Dit zijn kenmerken op het gebied van cultuur en leefgewoonten waar bedrijven rekening mee te houden hebben. Voorbeelden van sociaal culturele factoren zijn communicatiemethoden, het koopgedrag, leefstijlkeuzes en maatschappelijke trends.
– Sociaal-culturele factoren
Een voorbeeld van sociaal-culturele factoren zijn onderwerpen zoals het milieu, mensenrechten en energieverbruik. Maar ook de manier waarop mensen hun vrije tijd besteden zijn voorbeelden van sociaal-cultureel. Typische culturele factoren zijn gebruiken in de cultuur, zoals eetgewoonten.
Sociaal-culturele achtergrond gaat over normen, waarden, gewoonten en gebruiken die iemand vanuit huis meekrijgt. De term 'sociaal' gaat over iemands thuissituatie en het sociale milieu waaruit iemand komt.
Omgevingsfactoren: zowel sociale als fysieke (leef)omgeving
De sociale omgeving rond een individu omvat het geheel van sociale, culturele en levensbeschouwelijke factoren dat van invloed is op het menselijk gedrag. Voorbeelden van onderwerpen op VZinfo.nl zijn seksuele grensoverschrijding en ouderenmishandeling.
Sociaal-culturele factoren in DESTEP analyse
Het onderdeel van DESTEP analyse waarin je de sociaal-culturele factoren van een markt onderzoekt wordt daarom steeds belangrijker. Sociaal-culturele factoren waar je in DESTEP analyse kan kijken zijn bijvoorbeeld: Waarden en normen die er gelden. Gemiddeld opleidingsniveau.
DESTEP is een afkorting voor zes factoren die samen een beeld geven van de macro-economische omgeving, namelijk: demografisch, economisch, sociaal-cultureel, technologisch, ecologisch en politiek-juridisch. In de afbeelding hieronder ziet u de factoren van de DESTEP-analyse weergegeven.
Dit is goed te illustreren aan de hand van vier zogeheten culturele factoren: cultuur, subcultuur, sociale klasse en trends.
De beïnvloedbare factoren worden gerekend: · Toeleveranciers · Afzetkanalen · Afnemersgedrag · Concurrentie 5.3 Voordat een onderneming van start gaat, of een nieuw product op de markt brengt wordt eerst een marktonderzoek ingesteld. Hieruit moet voortkomen of het zin heeft een plan door te zetten.
Bij fysieke omgevingsfactoren kun je onder andere denken aan het land en de buurt waarin iemand leeft. Is er veel Uv-straling of juist extreme kou? Veel luchtverontreiniging of een voedselproductie met veel additieven/chemische bewerkingen?
Dit omvat onder meer economische, sociale, culturele, technologische, politieke en juridische factoren die kunnen invloed hebben op de producten, diensten en strategieën die door een bedrijf worden verkocht.
Een algemene definitie van sociale verandering kan bij Jef Verhoeven (1986:19) gevonden worden. Hij definieert sociale verandering als 'een significante wijziging van gestructureerd sociaal handelen en/of van de cultuur van roldragers, groepen of collectiviteiten'.
De socio-culturele sector is een zeer gevarieerde sector. Denk bijvoorbeeld aan sociaal-cultureel werk met volwassenen, jeugdwerk, beroepsopleidingen, sport, samenlevingsopbouw, cultuurspreiding, milieu, ontwikkelingssamenwerking, minderheden, toerisme, musea & erfgoed, media enzovoort.
- de sociaal-culture dimensie; waarbij het gaat om de cultuur van een groep mensen, de wijze waarop ze met elkaar samenleven. - politieke dimensie; waarbij de politieke invloed van overheden en belangengroepen centraal staat.
Bij de sociaal-culturele invalshoek staan vragen naar de opvattingen van de betrokkenen, hun waarden en normen en morele rechten en plichten centraal.
Bij fysische factoren gaat het over de omgevingsfactoren die gezondheidsrisico's met zich mee kunnen brengen. Denk bijvoorbeeld aan geluid, verlichting, binnenklimaat, trillingen en straling. Werkgevers moeten weten wat de mogelijke risico's zijn van deze omgevingsfactoren en daar hun arbobeleid op aanpassen.
De natuurlijke omgeving, waaronder ook cultuurlandschappen, behoort geheel tot de fysieke leefomgeving. Onder de natuurlijke omgeving vallen ook onderdelen als lucht, water, bodem en natuur. Ook door de mens gemaakte objecten kunnen tot de fysieke leefomgeving horen.
Omgevingsfactoren gaan over de wijze waarop een individu zich tot anderen verhoudt en de wijze waarop de maatschappelijke context het individuele welzijn beïnvloedt. De omgeving van een individu kan namelijk op meerdere manieren effect hebben op diens welzijn.
Interne en externe omgevingsfactoren
Ook bij interne factoren wordt de invloed bepaald vanuit de eigen onderneming. Dit zijn bijvoorbeeld productiecapaciteit, personeelsomvang, financiële mogelijkheden van het bedrijf of het rendement van de onderneming.
Partijen: hebben invloed op de bedrijfsvoering en zijn erg dicht gerelateerd aan het bedrijf. Omgevingsfactoren: Dit is een klimaat of ligging omstandigheid die bij het bedrijfsvoeren komt kijken.
Het is de omgeving waarin ze zich bewegen, spelen, ontdekken, onderzoeken en die alle kinderen samen verbindt. Als kinderen op hun school in aanraking komen met hun culturele omgeving, wordt de drempel minder hoog om in hun vrije tijd iets te gaan doen aan kunst en cultuur en zo hun talenten te kunnen verdiepen.
Wat voor type culturele activiteiten zijn er? Je kan denken aan een cultuurdag, een voorstelling op school of in het theater, een stadswandeling, een rondleiding door een museum of een gast in de klas die vertelt over zijn leven.
Factoren die bepalend zijn wat betreft de indeling wanneer iemand tot de F-cultuur of G-cultuur behoort zijn: welvaart, religie, sociaal milieu en het (genetisch bepaalde) individu.
De macro-omgeving is een marketingterm waarmee de externe (indirecte) omgeving van een organisatie wordt aangeduid. Samen met de micro- en meso-omgeving vormen zij de omgevingsfactoren waar een organisatie mee te maken krijgt tijdens de bedrijfsvoering.
Hierbij kunnen we denken aan factoren zoals de opkomst van de lagelonenlanden of valutaschommelingen. Economische factoren kunnen zich ook voordoen op nationaal en regionaal niveau. Voorbeelden hiervan zijn inflatie en werkloosheid.