De Europese natuur heeft te lijden onder de gevolgen van langdurige exploitatie en vervuiling. De natuur biedt ons nog altijd voedsel, kleding, geneesmiddelen, huisvesting, energie en andere hulpbronnen, maar ecosystemen en veel plant- en diersoorten zijn in verval of nemen af en sterven soms zelfs uit.
Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn schadelijk voor de natuur als er te veel van in de bodem of het water terechtkomt. Planten als bramen, brandnetels en gras gaan er harder door groeien en overwoekeren andere planten. Daardoor verdwijnen ook insecten, vlinders en vogels.
De productie van vlees is het meest belastend voor het milieu, met name rundvlees. Voor het houden van vee is er veel land, water en voer nodig. Dat voer komt vaak van ver, zoals soja uit Zuid-Amerika. En voor het verbouwen van veevoer wordt vaak oerwoud gekapt.
Denk aan steeds vaker voorkomende hittegolven, voedsel en water dat schaarser wordt, een stijgende zeespiegel en steeds hevigere stormen. Tegelijkertijd is de helft van de wereld direct afhankelijk van de natuur voor hun inkomen. Vooral in sectoren als de landbouw, visserij, bosbeheer.
Momenteel heeft de mens een negatief effect op de natuur: hij maakt bossen met de grond gelijk, gebruikt chemische producten die massaal veel insecten doden, overbevist de oceanen ... De biodiversiteit lijdt onder die activiteiten en gaat sterk achteruit.
Het gebruik van fossiele brandstoffen, grootschalige houtkap en de veeteelt beïnvloeden steeds meer het klimaat en de temperatuur van de aarde. Hierdoor komen onnatuurlijk grote hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer, wat het broeikaseffect versterkt en de opwarming van de aarde versnelt.
Sinds de industriële revolutie is de invloed van de mens op het klimaat snel groter geworden. Dit komt vooral door de uitstoot van broeikasgassen als CO2 en methaan. Broeikasgassen zorgen ervoor dat warmte wordt vastgehouden en daardoor stijgt de temperatuur op aarde.
Het VN-systeem heeft internationale kaders aangenomen voor milieuvraagstukken op drie belangrijke gebieden, die zijn gecodeerd als de "drievoudige planetaire crises": klimaatverandering, vervuiling en verlies aan biodiversiteit .
De natuur geeft ons alles wat we nodig hebben om te overleven! We krijgen frisse lucht, eten, water, medicijnen, katoen en nog veel meer. Alles wat de natuur ons geeft, noemen we 'Ecosysteemdiensten' met een moeilijk woord.
Zoals infografiek aantoont, is CO2 het meest vrijgekomen broeikasgas. Het wordt vaak geproduceerd door menselijke activiteiten. Andere broeikasgassen worden in kleinere hoeveelheden uitgestoten, maar ze vangen de warmte veel effectiever op dan CO2.
Mensen hebben op veel manieren invloed op de fysieke omgeving: vervuiling, verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing en meer. Veranderingen als deze hebben onder andere klimaatverandering, bodemerosie, slechte luchtkwaliteit, massa-extinctie en ondrinkbaar water veroorzaakt.
De Europese natuur heeft te lijden onder de gevolgen van langdurige exploitatie en vervuiling. De natuur biedt ons nog altijd voedsel, kleding, geneesmiddelen, huisvesting, energie en andere hulpbronnen, maar ecosystemen en veel plant- en diersoorten zijn in verval of nemen af en sterven soms zelfs uit.
Wandelen, hardlopen, fietsen en paardrijden
Het is gevaarlijk en niet toegestaan om te lopen op speciaal aangegeven ruiter- of mountainbikepaden. In sommige gebieden zijn er gedeelde paden. Heb begrip voor de ander en geef elkaar de ruimte. Voor wandelen met de hond gelden speciale regels.
De vernietigende kracht van de natuur
Hoe prachtig de natuur ook kan zijn, het is niet altijd goedaardig. Stormen, overstromingen, aardbevingen, vulkanen, tsunami's en andere natuurrampen veroorzaken periodiek wijdverspreide verwoesting.
Luchtvervuiling en fijnstof
Wegverkeer, huishoudens, de industrie en de landbouw zijn in ons land de belangrijkste bronnen van luchtvervuiling.
Voorbeelden hiervan zijn vervuiling, overbevolking, afvalverwerking, klimaatverandering, opwarming van de aarde, het broeikaseffect , enzovoort.
De energiesector is veruit de grootste bron van CO2-uitstoot wereldwijd. Het verbranden van fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie en aardgas voor de opwekking van elektriciteit is een van de belangrijkste oorzaken van deze uitstoot.
Fijnstof, ozon en stikstofdioxide zijn de belangrijkste vervuilende stoffen. Deze stoffen komen overal in Nederland voor, maar de hoeveelheid verschilt van plek tot plek. Ozon ontstaat onder invloed van zonlicht, vooral als er veel ultraviolette straling (UV-straling) is.
Denk bijvoorbeeld aan het verwarmen, koelen en vriezen. Bij het gebruik van brandstof zoals gas, olie of kolen komt namelijk koolstofdioxide (CO2) vrij. Voor de productie van kunstmest is steenkool of aardgas nodig en bij het houden van vee komen ook andere broeikasgassen vrij.
Milieuvervuiling bestaat in verschillende vormen en dit zijn de belangrijkste. De industrie, het verkeer, kunstmest en smog zorgen voor luchtvervuiling. Chemische stoffen, veelal afkomstig uit fabrieken, leiden tot bodemvervuiling. Giftige stoffen die fabrieken in het water lozen geven watervervuiling.
Bij het vaststellen van milieuaspecten van een organisatie, wordt een analyse gemaakt van welke aspecten onderdeel zijn van de activiteiten en producten of diensten. Hierbij wordt gewerkt vanuit een milieuthema. Voorbeelden van een thema zijn: lucht, geluid, afval, water, bodem en ruimte.
Zo'n hemellichaam krijg je niet zomaar vernietigd. Over nog eens 4,6 miljard jaar, wanneer de zon het einde van zijn leven nadert en begint op te zwellen tot een rode reuzenster, zal de aarde er nog steeds zijn. Alleen is er dan natuurlijk geen leven meer mogelijk.
Een van de belangrijkste problemen met de energiebron is dat we ze gebruiken voordat de nieuwe grondstoffen gemaakt kunnen worden. Een ander probleem met deze brandstoffen is dat ze sterk bijdragen aan de opwarming van de aarde en vervuiling door de rook en gassen die ze produceren (zoals methaan en koolstofdioxide).
In het dichtbevolkte Nederland is natuur een schaars goed. Naast de hoeveelheid is ook de kwaliteit een probleem. Verzuring, vermesting, versnippering, verdroging en klimaatverandering bedreigen de leefgebieden en ecosystemen van planten en dieren.