Voorweeën/oefenweeën zijn samentrekkingen van de baarmoederspier. De baarmoeder is een holle spier die aan het einde van de zwangerschap door hormonen gaat samentrekken. Dit voelt als een menstruatieachtige pijn in de onderbuik. Vaak is dit onregelmatig.
Voorweeën herkennen
Het voornaamste verschil zit hem in de toenemende kracht en frequentie van de weeën. Wanneer de bevalling echt aan de gang is, zullen de weeën steeds intenser, krachtiger, pijnlijker en frequenter terugkomen. Bij oefenweeën is dit niet geval.
Vaak is dit onregelmatig. Het komt regelmatig voor dat vrouwen een aantal weken voor de bevalling last hebben van deze voorweeën. Voorweeën komen vaker voor bij vrouwen die een tweede of volgend kindje krijgen. Ze komen vooral 's nachts omdat de baarmoeder dan het meest actief is.
Voorweeën kunnen wel pijnlijk zijn, maar komen onregelmatig en zijn kort van duur. Ze zijn belangrijk omdat ze de baarmoedermond soepel maken. Deze voorweeën kunnen soms wel een week duren. De ene dag zijn ze wat sterker en hinderlijker dan de andere dag.
Weeën herkennen
Wanneer je de eerste echte wee krijgt, is moeilijk te zeggen. Je hebt meestal eerst voorweeën, die overgaan in ontsluitingsweeën. Bij de een gebeurt dit na een uur, bij de ander na een dag.
Meestal begint het met een korte drang tijdens het hoogtepunt van de wee. Dit wordt veroorzaakt door het steeds dieper komen van het hoofdje van de baby. Het hoofdje wordt dan tijdens een wee op je anus gedrukt en dit geeft het gevoel dat je moet poepen.
De eerste uren van de bevalling beweegt de baby vaak tussen de weeën door. Dit kan pijnlijk zijn. Het bewegen van het kindje maakt het je soms moeilijk om te ontspannen.
Dit verschilt per zwangerschap. Als je in deze zwangerschap veel voorweeën hebt, wil dit niet zeggen dat de baby ook eerder komt. Evengoed geldt dat als je helemaal geen voorweeën hebt het niet betekent dat je baby tot 42 weken blijft zitten. Het is uiteindelijk aan de baby wanneer hij of zij besluit te komen.
De adrenaline concentratie zal namelijk stijgen bij, onder andere; pijn, stress, angst en onrust. Dus ook wanneer de omgeving als niet rustig en/of veilig genoeg ervaren wordt. Dat is dan ook de reden dat de meeste bevallingen 's avonds of 's nachts starten.
De voorweeën zorgen niet voor ontsluiting, maar maken de baarmoedermond klaar voor de bevalling. Ook kun je de slijmprop verliezen. Dit kan in één keer gebeuren of steeds kleine stukjes. Het is normaal als hier wat bloed bij zit.
Dit is natuurlijk een schatting, maar soms is het helemaal niet nodig om gestructureerd te gaan voelen naar je ontsluiting. Aan de sterkte van je weeën en aan de verandering in je houding kunnen we al veel aflezen. En ook zelf zou je dit kunnen opmerken.
Door te toucheren voelt de verloskundige hoeveel centimeter ontsluiting je hebt. Dit doet zij met twee vingers in je vagina te brengen en een ronddraaiende beweging te maken. De verloskundige draagt hierbij steriele handschoenen. Dit verkleint het risico op infecties.
Ze zijn echter niet hetzelfde als echte weeën. Een echte wee komt regelmatig en wordt sterker, terwijl harde buiken onregelmatig zijn. Ook voelen harde buiken oncomfortabel aan, maar doen ze geen pijn, terwijl echte weeën dat wel doen. Echte weeën zorgen daarnaast voor ontsluiting, en harde buiken doen dat niet.
Kindje wordt rustiger
De bewegingen van je kindje worden minder. Doordat het hoofdje is ingedaald heeft hij minder ruimte. Toch moet je opletten dat je over de hele dag gezien je baby wel voelt bewegen, maar heel zachtjes, de kracht van de bewegingen neemt dan ook af.
De meeste vrouwen omschrijven het als een menstruatieachtige pijn. Dit gaat soms gepaard met een stekende pijn in de vagina of liezen. In tegenstelling tot weeën tijdens de bevalling, duren indalingsweeën vaak maximaal 30 seconden en stopt het na een paar uur.
Vanaf 37 weken zwangerschap mag je officieel gaan bevallen. Echter bevallen de meeste vrouwen bij een eerste zwangerschap NA de uitgerekende datum, dus tussen de 40-42 weken zwangerschap.
Overigens is het de baby die bepaalt wanneer de bevalling begint. Hij of zij scheidt het stresshormoon cortisol af. Dit hormoon komt via de placenta bij jou terecht. Onder invloed van cortisol treedt bij jou ook de hele hormonenfabriek in werking, waardoor de weeën op gang komen en de bevalling gaat beginnen.
Probeer zo min mogelijk te gaan zitten wachten en zorg voor een beetje afleiding. Ga eens lekker bij een vriendin koffie drinken of maak nog een mooi fotoboek. Misschien ben je wel bang dat wanneer je net van huis weg bent de bevalling begint. Het is echt niet nodig om daarvoor thuis te blijven.
Je gebruikt met de persfase namelijk dezelfde spieren als bij het poepen, en hier zet je dan veel druk op. Dat er wat ontlasting mee komt, is dus geen verrassing en eigenlijk heel logisch. Geen zorgen, meestal is het hooguit een klein beetje.
Heb je echt een razendsnelle bevalling, dan wordt dat een stortbevalling genoemd. Het hele baringsproces duurt dan vier uur of korter. Dat klinkt als een droom, maar er zitten ook wat mogelijke nadelen aan.
De meeste vrouwen hebben tijdens de weeën vooral pijn in hun buik. Maar er zijn ook vrouwen die de pijn vooral in hun rug en/of hun benen voelen. Soms kan de pijn van plaats wisselen. Rugweeën doen volgens sommige vrouwen meer pijn dan buikweeën.
De meeste moeders merken dat een kindje indaalt door lichte pijn in de onderbuik, of steken die je in je vagina kan voelen. (genieten! ;)) Je verloskundige zal op het spreekuur met haar handen op je buik naar de indaling voelen, en je vertellen of een kindje al vast of nog beweeglijk in het bekken ligt.
De meeste kinderen werden midden in de week geboren, vooral op dinsdag. Op een gemiddelde dinsdag werden 601 kinderen ter wereld gebracht in 2002. Op woensdag en donderdag werden ook relatief veel kinderen geboren. In het weekend werden de minste kinderen geboren.
Persdrang voelt net zo aan als een hevige aandrang om te poepen. Het is nauwelijks tegen te houden. Dit komt doordat het hoofdje van de baby steeds dieper komt. Het hoofdje drukt tijdens een wee op de anus.
Vroegtijdige weeën
Menstruatieachtige krampen boven het schaambeen. Druk of een pijnlijk gevoel in de bekken, dijen of lies. Doffe pijn in de onderrug of druk in de rug. Een toename in vaginale afscheidingWaterige vloeistof, roze of bruine afscheiding of bloed uit de vagina.