Het vrijeschoolonderwijs in Nederland, ook wel Waldorfonderwijs genoemd, is een onderwijsvorm gebaseerd op de educatieve filosofie van Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie.
Waldorf is de internationale benaming voor vrijeschoolonderwijs, een wereldwijde stroming binnen het onderwijs die al meer dan honderd jaar bestaat. Het onderwijs op het Mercurius College is gebaseerd op het 'hoofd, hart en handen' uitgangspunt van het vrijeschoolonderwijs.
Toch zijn er nog een aantal grote verschillen tussen het vrijeschoolonderwijs en de gewone basisschool: Extra vakken. Naast de standaard schoolvakken, krijgt je kind op de vrije school ook creatieve vakken als houtbewerking en muziek. Ook is er meer aandacht voor vreemde talen, al vanaf groep 3.
Een aanpak gebaseerd op het mensbeeld uit de antroposofie, een visie op de mens, bestaande uit lichaam, ziel en geest. Vrijeschoolonderwijs vraagt om situaties waarin leraren en leerlingen het beste dat ze in huis hebben laten zien, zich door elkaar laten uitdagen en elkaar inspireren.
“De ontwikkeling van het individuele kind is ook heel belangrijk. In een Steinerschool gaat het niet enkel om wat een kind allemaal kan, maar er wordt ook gekeken naar hoe klaar het al is om dingen te leren. In een Steinerschool vormen ze een volledig mens. Waardoor je nooit faalt.
Op het curriculum van een Steinerschool vindt men geen afsluitend eindexamen – geëvalueerd worden alle vakken immers permanent (zie evaluatievormen). Net zoals alle Vlaamse scholen, hebben de Steinerscholen de opdracht om eindtermen en ontwikkelingsdoelen na te streven.
Het referentiebedrag voor een kleuter bedraagt 45 EUR/jaar en voor een scholier 90 EUR/jaar. In de middelbare school wordt een vast bedrag per leerling gefactureerd aan de ouders. het is een forfaitair bedrag dat over 10 maanden wordt gespreid.
Montessori is een onderwijsconcept voor de voorschool, basis- en voortgezet onderwijs. Op een montessorischool leren kinderen zelfstandig werken en zitten zij met meerdere jaargroepen in een klas. Tegenwoordig combineren montessorischolen vaak montessorimateriaal met reguliere taal- en rekenmethodes.
Op een daltonschool leren leerlingen zelfstandig en binnen een bepaalde tijd taken afronden. Daarnaast leren zij op tijd hulp inschakelen als dit nodig is. Op die manier wordt hun probleemoplossend vermogen en zelfstandigheid gestimuleerd.
Hij is bekend geworden als grondlegger van de antroposofie en haar praktische toepassingen. Een belangrijk uitgangspunt van Rudolf Steiner is dat elk kind uniek is en de gelegenheid moet krijgen om zich volledig te ontplooien. De nadruk ligt op de natuur en natuurlijke materialen zoals wol, steen, hout of bijenwas.
Kenmerken van de vrijeschool
Verder krijg je naast de gewone schoolvakken veel kunstzinnige lessen zoals handenarbeid, schilderen, muziek, zang en toneel. Ook kenmerkend voor de vrijeschool is dat het jaarklassensysteem hier doortelt na de basisschool.
Het vrijeschoolonderwijs in Nederland omvat scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Vrijescholen spreken zelf van kleuterschool (4 tot 6 jaar), onderbouw (6 tot 12 jaar, klas 1 t/m 6) en bovenbouw (12 tot 18 jaar, klas 7 t/m 12).
Hoeveel vrijescholen zijn er in Nederland? Er zijn in totaal 120 vrijescholen in Nederland die via een bestuur zijn aangesloten bij de Vereniging van vrijescholen. Dat gaat om 94 vrijescholen in het primair onderwijs en 26 vrijescholen in het voortgezet onderwijs.
De term 'vrij' in de naam 'vrijeschool' slaat niet op het vrij laten van het kind. Er wordt mee bedoeld: de school wil haar pedagogische visie in vrijheid (oorspronkelijk: zonder overheidsbemoeienis) kunnen realiseren en ontlenen aan wat bij de kinderen aan vragen leeft.
De vrijeschool heeft als uitgangspunt: onderwijzen is ook opvoeden. Onderwijs gaat verder dan alleen goed leren lezen of rekenen. Onderwijs staat ook in dienst van de persoonlijkheidsvorming, zowel individueel als in relatie tot de sociale gemeenschap. De vrijeschool wil in het leven van een kind van betekenis zijn.
Scholen die niet door een overheid zijn opgericht, behoren tot het vrij onderwijs. Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit confessionele scholen, die aan een godsdienst zijn gebonden.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Ik raad zeker aan om naar de opendeurdagen van scholen te gaan, zo leer je de school kennen en kan je veel vragen stellen. Mijn dochter heeft op een daltonschool les gevolgd en dat is mij heel goed bevallen. Het is niet zo dat de kinderen zelf bepalen wat ze leren, maar er wordt hen veel zelfstandigheid bijgebracht.
Het Montessori onderwijs is niet per definitie geschikt voor iedere kind. Dit komt door de hoge mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die kinderen hebben binnen dit onderwijs. Daarom zijn sommige mensen van mening dat kinderen die wat meer structuur nodig hebben, beter gedijen in het regulier onderwijs.
Maria Montessori ontdekte dat kinderen zich op een natuurlijke manier ontwikkelen. Dat gebeurt in hun eigen ritme en eigen tempo. Door kinderen te stimuleren op allerlei vlakken, daagt het Montessorionderwijs ze uit om zich verder te ontplooien.
Montessorionderwijs is voor elk kind geschikt. Het montessori-onderwijs besteedt veel aandacht aan de individuele begeleiding van leerlingen: elk kind krijgt de begeleiding die het nodig heeft. Een montessorischool probeert uit elk kind het beste te halen. Op een montessorischool heeft de leerkracht een specifieke rol.
Je kind inschrijven in het basisonderwijs is gratis, zowel in de kleuterschool als in de lagere school. De school mag geen inschrijvingsgeld vragen. Ook de materialen en activiteiten die strikt noodzakelijk zijn voor de eindtermen en ontwikkelingsdoelen, zijn gratis.
Als ouder betaalt u geen lesgeld voor uw kind in het voortgezet onderwijs. De meeste boeken krijgt uw kind van school. Sommige lesmaterialen moet wel u zelf betalen. De school kan ook een ouderbijdrage vragen.
Voor het schooljaar 2021-2022 bedraagt de scherpe maximumfactuur voor activiteiten en materialen: 45 euro voor kleuters (per kleuterklas) 90 euro voor leerlingen uit het lager onderwijs (per leerjaar)