Het doel van het recht is het gedrag van mensen in hun onderlinge verkeer te ordenen en te uniforme- ren, waarbij vanuit een perspectief van maatschappelijke rechtvaardigheid ieders belangen zo veel mogelijk worden gerespecteerd en veiliggesteld.
Rechtsregels dragen bij aan de vestiging, de handhaving of het herstel van het recht in de samenleving (de rechtsorde). Tegenwoordig verwijst recht vaak naar het systeem van regels waarmee men de maatschappij ordent (wetsorde). In de wet staat wat je wel en wat je niet mag doen.
Van iedereen, voor iedereen. De samenleving kan niet functioneren zonder rechtspraak. Samen leven leidt onvermijdelijk tot conflicten: conflicten tussen burgers onderling, conflicten tussen burgers en overheid. Daarom is een rechter nodig, die zulke conflicten beslecht en bepaalt wat mag en niet mag.
In beginsel is de maker uiteraard degene die het beschermde werk daadwerkelijk tot stand brengt. Deze maker bezit alle auteursrechten, zowel de vermogensrechten (de exploitatierechten) als de morele rechten (bescherming van de persoonlijke bin‐ ding van de auteur met zijn werk).
1 de wet; 2 de jurisprudentie (de rechtspraak); 3 de gewoonte; 4 verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Niet al het geldende recht staat dus in de wet. Ook de rechter vormt rechts- regels.
Veel advocaten opereren binnen de rechtsgebieden belastingrecht, personen- of familierecht of civiel recht. Het grootste geld wordt verdiend door advocaten die zakelijke conflicten behandelen.
Er zijn verschillende soorten rechtsregels. De belangrijkste hiervan zijn gedragsnormen, sanctienormen en bevoegdheidsverlenende normen. Gedragsnormen Rechtsregels kunnen gedrag gebieden, verbieden of toestaan. Deze rechtsregels zijn de gedragsnormen.
De rechtspraak is opgedeeld in 3 rechtsgebieden: civiel recht, strafrecht en bestuursrecht. Kantonrechtspraak is een bijzondere vorm. De kantonrechter behandelt onder meer lichte strafzaken en civiele zaken tot een bedrag van € 25.000.
Mensenrechten heten ook wel rechten van de mens of fundamentele rechten. Het zijn rechten die ieder mens toekomen en die geacht worden de grondslag te zijn voor alle rechten die door wet en gewoonte worden gesteld.
Een recht is een aanspraak op een bepaald iets. Het recht op gezondheidszorg bijvoorbeeld, betekent dat je in bepaalde situaties aanspraak kunt maken op gezondheidszorg. Met ieder recht correspondeert de plicht van iemand anders. Dat kan een plicht zijn om iets te doen, of een plicht om iets te laten.
Iedereen is voor de wet gelijk. Bij het doen van een uitspraak kijkt de rechter naar de wet, de feiten (wat is er precies aan de hand), persoonlijke omstandigheden en verklaringen van deskundigen en getuigen.
In totaal staan er 30 rechten beschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, een document dat in 1948 door de Verenigde Naties werd ondertekend.
Het is de vrijheid om het leven zoveel als kan zelf vorm te geven. Veel auteurs menen dat het begrip vrijheid centraal staat in de mensenrechten, dus dat de mensenrechten als belangrijkste doel hebben de twee soorten vrijheid in zo groot mogelijke mate te garanderen.
Kinderrechten gaan over onderwerpen als onderwijs, gezondheid en de rol van familie en ouders. Ze gaan over vrijheid van geloof en vrijheid van meningsuiting. Ze gaan ook over het recht op een naam en een nationaliteit. Over een dak boven je hoofd en spelen.
Rechtsregels ordenen de samenleving en het leven van het individu binnen de samenleving. Rechtsregels zelf zijn ook op een bepaalde manier geordend (zie par. 1.4). Een kenmerk van rechtsregels is dat nakoming van deze rechts- regels in principe afgedwongen kan worden.
In een rechtsstaat wordt de macht van de overheid beperkt door wetten, regels en gewoonten. De inwoners van die staat hebben fundamentele vrijheden en grondrechten. Een voorbeeld van zo'n vrijheid is de vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen.
2. Train je discipline – “je zult het nodig hebben” Marc is er heel eerlijk over: “Rechten is een theoretische studie, bomvol droge termen die je moet leren aan de hand van allesbehalve vlot geschreven dikke boeken en saaie, massale hoorcolleges. Sommige boeken zijn niet om door te komen, zo droog zijn ze geschreven.
Om rechter of kinderrechter te worden in Nederland moet je Nederlands recht gestudeerd hebben aan de universiteit. De studie duurt vier jaar. Je studeert vakken die je nodig hebt om rechter te worden. Bijvoorbeeld strafrecht en burgerlijk recht.
De bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid maakt van jou een allround jurist, met kennis van privaatrecht, strafrecht, staatsrecht, bestuursrecht, Europees recht en internationaal recht. De brede kennis en de vele vaardigheden die je met deze studie opdoet, zijn van groot belang voor je carrière na de studie.