De brandpuntsafstand van een objectief is “de afstand in millimeters van het objectief waar lichtbundels samen komen (brandpunt)”.
Dit is de afstand waarop het objectief scherpstelt. Dit is gelijk aan de voorwerpsafstand wanneer het objectief ook daadwerkelijk op dat voorwerp scherp kan stellen.
DE HYPERFOCALE AFSTAND IS EEN SCHERPSTELAFSTAND BIJ EEN GEGEVEN BRANDPUNTSAFSTAND EN DIAFRAGMA, WAARBIJ DE GROOTST MOGELIJKE SCHERPTE-DIEPTE BEREIKT WORDT. INDIEN DE LENS OP DEZE AFSTAND WORDT GEFOCUST ZULLEN ALLE ONDERWERPEN VANAF DE HELFT VAN DEZE AFSTAND TOT ONEINDIG SCHERP WORDEN WEERGEGEVEN.
De brandpuntsafstand is te vinden op het objectief van je camera. Technisch gezien betekent het: 'De afstand in millimeters tussen de sensor van de camera en het midden van het objectief.
Tip 2: Stel scherp op oneindig
Je kunt ook op een tweede manier handmatig scherpstellen, namelijk door je objectief op oneindig te zetten, op 'Infinity'. Dit is te herkennen aan het logo op het objectief, een soort gekantelde acht (∞).
Simple DoF Calculator app laat fotografen de scherptediepte (DoF) en hyperfocale afstand berekenen voor elke soort instelling. De app werkt op je iPhone, iPod touch en iPad. Kies gewoon je camera, diafragma, brandpuntsafstand (mm) en de scherpstelafstand en je ziet meteen de scherptediepte.
Een variabel brandpunt is gebruikelijk bij telelenzen. Dit betekent dat je zelf bepaalt hoe dichtbij je het onderwerp haalt. Met een 70-300mm lens is je beeld bij 70mm al aardig ingezoomd, maar met 300mm haal je het onderwerp pas echt dichtbij.
Een lens tussen de 50mm en de 200mm is perfect voor het maken van portretten omdat er dan bijna geen vertekening optreedt. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe verder je van het model af moet staan voor je compositie. Daarom is het soms handiger om een lens uit te kiezen waarbij je niet te ver weg hoeft te staan.
Vaste brandpuntobjectieven zijn objectieven die niet in of uit kunnen zoomen. Omdat deze lenzen niet kunnen zoomen, zitter er minder bewegende onderdelen of overbodige glaselementen in. Daarom hebben deze lenzen minder te maken met beeldfouten of lichtverlies.
Een algemeen aanvaarde regel in de fotografie en zelfs vermeld in veel fotoboeken is dat de scherptediepte tussen het gebied vóór de instelafstand en achter de instelafstand zich zou verhouden als 1/3 vóór en 2/3 achter.
De app die ik altijd gebruik is PhotoPills. Met PhotoPills kun je een heel eenvoudig je scherptediepte, èn hyperfocale afstand bepalen. Je moet de camera instellen voor alle sensor informatie die nodig is, je brandpuntafstand en je diafragma. Zo krijg je alle info die je nodig hebt, en meer.
De minimale scherpstelafstand van je objectief is de kortste afstand tot een onderwerp waarop je nog scherp kunt stellen. Deze afstand wordt gemeten vanaf de sensor, dus niet vanaf de frontlens. De minimale scherpstelafstand kan per objectief verschillen.
Diafragma bij landschapsfotografie
Bij landschappen wil je meestal dat zowel de voorgrond als de achtergrond scherp in beeld is. Je kiest daarom een kleiner diafragma, zoals f/11. Diafragma bij landschapsfotografie: door het kleine diafragma (f/11) is zowel de voorgrond als de bergen op de achtergrond scherp.
Een klein diafragma (gesloten lens) wordt aangeduid met een hoog of groot f-getal. Hoe lager het getal, hoe groter het diafragma en hoe kleiner de scherptediepte is. Er is een kleiner gebied scherp. Hoe groter de opening, des te meer licht er op de sensor valt.
Dekt de populaire brandpuntsafstanden van 18-55 mm (kleinbeeldequivalent: 27-82,5 mm) met een maximaal diafragma van f/3.5–5.6. Dit objectief is perfect voor het maken van allerlei soorten foto's, van portretten tot landschapsfoto's. Het is ook ideaal voor het opnemen van HD-films.
Een voor de hand liggende keuze is een objectief met een zoombereik van 70 tot 200mm: de Canon EF 70-200mm f/2.8L, de Nikon AF-S 70-200mm f/4.0G en de Sony 70-200mm f/2.8.
De 35mm lens wordt vaak gezien als een meer veelzijdige lens en dit is ook te zien aan het aantal soorten fotografie waarvoor deze lens gebruikt wordt, denk aan trouwfotografie, sportfotografie, foodfotografie, reisfotografie, landschapsfotografie (hoewel dan 35 mm prime minder voor de hand ligt) en straatfotografie.
Optische zoom
Deze wordt berekend door de hoogste waarde van het zoombereik te delen door de laagste waarde van het zoombereik. Zo kun je met 60x zoom even ver zoomen als met 50x zoom: omdat je verder kunt uitzoomen. Let dus niet alleen op de zoomfactor, maar zeker ook op de beginwaarde van het zoombereik.
DOF is een afkorting voor "depth of field". Dit is de veel gebruikte Engelse term voor scherptediepte. Spelen met DOF is spelen met scherpte en vaagheid. Dit is vooral bij natuurfotografen die met macrofotografie bezig zijn een belangrijk thema.
Als de autofocus op je camera aanstaat, wat vaak het geval is, dan zie je door de zoeker van de camera een aantal puntjes: de scherpstelpunten of focuspunten genoemd. Wanneer je de ontspanknop van je camera half indrukt, dan verschijnt er een rood lampje in je zoekbeeld.
Net als je oog werkt ook je camera met contrasten in het beeld om alles scherp te krijgen. Zodra het verschil in contrast maximaal is, weet de camera dat het beeld scherp is. Je camera bepaalt het scherp te stellen gebied door middel van een aantal scherpstelpunten.
Om de gewenste AF-instelling in te stellen, schakel je over naar AF, selecteer je de gewenste opnamemodus (AF werkt alleen in de automatische en semiautomatische modus) en druk je op de AF-knop op de camera. Houd de AF-aanknop ingedrukt totdat de camera heeft scherpgesteld.