Ernstig: veel meer symptomen dan vereist zijn om de classificatie te kunnen toekennen zijn aanwezig, of verschillende bijzonder ernstige symptomen zijn aanwezig, of de symptomen leiden tot duidelijke beperkingen in het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Mensen die de stoornis hebben, hebben echter vrijwel alle symptomen en worden vanaf de kindertijd al belemmerd in hun functioneren. De problemen worden erger naarmate iemand ouder wordt, omdat er steeds meer verantwoordelijkheden bijkomen in het leven.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
Snel afgeleid zijn; moeite met concentreren. Erg druk zijn (hyperactief). Dingen doen zonder na te denken (impulsief). Problemen in het dagelijks leven, zoals thuis, op het werk en in het omgaan met anderen.
Uit de review van Millichap en Yee (2012) komt naar voren dat een dieet met veel suikers en vetten ADHD verergert, en dat een ADHD-vriendelijk eetpatroon de symptomen kan verlichten. De auteurs adviseren om suikers, toegevoegde stoffen, conserveringsmiddelen en allergenen te schrappen.
Houd oogcontact. Dit helpt dat de ander niet afdwaalt. Het kan helpen om 's avonds, voor het slapen gaan, de belangrijkste zaken die op dat moment door het hoofd van degene met ADHD schieten op te schrijven. Dat geeft rust en doordoor ook een betere nachtrust.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Onverwachts, ineens een andere kant op gaan: het zijn de waarnemingen van anderen. Voor iemand met ADHD is het volstrekt vanzelfsprekend. ADHD is van het hier en nu. En als je aandacht in het hier en nu heen en weer zwerft let je niet zozeer op niets (dat zouden “anderen” zeggen), maar juist op alles.
Mensen met ADHD hebben een groot empathisch vermogen. Omdat ze 'verder' denken kunnen ze zichzelf makkelijk in de schoenen van de ander verplaatsen. Problemen oplossen is iets wat iemand met ADHD goed kan. Hij of zij kan van verschillende kanten het probleem bekijken en daardoor sneller tot een goede oplossing komen.
Aandachtsproblemen: korte spanningsboog hebben, snel afgeleid en verveeld zijn uitstelgedrag vertonen, geregeld van de ene naar de andere activiteit overschakelen zonder iets echt af te maken, moeite om hoofd- van bijzaken te onderscheiden, zich verliezen in details, slecht kunnen plannen en organiseren, slecht ...
De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan er toe leiden dat je je moeilijk kunt concentreren en snel afgeleid raakt. Je kunt ook impulsief gedrag vertonen. Vaak ben je lichamelijk overactief of onrustig (hyperactiviteit).
Mensen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder herken je vaak aan de concentratieproblemen of het aandachtstekort. Daarnaast zijn ze vaak ook hyperactief en impulsief. Hyperactiviteit herken je aan niet stil kunnen zitten, wiebelen, vaak opstaan of druk en luid praten.
Het overwegend onoplettende beeld: er is vooral sprake van ernstige en aanhoudende aandachtsproblemen. Het overwegend hyperactieve/impulsieve beeld: er is vooral sprake van ernstige en aanhoudende impulsiviteit en hyperactiviteit. Het gecombineerde beeld: beide soorten problemen komen samen voor.
Op het moment dat je de balans laat doorslaan naar voornamelijk dingen doen die je wél leuk vindt, ben je uit de onderprikkeling. En houd je je FOMO brein tevreden, waardoor je niet op zoek hoeft naar nog meer prikkels. Zo blijf je met een beetje geluk ook weg van de overprikkeling.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de genen die de kans op ADHD doen toenemen. Voorlopig zijn dat er steeds meer, maar elk gen draagt maar voor een klein deel bij aan het risico. Als je zelf ADHD hebt is er een kans van 30% dat je broer of zus het ook heeft, en 50% dat je kind het zal hebben.
De uitslag van een diagnostisch onderzoek helpt jou en de hulpverlening om de juiste therapie of begeleiding in te zetten. Een onderzoek is zo'n 2 tot 3 jaar geldig en relevant.
Gedragsprobleem. Maar ADHD is een gedragsprobleem, in verreweg de meeste gevallen. Dus hoort behandeling ervan thuis bij gedragsdeskundigen zoals (ortho)pedagogen en psychologen. Niet bij medici, die vaak een medische oplossing zoeken en medicijnen zullen voorschrijven.
Veelgehoorde klachten van partners over hun ADHD partner zijn: er wordt te weinig gepraat, er is te weinig intimiteit, er zijn conflicten over vergeten van afspraken, er zijn verwijten over de taakverdeling, er zijn conflicten over het gebruik van alcohol / drugs, er zijn conflicten over prikkelbaarheid en agressief ...
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
Iedereen is weleens druk of snel afgeleid, maar mensen met ADHD hebben hier constant last van. Het gaat om een structureel en levenslang patroon, waardoor je op meerdere levensgebieden in de problemen raakt. De stoornis komt voor bij zowel kinderen als volwassenen en valt onder de ontwikkelingsstoornissen.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
Bij kinderen die problemen hebben met hun concentratie en/of hyperactief zijn, wordt al vaak gedacht aan ADHD. Rusteloosheid, onoplettendheid, erg energiek zijn of dagdromen zijn zaken die bij hoogbegaafde kinderen vaak voorkomen en tevens allemaal kenmerken zijn van ADHD.
De belangrijkste kenmerken van ADHD bij mannen en vrouwen zijn: problemen met de aandacht of de concentratie, moeite met organiseren, hyperactief of overbeweeglijk zijn en impulsiviteit.