vispas aan te vragen als u wilt vissen.
Wetten zijn door een overheid opgestelde regels waar de bevolking zich aan moet houden. Want als er geen wetten zouden zijn kan een samenleving niet functioneren. Dan zou het recht van de sterkste en de brutaalste gelden.
Wetten zijn geschreven rechtsregels. Elke wet is onderdeel van het recht, maar het recht is breder dan enkel wetten. Ook de rechtspraak (jurisprudentie), de rechtsleer en gewoonten zijn rechtsbronnen. De aankondiging van een wet wordt soms een edict genoemd.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad.
Wetten vormen een bron van recht, maar zijn niet de enige vorm waarin rechtsregels voorkomen. Ook internationale verdragen of besluiten van internationale organisaties (zoals de Europese Unie) kunnen algemeen verbindende voorschriften bevatten.
De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument en hoogste nationale wet van Nederland. Zij bevat de regels voor onze staatsinstellingen en de grondrechten van de burgers. Daarnaast bevat de Grondwet regels over bestuur, wetgeving en rechtspraak.
We kennen 2 soorten wetten: de wet in formele zin en de wet in materiële zin.
Regering controleren en wetten maken
Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers). Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.
In de Nederlandse rechtsorde is de toetsingsbevoegdheid van de rechter in zoverre beperkt. De rechter kan en moet wetgeving in formele zin echter wel toetsen aan hoger recht waar het betreft rechtstreeks werkende bepalingen van verdragen en van het Unierecht.
Op Overheid.nl staan niet alleen de originele teksten van nationale verdragen, wetten en regelingen. U vindt hier ook de producten van gemeenten, provincies en waterschappen. Daarnaast staan op Overheid.nl (onder andere):
Een belangrijke taak van de Tweede Kamer is om samen met de regering wetsvoorstellen te maken. Daarnaast kan de Tweede Kamer zélf een wetsvoorstel maken. Een wetsvoorstel gaat eerst naar een commissie van de Tweede Kamer. Daarna wordt het voorstel besproken in de plenaire vergadering en stemt de Tweede Kamer erover.
In het algemeen geldt dat internationale verdragen (VN/Europa) bovenaan de rangorde staan, gevolgd door landelijke wetgeving zoals de Grondwet, Algemene wet bestuursrecht, Wmo, ministeriële besluiten en regelingen en tot slot de provinciale en gemeentelijke verordeningen en beleidsregels.
In het Nederlandse recht zijn rechtsbron: 1 de wet; 2 de jurisprudentie (de rechtspraak); 3 de gewoonte; 4 verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Niet al het geldende recht staat dus in de wet.
De Grondwet regelt de bevoegdheden van het parlement, de ministers en de Koning. Daarin staat ook hoe gemeenten en provincies moeten functioneren, hoe wetten worden gemaakt en hoe de rechtspraak in zijn werk gaat.
En om er voor te zorgen dat regels en wetten worden nageleefd, zijn er verschillende soorten rechtspraken. Regels en wetten hebben alles te maken met normen en waarden. Waarden zijn alle opvattingen die een groep mensen belangrijk vindt; normen zijn de regels die uit die waarden voortkomen.
Klassieke grondrechten bieden de burgers met name bescherming tegen de overheid, zoals het recht van vrije meningsuiting. Sociale grondrechten leggen opdrachten voor de overheid vast om voorzieningen te treffen voor het maatschappelijk functioneren van de burger, zoals recht op huisvesting, zorg en onderwijs.
Waarom mag de rechter dat niet? De rechter mag dat niet omdat de Eerste en Tweede Kamer en de regering de wetten hebben gemaakt. Alleen de regering en de Eerste en Tweede Kamer mogen iets te zeggen hebben over de regels die voor iedereen gelden.
Het huidige artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat de rechter niet mag beoordelen of wetten en verdragen in strijd zijn met de Grondwet. Nederland kent momenteel, anders dan bijvoorbeeld in Duitsland, Frankrijk en Scandinavische landen dus geen constitutionele toetsing door de rechter.
De federale wetgevende macht maakt de wetten en controleert de uitvoerende macht. Ze wordt uitgeoefend door het parlement en de koning. Het parlement bestaat uit twee kamers, de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers. De federale uitvoerende macht bestuurt het land.
Zolang een wetsvoorstel in behandeling is bij de Tweede Kamer kan de regering een door haar ingediend wetsvoorstel wijzigen. Ook de Tweede Kamer kan een door de regering ingediend wetsvoorstel wijzigen. Dit laatste wordt het recht van amendement genoemd.
De regering voert de wetten uit. De regering neemt ook deel aan de wetgevende macht, door haar initiatiefrecht. De regering kan namelijk wetsontwerpen bij het parlement indienen en heeft het recht om te amenderen.
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Een besluit is in de Nederlandse wetgeving een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.