Fijne motoriek Peuters kunnen steeds beter een potlood vasthouden, een bladzijde van een boek omslaan en kleine dingen vastpakken, zoals een kraal. Tussen twee en vier jaar leert je kind zich aankleden en begint je kind een beetje te tekenen, knippen en plakken.
Onder de fijne motoriek verstaan wij hetgeen men met zijn handen kan grijpen, manipuleren en loslaten. Het draait allemaal om de “fijne” bewegingen van de armen, handen en vingers. Denk hierbij aan knippen, plakken, tekenen of leren schrijven. Maar ook veters strikken en aankleden vallen onder de fijne motoriek.
Grove motoriek gaat over grote bewegingen die kinderen maken, zoals zwaaien, kruipen, lopen en zwemmen. Fijne motoriek gaat over het uitvoeren van meer subtiele handelingen, zoals schrijven, knippen en tekenen.
De grove motoriek is nu goed ontwikkeld. Hinkelen, met een bal overgooien, steppen, fietsen, springen en draaien zijn vaardigheden die kinderen op deze leeftijd veel oefenen. De fijne motoriek is nu zo ver dat je kind allerlei vormen tekent en soms zelfs al letters kan schrijven, meestal met dezelfde hand.
Spelletjes voor de fijne motoriek
Laat uw kind lekker knutselen, tekenen, knippen, plakken en vingerverven. Spelletjes. Speel spelletjes zoals Dokter Bibber, Toren van Pisa, Mikado, Jenga en Ezeltje Strekje met uw kind.
Fijne motoriek
Peuters kunnen steeds beter een potlood vasthouden, een bladzijde van een boek omslaan en kleine dingen vastpakken, zoals een kraal. Tussen twee en vier jaar leert je kind zich aankleden en begint je kind een beetje te tekenen, knippen en plakken.
Verzamel verschillende oefenmaterialen waarmee de motorische ontwikkeling van kinderen kan worden gestimuleerd. Denk daarbij aan oefenmaterialen zoals; ballen, (loop)fietsen, schommels en steppen voor de grove motoriek en denk aan oefenmaterialen zoals; stiften, kraaltjes en draad om de fijne motoriek te stimuleren.
Gebruik momenten van stilzitten voor activiteiten die de ontwikkeling van het kind stimuleren. Denk aan voorlezen of het werken aan de fijne motoriek: knutselen, tekenen, kleien en puzzels maken. Ga ook eens na op welke momenten van de dag je eenvoudig meer beweging kunt aanbrengen.
Geef materialen die de ontwikkeling van de fijne motoriek stimuleren, zoals potloden, vingerverf, verf met kwasten, klei, een kinderschaar, stempels, vouwblaadjes, vlechtstroken en kralen om te rijgen. Maar ook bordspellen en constructiespeelgoed, zoals bouwstenen. Laat zien hoe je de materialen kunt gebruiken.
Motoriek is het kunnen bewegen. Er is een verschil in grove motoriek en fijne motoriek. Grove motoriek zijn grote bewegingen die kinderen met hun lijf maken zoals kruipen, lopen, rennen, springen, gooien of zwemmen. Fijne motoriek zijn kleine bewegingen van de hand en vingers, maar ook de tenen of mond.
Dit zijn uithoudingsvermogen, kracht, snelheid, coördinatie en lenigheid. Het beheersen van deze motorische vaardigheden zorgt voor een fors mindere kans op pijnklachten. Daarnaast vergroot het de sportprestaties en is er een meer actieve leefstijl op latere leeftijd aanwezig.
Door je handen en vingers op een gecontroleerde manier te gebruiken, is het ook makkelijker om wiskunde onder de knie te krijgen bijvoorbeeld door in het begin op je vingers te tellen. Kort samengevat, fijne motoriek speelt een rol in de ontwikkeling van taal-, school- en cognitieve vaardigheden.
Fijnmotorische vaardigheden kunnen ook worden beschreven als handigheid en omvat de coördinatie van kleine spieren en bewegingen van de handen, vingers, en ogen. De ontwikkeling van fijnmotorische vaardigheden begint met basisgrepen, zoals de palmaire (vuist)greep, en daarna de pincetgreep en oog-handcoördinatie.
Het schrijven is een complexe taak waarbij veel gevraagd wordt van de fijn motorische vaardigheden. Bovendien spelen taal en spelling ook een grote rol, waardoor de aandacht en concentratie niet volledig op het motorische aspect kunnen worden gericht.
De fijne motoriek is de belangrijkste component van schrijfprestaties. Oefeningen die taakspecifiek zijn voor het schrijven vormen een goede voorbereiding, zeker in de begeleiding van zwakke schrijvers.
Je kind leert kruipen, staan, zitten, lopen, fietsen, skaten, enzovoort. Hierbij gaat het om grote bewegingen met de romp, armen en benen. Dit noemen we ook wel de grove motoriek.
Een kind van 4 jaar kan goed zijn evenwicht bewaren en kan hinkelen. Hij kan een kleine bal vangen en hij begint te oefenen met activiteiten als fietsen (zonder zijwieltjes) en rolschaatsen. Hij vindt het erg leuk om te rennen, te springen en te klimmen.
Bij de fijne motoriek draait het allemaal om de fijne bewegingen: grijpen naar een speeltje, hanteren van een voorwerp, het bouwen van een torentje, een vorm in een vormenstoof doen, knoopjes dichtdoen, veter strikken, tekenen, knippen, met een lepel eten of het vasthouden van een potlood.
Voor de fijnmotorische ontwikkeling kan de volgende omschrijving gegeven worden: 'De fijnmotorische ontwikkeling omvat het gebruik van de handen en vingers in de fase voor het grijpen, bij het grijpen zelf en bij het manipuleren van een voorwerp.
Voorbeelden zijn schrijven, veters strikken, hinkelen, fietsen en schrijven, maar ook nog meer complexe vaardigheden zoals piano spelen. Deze ontwikkeling loopt door tot in en gedurende de volwassenheid.
De motorische ontwikkeling is het proces waarin een kind controle krijgt over de spieren en deze leert gebruiken. Vanaf de geboorte ontdekken baby's nieuwe bewegingen stap voor stap en meestal in een vaste volgorde. Als ouder kun jij je baby helpen zich veilig te ontwikkelen.
Een hele jonge kleuter scheurt om het scheurproces zelf en heeft nog geen behoefte aan een opdracht. Hij vindt het lekker de macht over het materiaal te ervaren en daarbij maakt zijn actie ook nog eens geluid. Laat de kinderen daarom altijd eerst vrij scheuren.
Motorische problemen zijn bijvoorbeeld verlamming, moeite met doelbewuste handelingen: apraxie.Moeite met spreken; Broca afasie en dysartrie.Moeite met schrijven: agrafie.Moeite met slikken, kauwen.
Tussen de leeftijd van 2 en 4 jaar ontwikkelen peuters een breed scala aan vaardigheden in de fijne motoriek. Dit zijn enkele van de belangrijkste vaardigheden die peuters in deze leeftijdscategorie kunnen verwerven: Het vasthouden van een potlood of krijtje en strepen maken op papier.