Bij zorg- en veiligheidproblemen gaat het bijvoorbeeld om huiselijk geweld, kindermishandeling, forensische zorg (het snijvlak van zorg en strafrecht) en personen met verward gedrag (als dit gedrag tot onveilige situatie leidt).
Bij probleemgedrag gaat het vaak om een ingewikkeld samenspel tussen uw lichamelijke toestand en de wisselwerking met andere personen in uw directe omgeving. De oorzaak van probleemgedrag kan liggen in ziektebeelden zoals een delier, depressie of dementie. Ook de medicijnen die u gebruikt kunnen van invloed zijn.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar ervaart. Probleemgedrag heet ook wel onbegrepen gedrag of veranderend gedrag.
Zorglast, belemmering van eigen activiteiten, angst, onzekerheid, eenzaamheid, confrontatie met de dood en gebrek aan steun van naasten en professionals kunnen de kwetsbaarheid van de mantelzorger vergroten. Voor de meeste mantelzorgers is het moeilijk om hun eigen activiteiten te continueren.
Uit het onderzoek blijkt dat er binnen de volgende vijf gebieden verbeterpunten nodig zijn: samenhang en afstemming, passende zorg, woonaanbod, ontlasting informele zorg en hulp(middelen) via de gemeente. 'In de keten van de ouderenzorg is het gebrek aan samenhang en afstemming een knelpunt.
Kenmerken van goede zorg
De zorg is veilig. De zorg is cliëntgericht: u krijgt de zorg op het juiste moment en de zorg sluit aan bij wat u nodig heeft. De zorg is beschikbaar voor iedereen die het nodig heeft. De zorg is effectief (heeft een goed resultaat) en doelmatig (is niet te duur)
Denk daarbij aan: driftig zijn en vaak ruzie maken, regels opzettelijk negeren, agressief zijn, hyperactief en impulsief gedrag vertonen, liegen, pesten, spijbelen en soms criminele dingen doen als stelen, slaan en spullen vernielen.
Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden. Mogelijke oorzaken voor gedragsproblemen zijn een niet-stabiele opvoeding of het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen zoals geweld of seksueel misbruik. Gedragsproblemen kunnen voorkomen bij kinderen en bij volwassenen.
We spreken van ernstige gedragsproblemen als er in ernstige mate sprake is van: dwars en opstandig gedrag (ruzie met volwassenen hebben of weigeren te luisteren);prikkelbaar of driftig gedrag (boos en gepikeerd zijn of woede-uitbarstingen hebben);
Bij ontremd gedrag heeft iemand moeite zijn impulsen en gedrag te controleren, alsof de 'natuurlijke rem' eraf is. De ontremming kan zich op verschillende terreinen uiten: motorisch, emotioneel, verbaal of op het gebied van voeding of seksualiteit.
Als je een gedragsstoornis hebt dan reageer je anders op bepaalde zaken dan anderen. Je wordt bijvoorbeeld driftig of boos of je liegt, je zet je af tegen anderen, je luistert niet of je begint te schelden. Andere mensen vragen zich dan gauw af waarom jij je op die manier gedraagt en dat zorgt voor een hoop ellende.
In het algemeen ontstaat een psychische aandoening door een combinatie van een onderliggende kwetsbaarheid bij het individu en stress, als gevolg van ingrijpende levensgebeurtenissen of ongunstige sociale omstandigheden.
'Moeilijk hanteerbaar gedrag' kan zich in verschillende vormen voordoen. Voorbeelden zijn aanhankelijkheid of kleefgedrag, agressie, apathie, decorumverlies, dwaalgedrag, hallucinaties, herhaling en nachtelijke onrust.
Triple-C staat voor Cliënt-Competentie-Coach. Triple-C is een behandelmodel dat uitgaat van de menselijke behoeften. We leggen de focus niet op het moeilijke gedrag. Maar we kijken juist naar hoe iemand met moeilijk verstaanbaar gedrag zoveel mogelijk zijn normale leven kan oppakken.
Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen; iemand vertoont gedrag dat voortkomt uit een aandoening, zoals autisme, ADHD, een verstandelijke beperking of een persoonlijkheidsstoornis. Een gedragsstoornis kan voorkomen bij kinderen, jongeren en volwassenen.
Gedragsstoornissen bij ouderen
Vaak kan iemand plotseling agressief gedrag vertonen, erg somber of depressief zijn of zelfs weglopen van huis. Vaak heeft degene die dit gedrag vertoont zelf niet door hebben dat hij of zij ander gedrag laat zien dan normaal. Gedragsstoornissen bij ouderen kunnen diverse oorzaken hebben.
Enkele voorbeelden van wat gedrag wel is
Het opstaan van een stoel;Een formulier invullen;Antwoord geven op een vraag;Het trekken aan een touw.
Emotionele problemen omvatten een hele reeks klachten. Het kan gaan om bijvoorbeeld onzekerheid, een gevoel perfect te moeten zijn, angsten, verdriet, depressie, eenzaamheid, boosheid, somberheid, suïcidegedachten, pijnklachten, oververmoeidheid, piekeren, verwarring over de eigen identiteit enz.
Ons onderzoek laat zien dat we in Nederland in de ogen van burgers over een in principe goed stelsel van (gezondheids-)zorg beschikken. Tegelijkertijd wordt dat goede aan de zorg overschaduwd en bedreigd door personeelstekorten, hoge werkdruk, bureaucratie en wachtlijsten. De zorgen over de zorg staan niet op zichzelf.